vergroening
Subsidiepot in VS doorkruist Europa’s groene ambities: EU zoekt naar antwoord
De miljardensubsidies uit de Amerikaanse klimaatwet vormen volgens de Europese Unie een bedreiging voor haar eigen groene renaissance. Donderdag en vrijdag praten de Europese regeringsleiders over een antwoord. Hoe voorkomen zij dat bedrijven hun investeringen naar de VS verleggen?
In de uiterwaarden van de IJssel stond ooit de trots van naoorlogs, herrijzend Arnhem: de kunstvezelfabrieken van de Algemene Kunstzijde Unie (AKU, later opgegaan in AkzoNobel). In de jaren negentig gingen ze ten onder aan buitenlandse concurrentie en klachten over stankoverlast en milieuvervuiling.
Op de ruïne van de traditionele industrie verrijst nu de ‘cleantech-campus van de toekomst’. In de monumentale gebouwen uit de jaren veertig zitten tientallen bedrijven die duurzame energie ontwikkelen. Een daarvan is Nedstack, producent van stacks (bundels) van waterstofcellen waarmee de energie uit zon en wind kan worden opgeslagen om later te gebruiken. ‘We zijn gegroeid van 25 naar 75 werknemers. We hebben ook vijftien vacatures. Vooral technische functies zijn moeilijk te vervullen. Zulke mensen vind je bijna niet in Nederland. Daarom hebben we werknemers uit Spanje, Portugal en Italië’, zegt Jogchum Bruinsma, commercieel directeur. De groene transitie is niet alleen goed voor klimaat en milieu, maar levert ook banen op.
De groene renaissance van de Europese industrie dreigt echter verstoord te worden door de Amerikaanse klimaat, de Inflation Reduction Act (IRA), zo vrezen industriëlen en politici. De IRA is een enorm subsidiepakket van bijna 370 miljard dollar (346 miljard euro), waarvan ook Europese bedrijven kunnen profiteren, mits zij op Amerikaanse bodem produceren.
‘We verliezen terrein’
Europa vreest dat veel Europese bedrijven hun investeringen in schone technologie naar de VS zullen verleggen. Een nieuwe fabriek van de Zweedse accuproducent Northvolt in Duitsland staat op losse schroeven omdat het bedrijf nu eerst de mogelijkheden in Amerika wil onderzoeken. Volkswagen, BMW, het Belgische chemieconcern Solvay, de Franse glasproducent Saint-Gobain en het Spaanse energiebedrijf Iberdrola hebben grote investeringen in de VS aangekondigd. Europa moet voor zijn welvaart vechten, zei Leonhard Birnbaum, de topman van Eon, het grootste energiebedrijf van Duitsland: ‘We verliezen terrein aan de Verenigde Staten en Azië.’
De Europese regeringsleiders praten donderdag en vrijdag in Brussel over een Europees antwoord op de IRA. Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, kondigde onlangs een ‘Europese IRA’ aan, inclusief een soevereiniteitsfonds om de Europese industrie te subsidiëren, te financieren met leningen die de EU-lidstaten gezamenlijk aangaan.
Frankrijk steunt het fonds, maar Duitsland en Nederland willen er niets van weten. Ze hebben altijd gezegd dat de gezamenlijke leningen voor het herstelfonds na corona eenmalig zouden zijn. Daarom kunnen ze het politiek niet verkopen om amper drie jaar later weer gezamenlijke EU-schulden aan te gaan. Het fonds wordt nu op de lange baan geschoven, maar de Europese industrie zal gesteund worden met 250 miljard euro uit bestaande potjes, zoals het herstelfonds. Daarnaast zullen lidstaten meer ruimte krijgen om hun eigen groene industrie te steunen.
Wat Europa vooral steekt is het protectionistische element in de IRA, zegt Rem Korteweg van Instituut Clingendael. Terwijl Europese landen de Amerikaanse Tesla’s ruimhartig subsidiëren, zijn Amerikaanse subsidies voor een elektrische BMW slechts beschikbaar als de auto in de VS wordt gemaakt.
Zo lokken de Amerikanen Europese bedrijven naar de VS, op een heel ongelukkig moment. ‘Europa heeft te maken met een grote energiecrisis. Gas- en olieprijzen gaan door het dak. En dan gaat Amerika ook nog eens subsidies geven aan zijn eigen industrie op een terrein waar Europa leiderschap wil tonen’, zegt Korteweg. ‘Frans Timmermans heeft weleens gezegd: op korte termijn worden olie en gas duurder, maar daarna wil iedereen onze nieuwe groene technologie hebben. En nu nemen de Amerikanen opeens het voortouw met de mokerslag van de IRA. Dat geeft veel irritatie.’
Dogma’s van vrijhandel terzijde
De IRA is opnieuw een bewijs van de voortvarendheid waarmee de zo broos ogende president Joe Biden te werk gaat. Amerika schuift de dogma’s van de vrijhandel terzijde met een wet die drie partijen bedient: de groene Democraten, het Republikeinse bedrijfsleven en de trumpistische nationalisten die verlangen naar een terugkeer van de industrie naar het Amerikaanse hartland, zodat gewone, ‘hardwerkende’ Amerikanen weer een goed betaalde baan kunnen vinden in een fabriek die dingen maakt waarop je trots kunt zijn.
