Staatssecretaris Van Rijn de redder van het kabinet? 'Het komt er dicht bij'
Vijf jaar lang zat hij op het explosiefste dossier van dit kabinet. Onder staatssecretaris Van Rijn werd de zorg gereorganiseerd en deden de fameuze keukentafelgesprekken hun intrede.
'Ik ben een genuanceerd mens.' In de tweeënhalf uur die het gesprek duurt, zal staatssecretaris Martin van Rijn (61) het vaak herhalen. Met die verontschuldigende blik waarmee hij de afgelopen jaren de hervormingen van de zorg aan de man bracht.
Hij kwam in 2012, van pensioenuitvoerder PGGM. Nu gaat hij weer, naar verluidt om bestuursvoorzitter te worden van het Haagse fusieziekenhuis de Reinier Haga Groep. Vijf jaar duurde zijn politieke loopbaan. Eerder gold hij als topambtenaar als een van de besten van Den Haag. Met minister Hans Hoogervorst introduceerde hij de zorgverzekeringswet. 'Martin deed de inhoud, ik de verkoop', zei Hoogervorst over de taakverdeling.
Een geduldig, vriendelijk en gelijkmatig man met grote dossierkennis, zo een die niet meer vijanden maakt dan strikt noodzakelijk. Geen ideologische scherpslijper, maar een problemenoplosser. Geknipt voor de rottigste rotklus die Rutte II te klaren had: het reorganiseren van de zorg.
Ouderenzorg en jeugdzorg moesten hervormd. Gemeenten kregen verantwoordelijkheden die tot dan toe bij het Rijk lagen. Verzorgingshuizen moesten sluiten of zichzelf opnieuw uitvinden. Wie hulp nodig heeft, moet voortaan zo lang mogelijk thuis blijven wonen. 'En', vult Van Rijn gedecideerd aan, 'moet die hulp zo lang en zo goed mogelijk op maat thuis krijgen.'
Tot zover de managersopgave. Maar het was ook een salesprobleem. Want wat was nu eigenlijk het doel van deze hele operatie? De zorg verbeteren? Of vooral bezuinigen?
Een PvdA'er die een pijler van de verzorgingsstaat moet afslanken. En daarmee wellicht veroorzaakt dat kiezers zich van die partij afkeren. In die spagaat heeft hij vijf jaar gestaan. Een gematigd man op het explosiefste dossier van de afgelopen kabinetsperiode.
Staatssecretarissen sneuvelen sneller dan ministers. Kijk naar Weekers, Mansveld of Teeven. Van Rijn niet. Hij hield vol. Overleefde moties van wantrouwen, onderging ogenschijnlijk stoïcijns de felste Kamerdebatten. Altijd weer terugvallend op zijn dossierkennis.
'Ik wil geen dikke huid', zegt hij als we hem vragen terug te kijken op de afgelopen vijf jaar. 'Niet zo'n standaardpoliticus worden met een maniertje om dingen van je te laten afglijden. Ook als ik bejegend word op een manier waarvan ik denk: jongens, flikker toch op. Omdat ik in de plooi blijf, kan ik ongevoelig overkomen. In mijn kop stormt het dan, maar tegelijk denk ik: let op de omgangsvormen, luister naar de argumenten.'
Genuanceerd en kwetsbaar tegelijk - Van Rijn beseft dat het in de politiek een lastige combinatie is. 'Ik weet dat nuances niet altijd worden uitbetaald. Tegelijk zijn ze ongelooflijk belangrijk. Je moet altijd op zoek naar andermans argumenten.'
De eerste twee jaar heeft hij die open houding vastgehouden, vindt hij zelf. Ondanks compromisloze oppositie van vooral PVV en SP. Die periode van zoeken naar breed draagvlak vond hij het mooist. De camera volgde hem als hij in het Kamergebouw langs de deuren ging, aanklopte bij Mona Keijzer van het CDA of Pia Dijkstra van D66. De verkoop in Den Haag lukte, met hulp van D66, ChristenUnie en SGP.
#pgbalarm
Begin 2015 liep Van Rijn tegen een nieuw fenomeen aan: lobby via sociale media. De hashtag 'pgbalarm' bereikte in twee dagen 2,5 miljoen mensen. Van Rijn moest aantreden voor een spoeddebat. 'Je kunt zeggen dat zo'n actie doorschiet', zegt Van Rijn nu. 'Maar als de boel op orde was geweest, krijg je zo'n alarm niet.'
Over het grote verhaal: 'De verzorgingsstaat is ook voor toekomstige generaties zeker gesteld'
In het land lag het moeilijker. Tijdens de uitvoeringsfase toerde hij in een busje langs de gemeentebesturen om daar de decentralisatie uit te leggen en de klachten aan te horen. 'Hoe gaat het, waar loop je tegenop, waar zit je mee - dat luisterend oor. Maar ook: waarom probeer je het niet zo?' De aarzelingen bleven. Was dit nu wat met participatiesamenleving bedoeld werd? Er moest een Groot Verhaal komen.
'De vraag is of het aan de verkoop lag', zegt Van Rijn. 'We zaten met twee grote vraagstukken. Hoe blijft de zorg betaalbaar in een economische crisis? En hoe maken we zorg persoonsgerichter? Die beweging was al lang gaande. Sinds 1980 is het aantal plekken in verzorgingshuizen gehalveerd, terwijl het aantal 80-plussers verdubbelde. Vroeger schreven mensen zich op hun 58ste in bij een verzorgingshuis, de trend is al jaren dat mensen veel langer zelfstandig willen blijven wonen.'
undefined
Er zijn resultaten. Het ministerie van VWS heeft voor het eerst sinds lang de groei van zorguitgaven in de klauwen. Fantastisch nieuws, noemt Van Rijn dat. 'Omdat de verzorgingsstaat ook voor toekomstige generaties is zekergesteld.'
Hij ziet ook de beperkingen. 'Dat fantastische nieuws belandt ergens op bladzij 34 van de miljoenennota. Als je je baan als huishoudelijke hulp kwijtraakt, wil je niet horen dat je zo fantastisch aan de betaalbaarheid van de zorg hebt bijgedragen. Ik heb er wel van alles aan gedaan de gevolgen voor huishoudelijke hulp te verzachten met betere wettelijke bescherming van hun positie.
'Als we niets hadden gedaan aan de betaalbaarheid, weet ik wel hoe het afloopt. Mensen met geld regelen voor zichzelf dat ze goede zorg krijgen. Mensen zonder geld gaan er naast grijpen. Dat willen we pertinent niet. Dus moesten we nu iets doen en bijsturen. Omdat je later überhaupt niet meer in staat bent de bocht te nemen. Al neemt dat de pijn voor die thuiszorgmedewerker niet weg.' Het kon niet anders, wil hij maar zeggen.
Wat hij bestrijdt, is dat er enorm gesloopt is. 'Kijk even naar de feiten. Er zou 3,5 miljard euro bezuinigd worden, dat is 2,5 miljard geworden. Bij ongewijzigd beleid zou nu al 30 miljard aan ouderenzorg worden uitgegeven, we staan nu op 28,5 miljard. Volgend jaar is dat 29,5 miljard; de kosten groeien dus door. Dat verzorgingshuizen dicht gingen of werden omgevormd, was al bezig. Ontslagen in de thuiszorg waren het gevolg van gemeentelijk beleid. Maar dat alles bevestigde het beeld van kaalslag.'
De huishoudelijke hulp, cru gezegd de onderkant van de arbeidsmarkt, werd ontslagen of gedwongen zzp'er te worden. Was Van Rijn niet bang hun geloof in sociale zekerheid te smoren en hen zo van de PvdA te vervreemden? 'Mensen die kwetsbaar zijn en de schoonmaak van hun huis niet zelf kunnen betalen, moeten geholpen worden. Als mensen dat wel kunnen betalen, is het redelijk dat van hen te vragen. Is dat verkeerd? Daar is die bocht weer. Een noodzakelijke beweging kan in de bocht pijn doen.'
We belanden bij de fameuze keukentafelgesprekken, waarmee gemeenten de zorgbehoefte zouden peilen. Daar was veel kritiek op: ze zouden worden gedaan door niet-gekwalificeerde amb- tenaren. 'Huishoudelijke hulp was al de verantwoordelijkheid van gemeenten, dat was niet nieuw. Wat in het veld de kanteling heet, was al aan de gang. Als de zorg minder wordt, zullen mensen niet zeggen: ik had zo'n fijn keukentafelgesprek. Het omgekeerde gebeurt ook. Een man van 80 zei me: ik kreeg iemand van de gemeente bij me langs. Ik had niets nodig, maar vond die aandacht bijzonder.'
undefined
Over zijn ouders: 'Ik had maar één doel: coûte que coûte mijn vader uit de wind halen'
Najaar 2014 kwamen de gevolgen van het beleid voor Van Rijn dichtbij. Bij zijn eerste optreden in de Kamer had hij verteld over zijn ouders. 'De chronische ziekte van de man trekt zo nu en dan een zware wissel op de gezondheid, maar vooral de sluipende alzheimer bij de vrouw verandert de toekomst dramatisch.'
Dat verhaal komt als een boemerang terug als de vader van Martin een gesprek heeft met een regionale krant. Daarin komt de verzorging van zijn vrouw, de moeder van de staatssecretaris, aan de orde. Daar heeft hij zorgen over. De urine loopt soms langs haar benen. Ineens wordt die mega-operatie heel persoonlijk.
'Uhm, ja ik vond het verschrikkelijk. Vooral verschrikkelijk voor mijn vader, die niet in de gaten had dat het zo in de krant zou komen: de vader van Martin van Rijn heeft kritiek op Martin van Rijn. Dat raakte hem. Ik had maar één doel: coûte que coûte mijn vader uit de wind halen. Als dat ten koste zou gaan van mij, het zij zo. Dit heeft me echt geraakt.'
Daarna volgde een tv-uitzending, waarin alles leek samen te komen. Van Rijn kwam tegenover een vriend van zijn vader te zitten. Hij kijkt er met gemengde gevoelens op terug. 'Ik kan wel zeggen dat ik het ook erg vind, maar dat wil men niet van mij horen. Ik was maar met één ding bezig: laten we het over mij hebben en niet over mijn vader. Dat leverde tegenstrijdige reacties op. Er waren er die zeiden: wat een afstandelijke jongen is dat. En anderen zagen dat ik heel boos en verdrietig was. Dat laatste klopte.'
Een klein deel van de mega-operatie werd Van Rijn politiek bijna fataal. Jaren had de Tweede Kamer aangedrongen op een nieuw systeem voor de uitbetaling van budgetten waarmee hulpbehoevenden zelf zorg kunnen regelen, de pgb's. Om fraude tegen te gaan. De invoering ging verkeerd, veel mensen kregen geen geld, of te weinig of te laat. In juni 2015 bungelde hij. De coalitie steunde hem, maar bondgenoot D66 weifelde. Van Rijn wilde alleen door bij brede steun. Vicepremier Asscher noemde Van Rijn in een lunch met D66-leider Pechtold 'onmisbaar'. Met andere woorden: als hij gaat, gaan wij en gaat het kabinet. D66 steunde de motie van wantrouwen niet.
Over zijn erfenis: 'Ik ben niet bezig met beeldvorming en zo. In die zin ben ik geen politicus'
Bij een exitgesprek hoort een evaluatie. Is hij van ambtenaar echt politicus geworden? Hoe vond u zelf dat het ging? 'Mensen die me lang kennen, zeggen: dit is wat je altijd wilde. Draagvlak maken, partijen bij elkaar brengen, Ik ben niet bezig met beeldvorming en zo. In die zin ben ik geen politicus. Het was een rollercoaster, een tocht door de woestijn met pieken en dalen. Ik zal wel blij zijn dat ik niet elke dag die gewetenstassen in de gang heb staan. Maar het was mooi om te doen.'
Hij lijkt een tegenpool van 'zijn' minister, Edith Schippers (VVD), die in 25 jaar Binnenhof leerde gespitst te zijn op verschillen. 'We hebben een andere manier van politiek bedrijven. Zij heeft veel meer een politieke antenne. Maar we vonden elkaar in de resultaatgerichtheid. Heel plezierig.'
Van Rijn hield Schippers binnenboord toen die december 2014 de handdoek dreigde te werpen. Het ging om de 'vrije artsenkeuze'. Dinsdag voor de kerstvakantie verwierp de Eerste Kamer het wetsvoorstel waardoor de zorgverzekeraar een behandeling niet meer altijd zou hoeven vergoeden. Drie PvdA-senatoren stemden tegen. Crisissfeer.
Van Rijn bedacht een oplossing. De verandering kon ook met een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) worden doorgevoerd. Het joeg de crisissfeer verder op. 'Onbestaanbaar', vonden Pechtold en Slob (CU). In patstelling begon het Kerstreces. In het nieuwe jaar was de crisis weggeëbd. Met Van Rijn sleutelde Schippers aan een alternatief dat in stilte werd doorgevoerd.
Kun je zeggen dat Martin van Rijn het kabinet redde in december 2014? 'Daar komt de genuanceerde jongen weer. Wellicht. Het komt er dicht bij.'
We zijn vijf jaar verder. Voor het eerst sinds heel lang heeft het ministerie van VWS de uitgaven in de hand. Intussen heeft de kiezer de PvdA teruggebracht tot een kruimel op links. Martin van Rijn, staatssecretaris en PvdA-politicus, wordt bedankt voor de moeite. De tijd zal leren hoe over hem geoordeeld wordt: de staatssecretaris die een toekomstbestendige zorg voor elkaar bokste en de zorg persoonlijker maakte, of de politicus die de PvdA ongeloofwaardig maakte als partij van de bestaanszekerheid.
Nieuwe baan
Bestuursvoorzitter van de Reinier Haga Groep, die vier ziekenhuizen in en om Den Haag beheert - dat is naar verluidt de nieuwe baan van Martin van Rijn. Zelf wil hij daar nog niks over kwijt: 'Jullie zijn er meer mee bezig dan ik.' Door nieuwe regelgeving zal hij twee jaar niet zelf bij het ministerie mogen lobbyen. 'Dan zouden ze me vanwege intrinsieke waarde moeten nemen.'