analysebesmettingen
Steeds meer besmettingen in Nederland, waar zit het lek?
Ongeveer zeven op de tien keer lukt het niet te achterhalen waar een besmetting met het coronavirus precies is ontstaan. Waar vinden die besmettingen dan wel plaats?
Het gebeurde vorige week nog in het LUMC. Een academisch ziekenhuis nota bene, een ‘uiterst gecontroleerde omgeving’, zegt hoogleraar epidemiologie Frits Rosendaal (LUMC). En toch waren er op de afdeling heelkunde opeens zes medewerkers met het coronavirus. ‘Zelfs daar lukte het niet te achterhalen wie het virus heeft binnengebracht.’
En dat gebeurt vaker. Ondanks het bron- en contactonderzoek van de GGD’s, lukt het zo’n zeven op de tien keer niet om te achterhalen waar de positief geteste het virus heeft opgelopen, bleek dinsdag andermaal uit de nieuwe weekcijfers van het RIVM. ‘Gemeenschapsoverdracht’, is de vakterm voor dat aandeel onverklaarde besmettingen, dat bij alle epidemieën een rol speelt.
Maar zo’n virus komt natuurlijk niet uit het niets. Wat zien we over het hoofd? Drie mogelijke verklaringen op een rij.
1. Meer van hetzelfde
Van alle besmettingen waarvan de achtergrond wél bekend is, vindt het leeuwendeel plaats thuis tussen huisgenoten (54 procent), tussen familieleden (9 procent), vrienden (8 procent) en op het werk (9 procent). En nu de maatschappij weer opengaat, stijgt ook het aantal besmettingen in de horeca (6 procent), op de sportclub (3 procent) en op reis (6 procent).
Volkomen aannemelijk dat ook de onbekende besmettingen ongeveer dat patroon volgen, zegt desgevraagd Aura Timen, hoofd van het Centrum Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding. Het lukt nu eenmaal niet altijd om het precieze moment van overdracht te achterhalen. Omdat men op meerdere plekken in nauw contact met anderen is geweest, of bijvoorbeeld omdat men niet wist dat er een geïnfecteerde in de buurt was.
Dat laatste weerspiegelt een onhebbelijkheid van het virus: haast de helft van de mensen die ermee rondloopt, heeft dat helemaal niet in de gaten, bleek onlangs nog uit cijfers van bloedbank Sanquin. Herkomst onbekend, als zo iemand het virus op u overdraagt.
2. Pechgevallen
Vast staat dat het nieuwe coronavirus, zoals alle luchtwegvirussen, het vaakst zijn slag slaat bij ‘intensief’ contact van langer dan een kwartier op minder dan anderhalve meter. Zo bereiken de zwaarste speekseldruppeltjes vol virus u het best.
Na de uitbraak van sars, voorganger van het huidige virus, turfden onderzoekers in Toronto de besmettingskans na 8.662 contactmomenten van een virusdrager met anderen. Een halfuur op minder dan een meter afstand van een geïnfecteerde verkeren, vergroot de kans op besmetting twintig keer, bleek daaruit. En uit een analyse in The Lancet, gebaseerd op honderden infecties met het nieuwe coronavirus, bleek dat de kans op besmetting in de buurt van een geïnfecteerde afneemt van 12,8 procent vlakbij, tot 1,3 procent op twee meter afstand.
Maar dat wil niet zeggen dat de kans op besmetting bij vluchtig of meer afstandelijk contact dus nul is. Epidemioloog Arnold Bosman denkt aan een wonderlijke uitbraak vorige maand in een Starbucks in Zuid-Korea: een vrouw besmette er 27 bezoekers, onder wie een student die alleen maar langs haar was gelopen. ‘Ik denk aan dat soort momenten. In de trein, in het winkelcentrum, plekken waar toch even een neveltje blijft hangen’, zegt Bosman.
En nu het openbare leven weer op gang komt, kunnen die kleine kansen zich vertalen naar forse aantallen. Van de toevallige passant in de supermarkt tot andere sporters op het sportveld: per ontmoeting mag de besmettingskans dan miniem zijn, bij honderdduizenden ontmoetingen per dag wordt het gevaar op overdracht ineens reëel. Waarbij niet meehelpt dat 9 op de 10 mensen met corona-achtige klachten gewoon nog naar de winkel gaat en haast de helft naar het werk, zoals deze week bleek uit RIVM-onderzoek.
3. De x-factor
Nog een deel van de besmettingen zal plaatsvinden op illegale feesten en bijeenkomsten, waarover men tegen de GGD niets zegt. En verder? Wie weet. Naar het onbekende is het immers lastig zoeken.
Eigenlijk zou het RIVM een taakgroep moeten opzetten om gemeenschapsoverdracht in detail te onderzoeken, vindt Bosman. In 1999 was hij betrokken bij het onderzoek naar een beruchte uitbraak van legionella, op de Westfriese Flora in Bovenkarspel (28 doden). Aanvankelijk leek er geen duidelijk verspreidingspatroon zichtbaar.
Totdat men de beursvloer in vakjes verdeelde en het bloed van de standhouders onderzocht op kleine beetjes antistoffen tegen legionella. ‘We zagen een soort weerkaart, compleet met pluimpjes die de luchtstroom richting de uitgang aangaven’, herinnert Bosman zich. De les: diepgravend onderzoek en het uitwisselen van gedetailleerde gegevens hebben wel degelijk zin om een uitbraak te begrijpen.
Rosendaal wijst erop dat in elk geval het testen sneller moet. Uit zijn directe omgeving kent hij mensen die pas na dagen terecht konden voor een coronatest in de teststraat. ‘Dan kunnen we er net zo goed wel mee ophouden’, vindt hij.
Met medewerking van Serena Frijters
Ruim 1.800 besmettingen meer gemeld dan vorige week, minder sterfte
Deze week is het aantal gemelde besmettingen fors hoger dan een week eerder, meldt het RIVM.
Teststraten overbelast, maar straks voorrang voor leraren, agenten en het zorgpersoneel
Leraren, agenten en zorgpersoneel moeten voorrang krijgen bij een coronatest. Dat dwong de Tweede Kamer donderdag af. Terwijl uit nieuwe cijfers van de GGD’s blijkt dat teststraten nu al fors overvraagd worden.
Opeens zijn er meerdere vaccins in zicht. Maar hoe veilig zijn die?
De ontwikkeling van vaccins tegen corona gaat zo voorspoedig dat we de eerste misschien dit jaar al mogen verwachten, klonk het deze week uit meerdere kelen. Zou het? En is dat nog wel een beetje veilig?
Krachtvelden tegen corona: waarom het virus op sommigen nauwelijks vat krijgt
Waarom wordt de een doodziek van corona, terwijl de ander nauwelijks wordt geraakt door een besmetting? En waarom breekt het virus soms door onze afweer heen? Een rondleiding langs de krachtvelden tegen corona, aan de hand van drie merkwaardige gevallen.