Straks kunnen we ook supermensen maken
Embryo’s worden op afwijkingen gescreend. Mensen slikken pilletjes voor de concentratie. Een Viagra voor het brein is niet meer ver weg....
In de toekomst zullen we allemaal Superman zijn. Onze intelligentie zal reeds in de baarmoeder worden opgevijzeld door genetische manipulatie. Misschien kunnen we op die manier ook wat socialer en moreel wijzer worden gemaakt. Voor deze ‘postmenselijke’ mens is het leren van Sanskriet of het bouwen van een raket een fluitje van een cent. De benodigde kennis wordt gewoon gedownload in de hersenen, die zijn uitgebreid met een geïmplanteerd werkgeheugen. We hebben alle tijd om hiervan te genieten: straks worden we 200 of 400 jaar oud, omdat we het verouderingsmechanisme steeds beter kunnen bestrijden.
Het is sciencefiction, maar in kringen van ‘transhumanisten’ wordt er serieus over gedebatteerd. Nick Bostrom, hoogleraar filosofie aan de Universiteit van Oxford, is een voorvechter van het transhumanisme. Binnenkort spreekt hij in Amsterdam op de conferentie What’s Next for the West – Beethoven meets Superman, georganiseerd door het Nexus Instituut. Ludwig von Beethoven geloofde in een beschavingsideaal waarin de kunstenaar de mensheid naar een hoger plan zou tillen. Dit ideaal is danig verwaterd, maar kan de wetenschap het stokje overnemen? Of is Superman het zoveelste voorbeeld van hoogmoed?
Op de conferentie zal Bostrom in debat gaan met Michael Sandel, hoogleraar filosofie aan de Harvard Universiteit. Onder president Bush jr. was Sandel lid van de President’s Council on Bio-Ethics, maar hij is geen neoconservatief of vertegenwoordiger van christelijk rechts. Veeleer geldt hij als een linkse denker die sterk de nadruk legt op gemeenschapswaarden. Sandel schreef het boek A Case Against Perfection, waarin hij fel stelling neemt tegen de idee dat de mens ‘beter dan goed’ gemaakt kan worden. Biomedische technieken moeten worden gebruikt om zieke mensen te genezen, vindt hij, niet om gezonde mensen te ‘verbeteren’.
Natuurlijk, Superman is voorlopig fantasie. Maar voordat we het transhumanisme afschrijven als toys for the boys: in sommige opzichten zijn we al een aardig eind op weg. Psychofarmaca tegen depressie en ADHD hebben een enorme vlucht genomen. In de Verenigde Staten wordt ritalin ook steeds vaker geslikt door gezonde mensen, bijvoorbeeld studenten die zich op een tentamen willen concentreren. Een op de vijf wetenschappers schijnt weleens een pilletje te slikken om het geheugen en de concentratie te bevorderen. In de toekomst zullen nieuwe geneesmiddelen tegen alzheimer waarschijnlijk worden verkocht als ‘viagra voor het brein’.
Embryo’s worden al routinematig gescreend op het syndroom van Down en andere genetische afwijkingen. Ook deze ontwikkeling zal steeds verder gaan. Nick Bostrom verwacht dat het ooit mogelijk zal zijn om het embryo ook in positieve zin te manipuleren. Baby’s zullen ter wereld komen met een sterke aanleg voor intelligentie, sociaal gevoel of creativiteit, al naar gelang de wensen van de ouders.
Bioconservatisme
Het is overigens de vraag of complexe verschijnselen als intelligentie zich zo gemakkelijk laten sturen. Superman is bovenal een filosofisch gedachtenexperiment. Is het een goed idee om de mens technologisch op te voeren? Volgens Bostrom moeten we deze kans niet laten liggen uit angst en bioconservatisme: ‘Natuurlijk zal de mens nooit perfect worden, maar we kunnen wel stappen in de goede richting zetten.’
‘In veel opzichten zal de mens altijd machteloos blijven staan tegenover het lot. Maar waarom zouden we de voorkeur geven aan een leven dat wordt geregeerd door willekeur en toeval boven een leven dat we zelf zo veel mogelijk kunnen controleren?’
Volgens Sandel verliest de mens echter zijn ‘openheid tegenover het ongevraagde’ als hij meent zijn hele bestaan te kunnen controleren. Ons leven wordt ons geschonken, zegt hij. Onze talenten zijn niet onze eigen verdienste, maar het resultaat van een genetische loterij. Sandel: ‘Stel dat je bijvoorbeeld een groot talent voor sport hebt. Dat heb je gekregen. Daardoor kun je verder komen dan anderen, ook al spannen die zich even hard in als jij.’
Onze levensloop wordt in hoge mate bepaald door toeval. Het is een gevaarlijke illusie te denken dat het menselijk tekort kan worden opgeheven, vindt Sandel. Hoe meer we geloven ons lot te kunnen beheersen, hoe slechter we bestand zijn tegen tegenslag. We worden geen Superman, maar een prinses op de erwt.
Bovendien ondermijnt het opvoeren van mensen de onderlinge solidariteit, aldus Sandel. Maatschappelijke verliezers zijn geen pechvogels meer, maar sukkels die onvoldoende hebben geïnvesteerd in de perfectionering van zichzelf. Voor zwakken en gehandicapten is geen plaats meer. Nu al wordt ouders van kinderen met Down soms gevraagd waarom ze hun kind niet hebben laten weghalen.
Ouderliefde
Toeval is essentieel in de band tussen ouders en kinderen, meent Sandel. Ouderlijke liefde is een mengsel van ‘transformerende liefde’ en ‘accepterende liefde’. Ouders proberen hun kind te modelleren naar hun eigen idealen. Maar tegelijkertijd houden ze zielsveel van hun kind, ook als het gehandicapt is, ondermaats presteert of anderszins achterblijft bij de verwachtingen.
Als kinderen als genetisch bouwpakket samengesteld kunnen worden, gaat die accepterende liefde verloren, vreest Sandel. ‘Het kind wordt een product, het verlengstuk van de ambitie van zijn ouders. Zo wordt een baby een onderdeel van de consumptiemaatschappij. Net alsof we een auto bestellen en onze wensen specificeren: we willen een cabrio met stuurbekrachtiging. Als hij niet goed is, sturen we hem terug. Dat krijg je ook als je de karaktertrekken van je kinderen kunt bestellen’, zegt Sandel.
Bostrom vindt de kritiek van Sandel speculatief en weinig rationeel. ‘Zijn idee dat het leven een geschenk is, snijdt alleen hout als je in God gelooft’, zegt hij. ‘God wil je natuurlijk niet voor het hoofd stoten door kritiek op zijn geschenk te leveren. Maar als je gelooft dat het leven je door de natuur in de schoot wordt geworpen, waarom zou je het dan niet mogen veranderen?’
Niettemin voelen veel mensen een intuïtieve afkeer van Superman. Ze vinden het ‘onnatuurlijk’ om zo sterk in te grijpen. De mens zou ‘voor God spelen’. Voor Bostrom is het een zwak argument. ‘De mens zet de natuur al op allerlei manieren naar zijn hand. Kanker en malaria zijn ook natuurverschijnselen’, zegt hij. ‘Het streven om de natuur te beheersen is typisch menselijk. We proberen de grenzen te verleggen.’
Ook het verschil tussen een therapie tegen ziekte en het ‘verbeteren’ van gezonde mensen is heel betrekkelijk, vindt Bostrom. ‘Vaak is dat onderscheid helemaal niet zo gemakkelijk te maken. Is vaccinatie een therapie of een verbetering van het immuunsysteem?’.
Bovendien proberen mensen zich op talloze manieren te verbeteren. Ze trainen zich suf om een marathon te lopen. Ze studeren hard, zodat ze niet alleen een diploma halen, maar ook hun cognitieve vermogens verder ontwikkelen. ‘We proberen kinderen slimmer te maken door ze goed onderwijs te geven. Maar stel dat je ze ook slimmer zou kunnen maken door een technologische ingreep. Waarom zou dat niet mogen?’
Intelligentie
Volgens sommigen zou dat slechts tot een wedloop in intelligentie leiden. Als iedereen slimmer wordt, schiet je er als individu weinig mee op. Bostrom: ‘Intelligentie is voor een deel belangrijk om maatschappelijk iets te bereiken. In die zin schiet je er niets mee op. Maar intelligentie heeft ook intrinsieke waarde. Mensen kunnen een rijker leven leiden als ze meer cognitieve vermogens hebben.’
Voor Bostrom is het vooral belangrijk dat nieuwe technologie voor iedereen beschikbaar is. Maar volgens Sandel zit de wereld anders in elkaar. De maatschappelijke ongelijkheid zal alleen maar toenemen, omdat de beter gesitueerden meer zullen profiteren van deze nieuwe ontwikkelingen: ‘Uiteindelijk is het vooral een manier om je eigen kinderen een competitief voordeel tegenover anderen te bezorgen.’
Ook de Australische filosoof Peter Singer, die op zichzelf geen kwaad ziet in het opvoeren van de mens, vreest voor toenemende ongelijkheid. Zelfs al zouden de nieuwe technologieën in de westerse wereld eerlijk worden gedeeld, dan nog zou de kloof met arme Afrikaanse en Aziatische landen toenemen.
Natuurlijk is Superman op dit moment ver weg. Maar ideeën over de maakbare mens kunnen een grote culturele invloed hebben. Uit onderzoek blijkt dat antidepressiva nauwelijks effectiever zijn dan placebo’s. Toch hebben middelen als Prozac sterk bijgedragen aan het beeld van een maakbare mens die zijn levensproblemen langs chemische weg kan oplossen.
Met Bostrom en Sandel botsen twee mensbeelden. Bostrom gelooft in de scheppende mens, die zich van andere dieren onderscheidt door zijn meesterschap over de natuur. Sandel erkent de menselijke creativiteit, maar waarschuwt voor hubris, voor de hoogmoed van een mens die zijn beperkingen niet meer wil zien. Sandel: ‘De idee dat de mens de natuur moet beheersen om menselijk te zijn, is een valse idee van vrijheid. Meesterschap over de natuur is geen doel op zich. Meesterschap is goed om bijvoorbeeld ziekten te overwinnen. Maar het is niet noodzakelijkerwijs goed. De atoombom is ook een vorm van heerschappij over de natuur. We moeten kijken waar ons meesterschap toe leidt, of het in overeenstemming is met onze morele waarden.’