Strenge dieselnorm EU stuit op Duits nee
Nieuwe dieselwagens mogen nog jarenlang de Europese uitstootlimiet voor het schadelijke stikstofoxide (NOx) met 200 tot 300 procent overschrijden. Uit hun vertrouwelijke standpunten die de lidstaten in Brussel hebben neergelegd, blijkt dat autoproducerende landen als Duitsland, Frankrijk en Italië zich nauwelijks iets aantrekken van de ophef rond het Volkswagenschandaal.
Tekenend is de brief van de Duitse regering waarin ze begrip vraagt voor de auto-industrie en benadrukt dat diesels niet uit het straatbeeld mogen verdwijnen. Nieuwe emissie-eisen moeten 'technisch haalbaar en leverbaar zijn' voor de autofabrikanten. 'Grondigheid gaat boven snelheid', waarschuwt Berlijn. Volgende week zullen de autolanden een nieuw emissievoorstel van de Europese Commissie - dat volgens Nederland en partijen in het Europees Parlement niet ver genoeg gaat - als te vergaand wegstemmen.
Te voortvarend
GroenLinks-europarlementariër Eickhout noemt de opstelling van Duitsland 'om te huilen'. 'Berlijn steekt zijn kop in het zand. Zonder argumenten wordt de NOx-norm - die in Europa met 80 mg/km toch al twee keer zo hoog is als in Amerika - verder versoepeld. Duitsland heeft nog steeds niet door dat dieseltechnologie verleden tijd is.'
In mei dit jaar besloten de lidstaten een eind te maken aan de bestaande gekunstelde manier (in een laboratorium) om de uitstoot van stikstofoxide (NOx) te meten. Een nieuwe test meet de uitstoot tijdens het feitelijke rijgedrag. Als die nu wordt toegepast op nieuwe dieselmodellen, blijkt dat die vier tot zeven keer de NOx-norm overschrijden. De Commissie stelt daarom een geleidelijke invoering voor: tot 1 september 2017 blijft de oude test van kracht; tussen september 2017 en september 2019 geldt de nieuwe test, maar mogen auto's de norm met 60 procent overschrijden; daarna is enkel een 'technische overschrijding' (onnauwkeurigheidsmarge) van 20 procent toegestaan.
Duitsland vindt dit veel te voortvarend en stelt dat emissieregels voor de overgangsfase nadere studie vergen. Voor de langere termijn (vanaf eind 2019) acht Berlijn een overschrijding van de EU-norm met 40 procent noodzakelijk. Italië, Frankrijk, Hongarije, Tsjechië en Slowakije willen tot zeker eind 2019 een extra uitstoot van 200 tot 300 procent toestaan, daarna maximaal 200 procent.
'Ernstig gezichtsverlies'
Nederland en Zweden zijn de enige lidstaten die de Commissie steunen in een ambitieuzere aanpak. Staatssecretaris Mansveld (Milieu) wil dat de nieuwe uitstoottest vanaf 1 januari 2016 wordt ingevoerd waarbij alleen voor onvolkomenheden in de meettechniek een extra NOx-uitstoot van 20 procent is toegestaan. Nederland heeft geen auto-industrie maar kampt wel met hoge concentraties NOx, die schadelijk zijn voor de gezondheid.
Volgende week maandag bespreken de Milieuministers de emissiekwestie, twee dagen later wil de Commissie een besluit afdwingen bij de testexperts van de lidstaten. De Commissie overweegt haar voorstel te versoepelen uit vrees dat de autolanden een aanzienlijk zwakker plan op tafel leggen. Betrokken EU-ambtenaren voorspellen in dat geval 'ernstig gezichtsverlies voor de Commissie'.
Duitsland wil wel dat het toezicht verbetert op de nationale instanties die bepalen of een nieuwe automodel op de Europese wegen wordt toegelaten. Hoe dit moet gebeuren, maakt Berlijn niet duidelijk. Europees Commissaris Bienkowska (Interne Markt) stelde onlangs Europees toezicht voor op de nationale keurders (RDW in Nederland), een idee dat de lidstaten kort daarop in de prullenbak gooiden. Het Europees Parlement pleit voor een Europees keuringsinstituut.