De Verenigde Staten werden groot door hun industrie op te bouwen achter hoge tariefmuren. Pas na 1945, toen zij zelf oppermachtig waren en de rest van de wereld in puin lag, predikten zij vrijhandel. Vanaf de jaren negentig geloofden de Amerikanen in het ‘iPhonemodel’, zoals Le Monde schrijft: bedacht in Californië, gemaakt in China. Iedereen leek er beter van te worden. Amerika had de beste banen (onderzoek, marketing, financiën) en de grootste winst, China verhief zich uit de armoede en consumenten kregen relatief goedkope spullen. Maar China werd zo rijk dat het intussen als een bedreiging wordt beschouwd door de VS.
Naarmate de geopolitieke spanningen toenamen, besefte Amerika hoe kwetsbaar het was geworden omdat het nog maar weinig zelf maakte. Daarnaast namen de Amerikaanse verliezers van de globalisering wraak. De Amerikaanse verkiezingen worden beslist in swingstates als Pennsylvania en Michigan, de ‘gordel van roest’ waar de oude industrieën zijn verdwenen.
Daarom is het ook onder Joe Biden America First, net als onder zijn voorganger Donald Trump. Het Amerikaanse neoprotectionisme zet Europa voor het blok. Het kan niet met gelijke munt terugbetalen omdat het voor zijn veiligheid afhankelijk is van de Amerikanen, zoals de oorlog in Oekraïne nog eens heeft onderstreept.
Bovendien is de Europese economie sterker afhankelijk van handel en export dan de Amerikaanse. De VS kunnen zich veel gemakkelijker op zichzelf terugtrekken dan de EU. Het ligt veilig tussen twee oceanen en heeft een grote eigen energievoorraad, waardoor energie er structureel goedkoper zal blijven dan in Europa. Europa heeft de rest van de wereld nodig, voor zijn handel, zijn energie en grondstoffen.
Tot dusverre toonden de Amerikanen zich niet onder de indruk van de Europese bezwaren tegen de IRA. Als jullie zo bang zijn, moeten jullie je eigen industrie maar subsidiëren, zei de Amerikaanse handelsgezant Katherine Tai. Maar staatssubsidies verstoren de interne Europese markt waarop bedrijven uit alle lidstaten – groot, klein, rijk, arm – eerlijk moeten kunnen concurreren. Als staatssteun op ruime schaal wordt toegestaan, krijgen bedrijven uit de landen met de diepste zakken een overwicht.
Tijdens de coronapandemie werden de Europese regels voor staatssteun al versoepeld. Maar liefst 77 procent van de aanvragen werd gedaan door Duitsland en Frankrijk. Italië vroeg slechts 6 procent, omdat het vanwege zijn schuldenlast maar een beperkte budgettaire ruimte heeft. Die scheefgroei moet dan weer worden gecompenseerd met een Europees fonds waarvan vooral de arme lidstaten profiteren.
De grote zwakte van Europa is zijn complexiteit, zegt geopolitiek analist Alex Krijger, die bedrijven adviseert over politieke risico’s. Er zijn niet alleen Europese regels, maar ook de regels van de 27 lidstaten. ‘De ondernemers die ik spreek, zeggen: we hoeven geen bakken met geld, maar maak de regels eenvoudiger en betrouwbaar. De meeste winst is te behalen met een Europese Bureaucracy Reduction Act’, aldus Krijger.
‘Er zijn honderden regelingen’
Waterstofbedrijf Nedstack in Arnhem doet mee aan een Important Project of Common European Interest (IPCEI), waardoor het steun van de Nederlandse staat mag krijgen. ‘Daardoor kunnen we stappen maken’, zegt commercieel directeur Jogchum Bruinsma. ‘We gaan nu de fase van industrialisatie in. Op dit moment kunnen we per dag 10 megawatt aan stacks van brandstofcellen produceren, maar over vijf jaar willen we een fabriek hebben waar we 1.000 megawatt kunnen produceren.’
Maar ingewikkeld is het wel, zegt Bruinsma. ‘Als je Europese subsidie wilt hebben, ben je zo tweeënhalf jaar verder. Er zijn honderden regelingen: lokaal, regionaal, nationaal en Europees. Je ziet door de bomen het bos niet meer’, zegt hij.
De Europese leiders zullen deze week ongetwijfeld besluiten dat de regels simpeler moeten. Maar in de VS kan de federale staat belastingvoordelen toekennen, terwijl de EU 27 afzonderlijke lidstaten met een eigen belastingstelsel heeft. Ook Europa zal honderden miljarden mobiliseren, maar het is te langzaam en complex, vreest Rem Korteweg van Clingendael, waardoor het opnieuw een slag om innovatie dreigt te missen.
Geopolitiek analist Alex Krijger is optimistischer. Europa heeft geld, kennis, een grote markt. Dat wordt niet zomaar weggevaagd, ook niet door een Amerikaans subsidiepakket van historische omvang. ‘Ik denk dat de toekomst groener, eerlijker en veiliger zal zijn’, zegt Krijger. ‘Maar we gaan nu door een heel disruptieve periode door corona, het klimaat, de oorlog in Oekraïne. Zij zeggen als het ware: word volwassen, Europa! We zijn verslaafd geraakt aan de afhankelijkheid van anderen. We hebben onze veiligheid, energie en industrie uit handen gegeven aan Amerika, Rusland en China. Nu worden we gedwongen cold turkey af te kicken. Dat is niet fijn. Maar als je het doet, is er weer perspectief.’