Stadshart gereanimeerd

Bij vergissing werd het centrum van Nijmegen in de Tweede Wereldoorlog plat gebombardeerd. Tijdens de wederopbouw was er vooral aandacht voor het verkeer, de intimiteit van weleer kwam niet terug....

door Ids Haagsma en Hilde de Haan

MISSCHIEN zweeft er ooit nog eens een kabeltram boven Nijmegen: gestroomlijnde roodblauwe wagons die aan dunne draden hangend de machtige rivier de Waal oversteken. Misschien moet dit futuristisch plan het afleggen tegen een minder ambitieus alternatief. Hoe dan ook: een tweede oeververbinding naast de Waalbrug uit 1936 zal er komen.

Nu aan de noordkant van de rivier de grote woonwijk de Waalsprong (zo'n twaalfduizend woningen) wordt gebouwd, is Nijmegen vast van plan om de binnenstad, aan de zuidkant, nu eindelijk eens grondig aan te pakken. Zodat zij ook aantrekkelijk wordt voor de inwoners aan de overkant.

De kabeltram vormt een onderdeel van een veel meer omvattend plan. Want al in de jaren zeventig van de vorige eeuw constateerde Nijmegen dat zijn binnenstad niet meer voldeed. De gebouwen verpauperden, de bewoners trokken weg, de winkelstand holde achteruit. Eind jaren tachtig besloot het gemeentebestuur tot drastische ingrepen. Samen met MBO, tegenwoordig ING Vastgoed, ontwikkelde de gemeente het plan Centrum 2000; een investering van ruim 900 miljoen gulden.

De eerste onderdelen van dit plan zijn al enige tijd gereed: het station kreeg een opknapbeurt en een nieuw plein en er verrezen nieuwe gebouwen, zoals museum Het Valkhof van architect Ben van Berkel. Het meest ingrijpend, naast de kabeltram, is echter het project dat op dit moment zijn voltooiing nadert: de herinrichting van het Mariënburgkwartier. Dit moet niet alleen een injectie zijn voor de winkels en het wonen in het centrum maar ook voor het culturele leven. Architectenbureau Soeters en Van Eldonk uit Amsterdam ontwierp het masterplan waarbij een van de rotste plekken uit het stadshart in één grote bouwstroom werd vervangen door een volstrekt nieuw beeld.

Nijmegen, dat zich graag afficheert als de oudste stad van Nederland, kreeg op 22 februari 1944 de klap die het nog steeds niet helemaal teboven is gekomen: een vergissingsbombardement van de Geallieerden. Dit veranderde de binnenstad in een puinhoop; bijna achthonderd mensen kwamen om. Langzaam werd de stad herbouwd, volgens de maatstaven van de jaren vijftig en zestig. Dat betekende dat de auto voorrang kreeg en dat de intimiteit van de vroegere stad verdween.

'De stad had een gebrek aan liefde voor zichzelf', duidt architect Jos van Eldonk de situatie die hij aantrof bij het aanvaarden van de opdracht. 'Dat komt vast door dat bombardement waarop men eigenlijk niet kwaad mocht zijn. Maar dat gebrek aan liefde was voor ons wel gunstig. Nijmegen had weinig bezwaar tegen ingrijpende veranderingen.'

Een van de belangrijkste kwesties die de architecten moesten oplossen, was dat de winkelstraten in het centrum geen circuit vormden; je kon er alleen maar heen en weer lopen en daarom werd, door de gemeente, om een dwarsverbinding tussen Burchtstraat en Ziekerstraat gevraagd. En het centrum moest veel levendiger worden, met meer woningen boven de winkels.

Sjoerd Soeters introduceerde toen in Nijmegen een vorm van stedenbouw die daar sinds de Tweede Wereldoorlog niet meer was toegepast. Tijdens de wederopbouw had de nadruk gelegen op het ontwerpen van afzonderlijke gebouwen. De ruimte daartussen was ongevormd, slechts bedoeld om het verkeer ruim baan te geven.

Soeters werkte precies andersom. Precies in de tijd dat hij in Nijmegen begon, werkte hij mee aan de Résident in Den Haag, waar onder leiding van Rob Krier een dichtbebouwde woon- en kantoorwijk werd gemaakt. Daar had hij geleerd hoe belangrijk het is om in de eerste plaats de openbare ruimte te ontwerpen. Deze moet een duidelijke aaneenschakeling zijn van goed vormgegeven straten en pleinen; de vorm van de gebouwen is daaraan ondergeschikt. Dat was uiteraard geen uitvinding van Krier: deze herontdekte slechts de regels die ten grondslag liggen aan oude steden. In Nijmegen waren die regels sinds de oorlog genegeerd.

Het ontwerp van Soeters betrof in hoofdzaak het gebied rond Mariënburg waarop de Middeleeuwse kapel en het arsenaal als enige het bombardement hadden doorstaan. Na de wederopbouw kwamen hier drie grote gebouwen: gemeentehuis, Sociale Zaken en politiebureau. De ruimte daartussen was sindsdien unheimisch: rommelige straten en een groot parkeerterrein. Dit gebied is nu omgetoverd tot een van de meest knusse en dichtst bebouwde delen van de stad. Het bolwerk van Sociale Zaken is gesloopt en het oude politiebureau is onzichtbaar weggewerkt. Het gemeentehuis is zorgvuldig in de nieuwbouw ingepast en komt goed tot zijn recht, zoals het via een nieuw, vriendelijk plein en een nieuwe steeg van verschillende kanten is te bereiken.

