Suriname gaat broodsubsidies weer schrappen
De Surinaamse regering gaat opnieuw de subsidies op brood en andere levensbehoeften schrappen. Brood, benzine en kookgas zullen hierdoor vanaf 15 mei fors in prijs stijgen....
Van onze verslaggever
DEN HAAG
Mensen die niet bij de overheid werken, worden pas over enkele maanden gecompenseerd via een 'sociaal vangnet'. Een kwart van de Surinaamse bevolking komt voor die steunmaatregel in aanmerking.
De Surinaamse minister Assen van Ontwikkeling heeft dat dinsdag in Den Haag bekendgemaakt. De aangekondigde maatregelen zijn onderdeel van een pakket steun- en investeringsmaatregelen waarover Assen en zijn collega Pronk het eens zijn geworden tijdens het halfjaarlijks beleidsoverleg tussen Nederland en Suriname.
Stopzetten van overheidssubsidies was een belangrijke Nederlandse voorwaarde voor hervatting van allerlei soorten steun aan Suriname. Ook de Surinaamse regering zelf is voorstander van de maatregel, maar stuitte vorig naar november op sociale onrust, plunderingen en broodrellen toen de eerste subsidies werden afgeschaft.
Assen zegt deze keer niet te vrezen voor onrust. 'Het besef dat dit noodzakelijk is, begint nu door te dringen. Met een stukje voorlichting moeten we duidelijk gaan maken dat men niet achter relschoppers aan moet lopen, zoals de vorige keer.'
Het sociaal vangnet was aanvankelijk bestemd voor 60 duizend Surinamers (23 duizend huishoudens), maar is inmiddels is opgerekt tot 85 duizend begunstigden. Dat is bijna een eenvierde van de Surinaamse bevolking. De steun bestaat uit het verstrekken van pakketten levensmiddelen en andere eerste levensbehoeften. Het in werking stellen van het systeem heeft maanden vertraging opgelopen door de gebrekkige registratie van gezinnen die ervoor in aanmerking zouden komen.
Volgens minister Pronk is Nederland met tegenzin akkoord gegaan met het vertrekken van pakketten aan de Surinaamse minima. Dat gebeurde overigens al in november vorig jaar. 'We hadden liever een uitkering in de vorm van geld gezien, maar zullen evalueren hoe dit werkt.' Het afschaffen van de overheidssubsidies noemde Pronk een 'stoutmoedige stap'.
Minister Assen zegt dat vrijwel alle Surinaamse wensen in het beleidsoverleg zijn gehonoreerd. Volgens afspraken uit 1992 in het Raamverdrag, kan Suriname beschikken over tweehonderd miljoen gulden ontwikkelingsgeld aan betalingsbalanssteun en honderd miljoen voor een investeringsfonds. Van dat laatste bedrag is echter geen vijftig miljoen, zoals de Surinaamse regering wilde, maar slechts de helft daadwerkelijk opzij gezet voor exportprojecten die door commerciële banken zullen worden beoordeeld.
Volgens Pronk is er vooralnog geen sprake van directe steun aan de Surinaamse schatkist. Dat ligt volgens Assen anders. Nederland heeft toegezegd dat het buitenlandse schulden van Suriname aan internationale ontwikkelingsbanken zal voldoen. 'Dat is in feite óók directe steun aan onze betalingsbalans.'
In totaal heeft Suriname voor ongeveer 115 miljoen gulden steun binnengekregen, aldus de Surinaamse minister. Dat geld komt uit de verdragsmiddelen die zijn gereserveerd voor Suriname. Verder liggen er voorstellen voor de financiering van twintig projecten van samen zeventig miljoen. Het gaat onder meer om investeringen in de zoetwater-cultuur, twee drukkerijen die naar het Caraïbisch gebied zouden kunnen gaan exporteren, een handschoenenfabriek en rijstverwerkingsbedrijven.
Assen verwacht dat de huidige interne ruzie in de Surinaamse regering vanzelf zal overwaaien. De minister, afkomstig van dezelfde partij als president Venetiaan (NPS), hecht weinig waarde aan het opzeggen van het vertrouwen in de regering van de adviesraad van coalitiepartner VHP, de partij van parlementsvoorzitter Lachmon.
'Adviesraden kunnen alles adviseren. Het gaat om wat het hoofdbestuur van de VHP doet en ik verwacht dat die tot bezinning zal komen.'
Het meningsverschil tussen Lachmon en Venetiaan gaat onder meer over de beperkte rol van het IMF in Suriname. Assen: 'Het IMF gaat rapporteren en wij gaan kijken in hoeverre het advies dat ze uitbrengen, past in wat ze zelf noodzakelijk achten en kunnen uitvoeren.'