Spanje blijft vertrouwen op zijn verdediging

AMSTERDAM - Voor Vicente del Bosque, de coach van Spanje, staat het vast. Hij zal vanavond in het halve finale-treffen met Portugal het grote gevaar van de tegenstander, dat van Cristiano Ronaldo moet komen, niet met een mandekker bezweren. 'We zullen hem, net als twee jaar geleden bij het WK in Zuid-Afrika, geen seconde uit het oog verliezen, maar we zullen hem als ploeg moeten uitschakelen', zegt de man die zelf als voetballer de kunst van het verdedigen perfect beheerste.

Dat Spanje met zijn tikkie-takkievoetbal in de kwartfinale tegen Frankrijk de hoon van het publiek over zich heen kreeg, verandert niets aan de intenties van de regerend wereld- en Europees kampioen. De 2-0- zege op de Fransen ging gepaard met stomvervelend voetbal, waarin de bal gemakkelijk en secuur van voet naar voet werd geschoven, maar er door het ontbreken van een echte spits nauwelijks druk op het Franse doel werd uitgeoefend.

'Wat de mensen er ook van zeggen, we zullen onze manier van voetballen niet veranderen', zei Xabi Alonso dinsdag tijdens de persconferentie. Hij scoorde tegen Frankrijk tweemaal.

De middenvelder van Spanje kent Cristiano Ronaldo, zijn ploeggenoot bij Real Madrid, uiteraard als geen ander. 'Als hij van links dreigt, stuit hij op Alvaro Arbeloa, duikt hij in het centrum op dan is Sergio Ramos zijn man en als hij zich verder laat terugzakken op het middenveld, zit ik op zijn hielen. Drie spelers van Real kennen hem als hun broekzak. Maar uiteindelijk zullen we hem als ploeg geen kans moeten geven.'

Del Bosque benadrukte in Donetsk wat hij al eerder in het toernooi zei: de kracht van de defensie kan de Spaanse ploeg dichter bij nieuwe glorie brengen. Doelman Iker Casillas is in de knock-outfase van EK- of WK-wedstrijden sinds de zomer van 2008 precies dertien uur ongeslagen. De laatste keer dat de keeper van Real Madrid in het Spaanse elftal in deze fase van het toernooi werd gepasseerd, was op 27 juni 2006 in de met een 3-1 verloren wedstrijd tegen Frankrijk.

Tegenover de defensieve kracht van de Spanjaarden staat hun aanvallende onmacht in de laatste serie wedstrijden. In de zeven wedstrijden in de knock-outfase van Euro 2008 en het WK van 2010 hadden ze bij een indrukwekkend percentage aan balbezit - tussen de 60 en 70 procent - aan maar acht treffers genoeg om twee keer tot kampioen te worden gekroond. En dat ondanks de aanwezigheid van gemakkelijk scorende aanvallers als Torres, Silva, Llorente en - de nu geblesseerde - Villa.

'We voelen ons goed bij een situatie waarin de tegenstander ons opwacht', zei Del Bosque dinsdag. 'Ik selecteer spelers die op balbezit kunnen en willen spelen als er geen openingen zijn. Liever geduldig wachten op die ene kans dan risico's nemen in de passing.'

'Dat is ook het verschil met het voetbal dat we bij Real Madrid spelen', meent Xabi Alonso. 'José Mourinho kiest voor meer verticaal voetbal om sneller en gemakkelijker gevaar te creëren. Stijl en ritme zijn bij de club totaal anders dan in het nationale elftal, maar ik pas me bij beide omstandigheden aan.'

Volgens verdediger Gerard Piqué van Barcelona speelt het hele Spaanse elftal met de mentaliteit om de nul vast te houden. Anders dan bij zijn eigen club, waar de aanwezigheid van het Argentijnse wonderkind Lionel Messi met zijn wervelende acties het verschil in aanvallend opzicht maakt. Cesc Fabregas mocht Messi's rol bij Spanje tegen Italië en Frankrijk innemen.

'Het is een grap om mij met hem te vergelijken', erkende Fabregas ook zelf. 'Messi is de beste speler van de wereld, ik vind het leuk om in zijn rol te spelen, maar ik doe in mijn rol gewoon wat de coach van mij vraagt.'

undefined