Nieuw

SP doet nieuwe poging het correctief referendum in de Grondwet te krijgen

Onder het motto ‘de aanhouder wint’ zet SP-Kamerlid Renske Leijten opnieuw het correctief referendum op de politieke agenda. De bevolking moet zich onder voorwaarden kunnen uitspreken over een aangenomen wet, als correctie op parlementaire besluitvorming.

Remco Meijer
Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP). Beeld ANP
Tweede Kamerlid Renske Leijten (SP).Beeld ANP

De Tweede Kamer debatteert woensdag over het initiatiefwetsvoorstel, dat aansluit bij het advies uit 2018 van de Staatscommissie parlementair stelsel. Die stond onder voorzitterschap van VVD-coryfee Johan Remkes. Het is de vierde keer in vier decennia dat wordt gepoogd het correctief referendum in te voeren.

Daar is een grondwetswijziging voor nodig. Dat kan alleen als Tweede en Eerste Kamer tweemaal instemmen met het wetsvoorstel: de eerste keer met een gewone meerderheid en de tweede keer direct na Tweede Kamerverkiezingen, waarbij in beide Kamers een tweederde meerderheid vereist is.

Kamerverkiezingen

‘Ik zie het als mijn taak om zo’n gewenste grondwetswijziging voor te bereiden voor de volgende Kamerverkiezingen’, zegt Leijten. ‘Die zijn uiterlijk op 19 maart 2025. Het moet lukken om voor die tijd dit wetsvoorstel door beide Kamers te krijgen. Dan kan het ook een onderwerp zijn in de verkiezingscampagne.’

Grond voor optimisme ontleent Leijten aan de vorige poging het referendum in de Grondwet te krijgen. Die strandde juni vorig jaar in de tweede stemronde in de Tweede Kamer. Grootste hobbel was niet zozeer het referendum zelf, als wel de voorwaarden waaronder een volksraadpleging kon plaatsvinden en geldig zou zijn. Die drempels waren zo hoog dat zelfs voorstanders als PvdA en GroenLinks gingen twijfelen.

Vaste tegenstanders zijn VVD, CDA, SGP en Denk. Ook nieuwkomers Volt en Bij1 zijn tegen. Maar die partijen hebben noch in de Tweede noch in de Eerste Kamer een meerderheid. Leijten wil zich bovendien in eerste aanleg beperken tot het principe dat de mogelijkheid van een bindend correctief referendum in de Grondwet wordt vastgelegd. De voorwaarden komen later aan bod in een zogenoemde ‘uitvoeringswet’.

Uitkomstdrempel

In de vorige poging wierp een aangenomen amendement van de ChristenUnie roet in het eten, door zeer hoge eisen te stellen aan de ‘uitkomstdrempel’: het aantal stemmen dat nodig zou zijn om het referendum geldig te laten zijn. Niet alleen moest een meerderheid nee zeggen tegen een wet, volgens de CU moest dat aantal ook 40 procent van de opkomst bij de laatst gehouden Tweede Kamerverkiezingen zijn.

Leijten wil terug naar het voorstel van Remkes. Die vond een uitkomstdrempel ook noodzakelijk, omdat een correctie op een aangenomen wet geen lichtvaardig mechanisme mag zijn. Remkes stelde die drempel wel lager. Hij vond dat ‘een uitkomstdrempel van 33,3 procent van de kiesgerechtigde bevolking kan worden worden beschouwd als een weliswaar haalbare maar zeker niet eenvoudig te nemen horde’.

De Staatscommissie beargumenteerde dit onder verwijzing naar de (raadgevende) referenda die wél zijn gehouden. Op basis van tijdelijke wetgeving konden Nederlanders zich uitspreken over achtereenvolgens de Europese Grondwet (2005), het associatieverdrag met Oekraïne (2016) en de ‘sleepwet’ (2018). Alleen het EU-referendum zou met 33,3 procent de uitkomstdrempel hebben gehaald. Het kabinet-Rutte III schafte het raadgevend referendum af.

Om tot een correctief referendum te komen, zouden volgens Remkes vijfduizend kiesgerechtigden daartoe een ‘inleidend verzoek’ moeten indienen. Een ‘definitief verzoek’ zou vergezeld moeten gaan met vierhonderdduizend ondersteuningsverklaringen. Leijten zegt vooralsnog deze procedure te willen volgen.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden