Stop de ramsj, maak vaste boekenprijs echt vast
De vaste boekenprijs is gunstig voor uitgevers en boekhandels, maar niet voor de auteurs. Maak de boekenprijs daarom echt vast, vindt Pauline van de Ven....
De Wet op de Vaste Boekenprijs schept voor elk boek een klein monopolie. Uitgevers en boekhandels reageren erop door hun promotiebudgetten te richten op het maken en in stand houden van bestsellers. Dat uit zich in een wijdverspreide selleritis met hitlijstjes en verkiezingen van beste boeken van de week, van de maand, van het jaar, beste boeken ooit. Het gevolg is een vervlakking van het leesgedrag: steeds meer mensen lezen steeds minder titels. Het aantal megasellers met een omzet boven 100.000 exemplaren steeg van 5 in 2004 naar 22 in 2008.
De tweede bijwerking is chronische overproductie. Die ontstaat doordat de prijs rotsvast is zolang er winst te behalen valt, maar op grote schaal wordt ontdoken als dat niet het geval is. Officieel mag een boek na één jaar worden verramsjt, maar het is een publiek geheim dat overschotten van een pennenstreep worden voorzien en als ‘licht beschadigd’ worden geloosd via outlets als www.boekenkraam.nl (‘Prachtige boeken. Tot 80 procent korting!) en op boekenbeurzen en uitmarkten. Een boek kost gemiddeld 1,5 à 2 euro om te maken en de vaste prijs bedraagt het zes- tot achtvoudige, dus ook op ‘licht beschadigd’ en ramsj valt nog winst te maken. Overschotten kunnen snel en pijnloos worden geloosd. De productie blijft steken in chronische overproductie. Nederland verramsjt en verpulpt ruim 10 miljoen boeken per jaar, bijna een kwart van alles wat er voor de boekhandel wordt gedrukt.
Voor de boekhandel opent een aanbod dat ruwweg twee keer zo groot is als de schapruimte het perspectief op retailmarketing. Een plaats op tafel, naast de kassa, in de etalage, een winkelruit voor een affiche – voor alles moet bij de grote ketens en bij een groeiend aantal zelfstandige boekhandels worden betaald.
Volgens een zeldzame inventarisatie (Boekblad, 18 augustus 2005) kostte drie weken op stapel liggen bij de huidige Selexyz in 2005 al 1.250 euro. Een plaats in de etalage bij de BGN-groep 1.500 euro en bij de AKO 1.150 euro (per winkel, per week).
De consument betaalt natuurlijk teveel voor boeken op het prijsgecontroleerde deel van de markt, maar profiteert van een omvangrijk ramsjaanbod dat de gemiddelde prijs in 2007 drukte naar 12 à 13 euro (Marktonderzoek Gfk, 2007). Lastig is dat er buiten het sellergebied geen match meer is tussen consument en boek. Kranten, tijdschriften en andere media kunnen maar een fractie van de aanbodlawine bespreken. Van elke tien boeken die erkende uitgeverijen uitbrengen, blijven er ruim negen onbesproken; een samenhangend overzicht ontbreekt volledig.
De auteur ontvangt over verramsjte boeken geen cent royalty. Tegelijk is op dat deel van de markt waar de vaste boekenprijs heerst, de spoeling historisch dun geworden. Uitgeven is een loterij zonder nieten geworden waar met veel auteurs een gokje op de hoofdprijs wordt gewaagd.
Het is waar dat velen een kans krijgen om te publiceren die ze vroeger niet zouden hebben gehad, maar de kans om te worden gelezen is voor de beroepsgroep als geheel gezakt naar een dieptepunt. Professionele auteurs in de categorie niet-bestseller-schrijvers verdienen gemiddeld nog maar 5000 euro bruto per jaar aan het schrijverschap (onderzoek van de Stichting Fonds voor de Letteren, 2007). Het is verrassend dat iedereen het vanzelfsprekend lijkt te vinden dat schrijvers droog brood eten in dit kleine taalgebied, maar dat niemand zich afvraagt hoe het dan toch komt dat uitgeven en handelen in datzelfde kleine taalgebied zo buitengewoon profijtelijk is.
Ook immaterieel is er schade. Een boek is een afspiegeling van de schrijver, een stuk van hem- of haarzelf. De roulette van gokken en doordraaien, is pijnlijk en on-ethisch. Als we het doordraaien van tomaten afkeuren, hoe kunnen we het doordraaien van scheppend werk dan toejuichen?
Een laatste effect van de overschotten is dat de drukkers zich niet goed kunnen ontwikkelen. De jonge techniek van Printing on Demand (PoD) maakt het mogelijk om boeken in ultrakleine oplages te maken, desnoods per stuk, in een kwaliteit die vergelijkbaar is met offset. Het is een technisch vernuftige en milieuvriendelijke druktechniek die voorraden overbodig maakt. Een stap vooruit in de evolutie van het drukproces. Maar zolang ramsjen en verpulpen goedkoper is, zal het hier geen kans krijgen.
Geen weldenkend mens zal een markt met een aanbodoverschot dat zo systematisch talent verspilt en dat schrijvers onder het bestaansminimum drukt, dat een groot deel van de literatuur degradeert tot een milieuvervuilend seizoensproduct en waar boek en lezer elkaar zijn kwijtgeraakt, ‘gezond’ noemen. Moeten we de vaste boekenprijs dan maar afdanken? Misschien. Verschillende landen hebben daarvoor gekozen. We zouden eerst kunnen proberen iets aan de bijwerkingen te doen en dan nog eens evalueren. De richting ligt voor de hand.
Als uitgevers de vaste prijs alleen nog bij surséance of faillissement mogen loslaten, zodat de vaste boekenprijs écht vast wordt, zal overproductie geld gaan kosten. Uitgevers zullen strenger gaan selecteren, de spoeling voor auteurs zal minder dun worden, de ramsj zal een minder grote hap uit hun inkomen nemen, en nieuwe druktechnieken kunnen een kans krijgen.