Stemadvies
Opeens haalt de operazangeres de hoge A niet meer. Zanglerares Margreet Honig ( 75 ) over hoe dat kan, en hoe je het oplost.
'Ik vraag ze weleens: 'Waar zit je stem eigenlijk?' Dan wijzen ze op hun mond of op hun strottenhoofd. Misverstand! Je stem zit in je adem. Adem is alles. Zingen begint en eindigt bij het beheersen van je ademhaling.
'Ik krijg grote tenoren langs bij wie de stem hun hele leven vanzelf leek te komen. Van de ene op de andere dag zijn ze het kwijt. Ze weten niet meer hoe ze omhoog moeten komen met hun stem. Hij kikt, hij gaat van eheheh. En dan zijn ze over twee maanden geboekt in de Metropolitan Opera in New York. De stress die dat oplevert is enorm. Dan zeg ik: misschien moet je de Met afzeggen.
'De stem is een magisch instrument. Een pianist, blazer en strijker moet jaren aan zijn techniek werken. Maar je kunt worden geboren met een gouden keel. Een bariton als Dietrich Fischer-Dieskau, die zong zo klein, zo voor in de mond. Technisch begrijp ik daar niets van, maar zijn geluid is prachtig.
'Belangrijke les: je mag als lerares nooit een stem verpesten met rigide opvattingen over Hoe Het Hoort. Toen ik als meisje naar het conservatorium ging, had ik een spontane, intuïtieve stem. Maar mijn zanglerares van toen vond dat ik anders moest klinken. Ergens in dat eerste lesjaar ben ik mijn spontane klank kwijt geraakt. Dat was een dramatische ervaring. Misschien dat ik daarom wel later in mijn zangcarrière besloot om zelf les te geven.
'Goed leren zingen is ongelooflijk moeilijk. Je moet aan zo veel dingen tegelijk denken. En daarnaast is het lichaam je instrument. Als dat zich niet goed voelt, wreekt zich dat in het keel. Tegelijkertijd, dat is het paradoxale, zijn er mensen die geen enkele kennis van techniek hebben, maar een geweldige klank. Ze gaan van applaus naar applaus, jarenlang. Totdat de stem protesteert. En dan weten ze niet wat ze fout doen. Want ze hebben nooit geweten wat je doet als je zingt.
'Dan komen ze bij mij.
'Zingen is om te beginnen heel erg lekker. Het vergt een ongelooflijk samenspel van bijna al je spieren. Door je inademing te reguleren kun je een constante energiestroom door je lichaam laten lopen. Een getraind zanger gebruikt zijn ribspieren, zijn buikspieren, het middenrif. Je moet goed op je benen staan, niet inzakken. Dat je zelden zangers van boven de 65 ziet, komt doordat de spieren te slap worden. Dat tast de stem aan.
'Geen twee leerlingen kun je iets op dezelfde manier leren, behalve dan dat ik hecht aan humor en plezier in het zingen. Ik probeer het licht te houden voor de studenten. Hun instrument is verbonden aan de psyche. Het is soms lastig als ik iemand krijg die zijn klank kwijt is, maar ook in de knoop zit. De verleiding ligt op de loer om zijn persoonlijk leven erbij te betrekken, maar ik heb dramatische voorbeelden gezien van zangleraren die de therapeut spelen. Niet doen. Hoogstens zeg ik: je moet iemand zoeken om te praten. Bij mij wordt alleen gezongen.
'De meeste zangers halen te veel lucht naar binnen. Dat werd ze vroeger geleerd: zorg dat je voldoende ademsteun hebt! Je ziet zangers die scheppen lucht naar binnen halen. Te veel. Het overschot kun je niet kwijt. Dan blijf je adem onderin zitten, die probeer je eruit te drukken. Dan gaat die stem sputteren: echeche. Gedoseerd en flexibel ademen is belangrijk. Zoveel adem als je nodig hebt om uit te komen met je frasen, niet bang zijn dat je zonder lucht komt te zitten.
'Het risico van iemand die zingt zonder ooit over techniek na te denken, is dat de stem op een gegeven moment protesteert. De gevreesde knobbels op de stembanden. Het is irritatie, dat gaat schuren, bloeden. Er ontstaat totale paniek. Dit gaat over artiesten met enorme reputaties. Twee keer falen op een groot podium is funest voor hun naam. Ik kan die knobbels wegkrijgen, puur met oefeningen. Maar niet in twee maanden. En dat is soms lastig. Want er wacht altijd een volgend concert.
'De stembanden, de basis van alles, zijn maar twee kleine spiertjes eigenlijk. Daar gaat je adem langs. Geluid produceer je wanneer je de stemband sluit of je de spiertjes laat trillen. Doe eens ee, aa of een oo, de attack van de toon. Dan sluiten de stembanden. De medeklinkers d, l, c, maak je met de punt van je tong. Ik probeer mijn studenten in te prenten: houd de stem smal, waaier niet te breed uit met de oo en aa. De adempijp is een smal orgaan. Anders blaas je zo maar alle noten weg.
'Ze zeggen dat stembanden van de lyrische sopranen korter zijn dan van een dramatische sopraan of mezzo's. Een kno-arts kan denk ik wel het verschil zien tussen de stembanden van Anna Netrebko - echt een dramatische sopraan - en Renée Fleming - lyrisch, die komt veel fijner omhoog. Tenoren zijn vaak korte mannetjes, bassen zijn altijd lang. Maar je moet oppassen met generalisaties. De stem is onvoorspelbaar.
'Als iemand bij mij komt omdat ze de hoge A in een dierbare aria niet meer haalt, probeer ik het daar niet de hele tijd over te hebben. Er is vaak al een dirigent tegen hen uitgevallen omdat ze onzuiver waren. Ik laat ze oefenen: ribspieroefeningen, ademhalingsoefeningen, tai chi, zen. Op een goede dag ga ik achter de piano zitten en speel die aria. Zij haalt die hoge A makkelijk en stopt verbaasd: 'Heb je hem getransponeerd, een toon lager gezet?' Ik kan helemaal niet transponeren, zeg ik. Dan zie je langzaam die blijdschap komen op hun gezicht. Dat de A weer terug is. Dat is zo'n heerlijk moment.'
undefined
CV MARGREET HONIG
Amsterdam, 1938. Na haar studie aan het conservatorium van Amsterdam specialiseerde ze zich in Parijs bij Pierre Bernac in het Franse liedrepertoire. Sinds begin jaren negentig legt ze zich toe op de pedagogische aspecten van het zingen. Ze geeft masterclasses aan onder meer het conservatorium Amsterdam en interpretatiecursussen door heel Europa en de VS.
undefined