Hoewel in Spanje de werkloosheid schommelt rond de 18 procent (veruit de hoogste binnen de Europese Unie), kampen de landbouwsector en de bouw met een structureel jaarlijks tekort van 300 duizend arbeidskrachten. Op verzoek van de ondernemers gaat de regering in het buitenland werven voor de banen die de Spanjaarden niet willen. Drie jaar achtereen zullen 300 duizend buitenlanders naar Spanje worden gehaald met een contract voor negen maanden. Na het verstrijken daarvan moeten zij terug naar hun eigen land.

Spanje zorgt voor visa, betaalt transport en onderdak en staat garant voor de arbeidsvoorwaarden en de medische voorzieningen.

De regering hoopt op deze manier tevens bij te dragen aan het indammen van de illegale immigratie. Het akkoord met Marokko 'is slechts een eerste stap, veelbetekend voor ons die tot voor kort zelf emigranten waren', aldus minister van Arbeid en Sociale Zaken Pimentel. 'Het garandeert de waardigheid van onze arbeiders en verlicht de armoede die ons naar de illegale immigratie drijft', verklaarde zijn Marokkaanse ambtgenoot Alioua.

De land- en tuinbouw in Spanje draait voor een groot deel op seizoenarbeiders, die van oogst naar oogst trekken. In die sector zijn ten minste enkele tienduizenden illegalen werkzaam. Zij worden doorgaans onderbetaald en zijn erbarmelijk gehuisvest .

Hetzelfde geldt voor de bouw, waar het grote aantal ongeschoolde illegalen bijdraagt aan de enorme hoeveelheid arbeidsongevallen (gemiddeld drie doden per dag).

De regering wil de nieuwe vreemdelingenwet zo aanpassen dat de gastarbeiders volledige rechten hebben: 'We sluiten alleen de grens voor de clandestiene immigratie. De legale immigranten hebben we hard nodig.'