InterviewSocioloog Godfried Engbersen

Stadsbewoners helpen elkaar meer dan voor corona. Hoe lang blijft dat zo?

Het vertrouwen in buurtgenoten en overheid neemt toe, maar er is tegelijkertijd veel angst, stress en onzekerheid. ‘Wij waren al een samenleving met veel angststoornissen en burn-outs. De vraag is of dat versterkt gaat worden’, zegt hoogleraar sociologie Godfried Engbersen.

Haro Kraak
De markt in Den Haag. Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant
De markt in Den Haag.Beeld Guus Dubbelman / de Volkskrant

Mensen in de stad helpen elkaar meer sinds het coronavirus toesloeg. Dat blijkt uit het onderzoek ‘Berichten uit een stille stad’, uitgevoerd in Den Haag. Het is niet zomaar een sociaal wenselijk antwoord, want mensen zeggen niet alleen meer te helpen, maar ook meer hulp te ontvangen. Boodschappen doen Hagenezen het meest voor anderen, gevolgd door een praatje maken en koken.

‘Het vertrouwen in buurtgenoten is toegenomen’, zegt Godfried Engbersen, hoogleraar sociologie aan de Erasmus Universiteit. Eerder werd onder zijn leiding een vergelijkbaar onderzoek uitgevoerd in Rotterdam. De trends daaruit zetten zich voort. Naast een toegenomen vertrouwen in buurtgenoten en overheid, is er sprake van veel angst, stress en onzekerheid, vooral bij jongeren en kwetsbaren.

Goede buurtrelaties zijn een typisch teken van veerkracht toch?

‘Ja, dat is heel belangrijk, dat weten we ook van de respons na orkaan Katrina. Er is een beroemde studie destijds in New Orleans uitgevoerd. In buurten waar hechte relaties zijn, kunnen mensen veel beter omgaan met een pandemie of ramp. Het interessante is ook dat die veerkracht niet alleen voorbehouden is aan goede buurten. De vraag is: hoe kun je dat vertrouwen laten beklijven?’

Uit het onderzoek blijkt dat in kansarme wijken, waar het vertrouwen in buurtrelaties doorgaans lager is, de grootste toename in vertrouwen werd gemeten.

‘Ja, dat is een belangrijke nuancering: niet alles loopt volgens de klassieke scheidslijnen. Terwijl we toch vaak zien dat de kwetsbare groepen moeilijk meekomen. De laatste jaren heeft de overheid sterk ingezet op de participatiesamenleving. Alle onderzoeken daarover laten zien: het vermogen tot zelforganisatie is ongelijk verdeeld, kwetsbare groepen zijn minder zelfredzaam. In kansarmere wijken beklijven burgerinitiatieven als er een juiste combinatie is van mensen en de overheid die een handje helpt.’

Is dat toegenomen vertrouwen ook een vorm van wensdenken?

‘Wensdenken kan effectief zijn bij het omgaan met problemen. Maar ik denk dat het toegenomen vertrouwen een goede weergave is van de werkelijkheid. We vroegen ook aan mensen: krijg je meer hulp en geef je meer hulp? Op beide werd positief geantwoord, wat betekent dat mensen elkaar daadwerkelijk meer helpen. Maar: als mensen lang thuis moeten zitten, hun baan verliezen en geen zorg krijgen, dan kunnen sociale relaties onder druk komen te staan. Ik vrees dat naarmate de sociaal-economische gevolgen harder worden, de onderlinge solidariteit meer onder druk komt te staan.’

De angst is fors door corona. Uit het onderzoek blijkt dat de helft van de mensen bang is zijn baan te verliezen. En tweederde van de ondernemers en zzp’ers vreest failliet te gaan. Een op de tien mensen meldt nu al een inkomensverlies als gevolg van de pandemie, onder mensen met een laag inkomen is dat zelfs een kwart.

‘Dat zijn extreme cijfers. Het hart van de stedelijke economie is stilgevallen. Dat heeft enorme gevolgen voor de volksgezondheid en de sociale zekerheid. Vooral voor de kwetsbare groepen. Drie op de tien mijdt de zorg uit angst om besmet te raken. Bij de minima is dat de helft. Er is een immense sociaal-economische dreiging en een grote emotionele dreiging.’

Waarom worden de minima vaak het zwaarst getroffen?

‘We meten deels de gevoelens van mensen. Minima, mensen met een uitkering of in de bijstand, kunnen in wezen niet veel verder zakken. Ze zijn vaak afhankelijk van de zorg door de overheid en zijn bang voor de gevolgen op sociaal beleid de komende tijd. Komen er nieuwe bezuinigingen? Tegelijkertijd zie je een aantal groepen, zoals jongeren met een flexcontract, die veel te verliezen hebben en dus erg bang zijn voor een economische crisis. Dat geldt ook voor zelfstandigen. Die trends zullen sterker worden de komende periode.’

Wat zijn op de lange termijn de maatschappelijke gevolgen van al die gevoelens van stress, angst en onzekerheid?

‘Wij waren al een samenleving met veel angststoornissen en burn-outs. De vraag is of dat versterkt gaat worden. Een stressvolle of angstige bevolking kan een rem zetten op de veerkracht van de samenleving, het vermogen het leven weer op te pakken. Je zou willen dat het zelfvertrouwen weer toeneemt, maar hoe? Het antwoord zit niet in de vele psychiaters die nu aan het woord zijn. Er moet vanuit de overheid gekeken worden: hoe kun je mensen een betere sociaal-economische basis geven, hoe kun je hen begeleiden naar werk? Daar waren we pre-corona al over aan het denken, bijvoorbeeld in het advies Het Betere Werk van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, dat gaat vooral over arbeidsongeschiktheid en pensioen. Moeten we naar een nieuw vangnet toe?’

Hoe zou u die vraag zelf beantwoorden?

‘Dat weet ik nog niet zeker. Een angstige samenleving is moeilijk in beweging te krijgen. Hoe krijg je mensen naar de huisarts? Naar het loket? Wij hebben de afgelopen jaren geconstateerd dat digitale bureaucratie niet altijd goed werkt. In de bijstand heb je maar één keer per jaar contact met een medewerker. Persoonlijke begeleiding is het nieuwe toverwoord, maar dat is moeilijk vorm te geven in de anderhalvemetersamenleving.’

Opvallend: 9 op de 10 zeggen geen moeite te hebben zich aan de anderhalve meter te houden. Een sociaal wenselijk antwoord?

‘Tja, je moet niet alles geloven wat mensen antwoorden. Maar ik zie toch wel een enorme mate van zelfcontrole in de samenleving, uitzonderingen daargelaten. Je ziet weinig ouderen op straat. Binnen een mum van tijd is er een verandering van de straatetiquette opgetreden. Een flinke prestatie. Er bestond al een sociaal ballet in de stad, hoe mensen om elkaar heen dansen. Een jonge vrouw loopt in de metro met een boog om een groep dronken jongens. Dit nieuwe gedrag bouwt daar op voort, het is een risico-inschatting, maar dan geradicaliseerd. En vrij snel geïnternaliseerd.’

We willen graag iets dóén, en we doen het nog ook

Je hoeft er in Nederland niet alleen voor te staan. Dat is met de coronacrisis wel weer eens bewezen. Wat zijn er veel mensen die hulp bieden. Omdat het nodig is in de eerste plaats en omdat ze dat voor een ander overhebben. Misschien ook wel omdat ze zich machteloos voelen en graag iets willen dóén, terwijl de maatregelen tegen corona vooral van iedereen vragen om van alles te laten.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden