Staat ten onrechte gedwongen tot opname van jongen

Van onze verslaggeefster

DEN HAAG

Op 3 februari beval de kinderrechter in Rotterdam om de jongen, die steeds onhandelbaarder werd, in Groot Emaus te plaatsen. Dat gebeurde niet, waarna de vader samen met de instelling voor gezinsvoogdij via een kort geding voor de Haagse rechtbank alsnog plaatsing afdwong.

Het hof oordeelt dat de kinderrechter eerst had moeten nagaan of zijn bevel tot plaatsing in een internaat wel uitvoerbaar was. De uitspraak van de Haagse rechter had tot gevolg dat een ander kind langer op de wachtlijst zou staan omdat de jonge Rotterdammer op rechterlijk bevel voorrang kreeg, redeneert het hof. 'Maar een rechter in kort geding zal in het algemeen niet in staat zijn te beoordelen of de problematiek van die jeugdige een verandering van de bestaande wachtlijst rechtvaardigt.'

Daarbij komt nog dat de Haagse rechtbankpresident de staat opdroeg de Rotterdammer in Groot Emaus te plaatsen. Dat internaat valt namelijk niet onder de Wet op de Jeugdhulpverlening maar onder de AWBZ. Het bevel van de president was ook om die reden wettelijk niet mogelijk. Ook daarom heeft het hof de uitspraak vernietigd.

De overheid van haar kant is wel verplicht zich tot het uiterste in te spannen om te zorgen voor voldoende plaatsen. Anders bestaat de kans dat zij handelt in strijd met de Wet op de Jeugdhulpverlening en het Verdrag inzake de Rechten van het Kind, aldus het hof.

De overkoepelende organisatie van voogdij-instellingen, Vedivo, is blij omdat het Hof nu heeft erkend dat de overheid verplicht is zich tot het uiterste in te spannen om de plaatsingsproblemen in de jeugdhulpverlening op te lossen. Een woordvoerder van het ministerie van VWS toonde zich tevreden omdat nu is vastgelegd dat de rechter eerst moet onderzoeken of een bevel tot plaatsing wel te realiseren is.

De overheid is al bezig om het plaatsgebrek in de jeugdhulp te verkleinen. Voor gevallen als dat van de Rotterdamse jongen was al een noodmaatregel getroffen en in de VWS-begroting voor 1996 is ruim 57 miljoen extra beschikbaar voor jeugdhulpverlening, oplopend tot 72 miljoen in 1998.

WONINGBOUW Het bouwproject op het voormalig terrein van steenfabriek Rodruza in Druten gaat volgens de Gelders gedeputeerde J. de Bondt waarschijnlijk niet door. De Raad van State vernietigde vrijdag een beslissing van Gedeputeerde Staten van Gelderland om een alternatief dijkplan te ontwikkelen bij Druten. De provincie wilde een dijk zo verleggen dat het nieuwbouw-project binnendijks zou komen te liggen. Probleem was echter dat de geplande dijkverzwaring tussen Afferden en Dreumel door dit alternatief vertraging zou ondervinden. Dat kan niet volgens de Raad.