Staatsfondsen zien Fortis als koopje
Fortis verkoopt nieuwe aandelen aan Russen en Libiërs...
AMSTERDAM De extra miljarden die Fortis dezer dagen ophaalt, komen voor een belangrijk deel uit het oosten. Behalve het staatsfonds uit Libië, onder direct beheer van de Libische dictator Khadaffi, heeft ook een steenrijke Rus nieuwe aandelen gekocht in de aangeslagen Belgisch-Nederlandse bank-verzekeraar.
Zowel het Libische staatsfonds als miljardair Suleiman Kerimov heef, volgens de Belgische en Britse pers, bij de onderhandse plaatsing van nieuwe aandelen honderden miljoenen in Fortis gestoken.
Zij zijn niet de eersten. Sinds eind vorig jaar Amerikaanse en Europese banken in de problemen zijn gekomen als gevolg van de kredietcrisis, duiken steeds vaker Aziatische staatsfondsen op als redders met een flinke zak geld. Zo stapte onlangs het staatsfonds uit Quatar in Barclays.
‘Staatsfondsen willen hun reserves, verdiend met olie of de handel, beter spreiden. Dat kan het beste op de goed georganiseerde en toegankelijke westerse aandelenmarkten’, zegt Abe de Jong, hoogleraar ondernemingsfinanciering aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. ‘Tot voor kort zaten deze fondsen voornamelijk in staatsobligaties.’
‘Fondsen uit Rusland en China hebben weinig keus’, zegt Jaap Koelewijn, hoogleraar financiering aan de Nyenrode University. ‘Als ze hun geld op de bank zetten, krijgen ze drie keer niets. Als er dan een bank zoals Fortis langskomt die aandelen aanbiedt met korting, happen ze toe. Ze zien het als een leuke deal. Ze kunnen dit soort beleggingsbeslissingen snel nemen omdat ze zich niet hoeven te verantwoorden of een bepaalde benchmarkt hoeven te verslaan. Ze zien het als een lange termijnbelegging.’
Ook de banken hebben belang bij de nieuwe rijken uit het oosten. Fortis kon niet meer bij de bestaande aandeelhouders aankloppen, volgens Piet Duffhues, hoogleraar financiering aan de Universiteit van Tilburg. ‘Gewone aandeelhouders hadden vorig jaar al voor 15 euro per aandeel geld bijgestort. Die wantrouwen een nieuwe aandelenuitgifte.’
Volgens De Jong zullen deze staatsfondsen uit landen zoals Quatar, China en India, zich uiterst voorzichtig gedragen. ‘Ze willen voorkomen dat het westen de deur dichtgooit. Ze zijn er kien op hun reputatie goed te houden. Ze zien bijvoorbeeld af van enige vorm van zeggenschap ondanks een belang van 5 tot 10 procent.’
De staatsfondsen worden met argusogen bekeken omdat ze nauwe banden onderhouden met hun overheid. ‘De transparantie van deze fondsen is dramatisch slecht. Enerzijds is er vanuit het land van herkomst geen roep om openheid. Anderzijds kunnen westerse overheden een Chinese staatsfonds niet verplichten een jaarverslag te publiceren’, aldus De Jong.
Wetgeving moet de nieuwe beleggers dwingen iets meer van hun bedoelingen bloot te geven. In Nederland is wetgeving in de maak die beleggers met een belang groter dan 3 procent dwingt te vertellen of ze plannen hebben hun belang uit te breiden.
De staatsfondsen zullen op den duur meer verantwoording gaan afleggen, verwacht Koelewijn. ‘Maar dat zal nog wel even duren. Ze zullen nu de ruimte gebruiken die ze krijgen.’ Die is nog groot. Als een staatsfonds bijvoorbeeld een belang niet of te laat meldt, zijn er nauwelijks serieuze sancties.