Sylvia Poorta is nu echt mevrouw So Long
Het Ro theater belde. Tijdje terug alweer: artistiek leider Guy Cassiers begon daar net en ze wilden de bezem door de decoropslag halen....
Een opklapbed, een dressoir, een kleerkast, een naaimand, een radio, verscheidene schemerlampjes, een wekker, een beeld van Jezus, een wc: een complete huisraad, van een beklemmende lelijkheid. De omgeving waarin een alleenstaande vrouw van een jaar of vijftig een eenzame kerstavond doorbrengt. Ze heeft geen naam, zegt Poorta. Niet echt in ieder geval. 'Soms noem ik haar mevrouw So Long.' Twaalf jaar geleden speelde Sylvia Poorta de solovoorstelling So Long, Farewell, Aufwiederseh'n, Goodbye bij het Ro. Nu staat ze ermee in het Trusttheater. In hetzelfde decor, in dezelfde regie, van Peter Sonneveld.
Het was niet eens de opruimwoede bij het Rotterdamse toneelgezelschap die de aanleiding vormde; eerder de belangstelling van de Weense theatermaker Hans Gratzer voor wat hem als een curieus gegeven voorkwam: een toneelstuk zonder tekst in de gangbare zin des woords; één waarin de actrice zo af en toe losbarst in gezang, een dialoog of een heel gesprek tussen een trits kinderen, hun vader en hun gouvernante - en dit alles ontleend aan de film The Sound of Music uit 1965. Tot concrete samenwerking met Gratzer kwam het niet, maar de zin om het stuk te hernemen was aangewakkerd.
En zie: bij de Trust kan het ook, zegt Poorta vrolijk. Tuurlijk, bij de eerste repetities was het 'alsof je een kind van drie na twaalf jaar weerziet. Een klap. En dan, heel apart, is het na een tijdje toch duidelijk datzelfde kind.' Eén waar ze evident veel van houdt.
Toen was ze zevenentwintig. 'Als speler ben ik veranderd. Ik kan de innerlijke weg die mijn personage aflegt beter naar buiten brengen. Vroeger was ik heel erg gespitst op de precisie van de handelingen. Maar nu - het eenzaamheidsgehalte wordt beklemmender naarmate je zelf ouder wordt.'
'Een nooduitgang is ook een uitgang', zo luidt het motto van de voorstelling, en die van mevrouw So Long bestaat in het warme familiegeluk en de leuke liedjes van de The Sound of Music. Ze ís Maria, de gouvernante, jong en rechtschapen als Julie Andrews, met uitzicht op een heerlijke toekomst met een aantrekkelijke man als Christopher Plummer en meteen een hele bubs kinderen. De hindernissen op haar weg neemt zij zonder dralen en vol vertrouwen in God.
En in de tussentijd ís ze vijftig; in de overgang, met opvliegers, denkt Poorta. Ze werkt nog wel - op kerstavond komt ze thuis van haar werk. Thuis is dat ontzettend krappe flatje waar alles zijn eigen vaste plaats heeft - o wee als iets ergens anders ligt - en de ene rituele handeling (mantel aan de zijkant van de kleerkast ophangen) de andere (avondboterham eten) in treurige monotomie opvolgt. Tijd voor een lied.
Het publiek zit er met de neus op en reageert haast alsof het voor de tv zit. De minutieuze bewegingen op die paar vierkante meters worden steevast van allerlei commentaar voorzien. 'Verbijsterend', zegt Poorta. Het was destijds in Rotterdam ook zo. Al zijn we inmiddels aan Big Brother gewend, So Long confronteert. Wat de mevrouw daar in haar kamertje allemaal wel niet doet, dat is zo vertrouwd en zo intiem, dat het soms moeite kost niet weg te kijken. Het is ontroerend en ongemakkelijk tegelijk.
Poorta glimlacht. Zegt: 'Een productiemedewerker van ons, iemand die er twaalf jaar geleden ook bij was, merkte op: vroeger was je Maria. Nu ben je mevrouw So Long.'
In ieder geval is ze er zowat alle feestdagen zoet mee. Grinnikt: 'Ja, ik ben mooi onder de pannen.'