Een groot deel van de ruim 20 duizend vierkante meter bouwvolume die hier aan de stad is toegevoegd, staat aan de gloednieuwe Marikenstraat. Deze begint in de Burchtstraat waar bruut een gat in de bestaande bebouwing werd geslagen. Het resultaat is deze ingreep waard: het begin van het winkelcircuit is gemaakt.

De Marikenstraat is bovendien een heel bijzondere straat geworden. Het opvallendste is dat hij een niveauverschil van vier meter overbrugt, wat de architecten hebben aangegrepen om de winkelstraat twee niveaus te geven. Het laagste begint bij het Mariënburgplein en vormt de middenas van de straat. Het hoogste niveau vangt aan in de Burchtstraat en zet zich voort aan beide kanten terzijde van dit midden. Dat levert een dubbele winkelstraat op, een constructie die wel vaker wordt toegepast als beleggers het rendement van hun investeringen willen maximaliseren. Meestal mislukt dat, maar hier heeft het kans van slagen.

Dat komt niet alleen door de paarse bruggetjes, van Soeters zelf, die de overzijden van het hoge niveau op vele plaatsen verbinden. Het komt vooral doordat de straat zo voorbeeldig in de stad is ingepast dat Nijmegen hem nu al in het hart sluit. De licht gebogen loop van de straat is daarbij even belangrijk als de architectuur: beide bieden de wandelaar de plezierige ervaring dat hij bij ieder stap iets anders ziet.

Het Mariënburgplein kreeg, ook volgens de aloude regels van Krier, een hogere bebouwing dan de Marikenstraat. Een imposant rijtje staat daar naast elkaar, elk met zijn eigen monumentale gevel naar ontwerp van Van Eldonk: respectievelijk gemeentearchief, bibliotheek en Sociale Dienst. Bij nader inzien is dit nep: deze gevels dienen slechts de duidelijkheid van de openbare ruimte. Want achter dit fraaie front zijn alle drie de instellingen ondergebracht in het voormalige politiebureau waarin zij elk hun eigen etages hebben. En daarin strekken zij zich uit over de gehele breedte van het plein.

Zelfs van het Poortgebouw, ook van Van Eldonk, op de kopse kant van het Mariënburgplein, is de uitbundige expressiviteit in de eerste plaats bepaald door stedenbouwkundige motieven. Dit gebouw moet het grootste culturele bolwerk van Europa worden voor film, theater, muziek en debat, maar het meest in het oog springt de glimmende, reusachtige omlijsting van de poort: de toegang tot de Nijmeegse autovrije zone.

Hoe knap het plan van Soeters voor Mariënburg ook in elkaar steekt, het is voor de herleving van het stadshart van Nijmegen slechts een begin. Een eenzijdig begin bovendien, zoals blijkt na een initiatief dat Nijmegense burgers op geen steenworp afstand van de Marikenstraat hebben genomen. Daar is de Lange Hezelstraat, de oudste winkelstraat van Nijmegen, een straat die ongeschonden door de oorlog kwam maar sindsdien, vanaf de wederopbouw dus, schromelijk werd verwaarloosd. Ook in deze winkelstraat was in de jaren zeventig de klad gekomen. Ook hier sloeg de vernieuwingsdrang toe.

Totdat een aantal Nijmegenaren zich realiseerde dat achter die verlopen winkelpuien wel eens bijzondere historische waarde schuil kon gaan. Zij vormden in 1997 de Stichting Oude Stad die het vervolgens lukte de aandacht van velen, autoriteiten en leken, te trekken. Het tamelijk willekeurige winkelpand op Lange Hezelstraat 38 werd proefproject en wordt nu ingericht als tentoonstellingsruimte voor zowel het Romeinse graf, als voor de middeleeuwse beerput, waterput en talrijke indrukwekkende oude houtconstructies die er na zorgvuldig zoekwerk zijn blootgelegd. Inmiddels weet men dat de Lange Hezelstraat bulkt van verborgen Romeinse en Middeleeuwse resten.

Sindsdien voert De Stichting Oude Stad onvermoeibaar actie om wat er nog van de rijke historie over is, in het leven van Nijmegen een plaats te geven. Ook zorgt ze dat historische panden, pleinen en gassen (Nijmeegs voor stegen) worden opgeknapt en nieuwe, vaak culturele bestemmingen krijgen.

De Stichting Oude Stad zorgt zo voor een noodzakelijke tegenwicht van het Mariënburgkwartier. Daar immers zijn, zo goed en zo kwaad als dat met nieuwbouw mogelijk is, verloren stedelijke kwaliteiten teruggebracht. In de Oude Stad, rondom de Lange Hezelstraat, tracht men onvervangbare kwaliteiten voor de toekomst te behouden. Dat vergt onstuitbare ambitie en een visie die de hele stad omvat. Maar als het lukt, durft Nijmegen wellicht zelfs te kiezen voor een tweede brug in plaats van die malle kabeltram.

Stedebouwkundig plan Mariënburg en omgeving, Nijmegen: bureau Soeters en Van Eldonk (Sjoerd Soeters). Gemeentearchief, Bibliotheek, Dienst Sociale Zaken en Poortgebouw: bureau Soeters en Van Eldonk (Jos van Eldonk). Woningen en winkels Marikenstraat: Vera Yanovshtchinsky (westkant) en Joris Molenaar (oostkant). Ontwerp: vanaf 1993. Opening in fasen van juli tot begin september.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden