Sommige kijkers zijn hun eigen mindf*ck
Vergeet het doorgezaagde meisje - het bleek allemaal een illusie. Hooguit Hans Klok verstaat nog de kunst de televisie te halen met zijn peperdure en zwaar gepatenteerde verdwijntrucs, maar de doorsnee goochelaar is allang van het scherm weggetoverd. Geen lol meer aan, sinds onder meer SBS 6 zo'n tien jaar geleden de magie achter de bekendste trucs verraadde - de (Amerikaanse) filmpjes zijn nog volop op internet te zien.
In Mindf*ck (AVROTROS) trok de jonge arts en illusionist Victor Mids het jongste konijn uit de hoge hoed. Het hedendaagse illusionisme gaat de straat op. De windmachine van Hans Klok was vervangen door de frisse zeewind op de boulevard van Scheveningen. Daar liet Mids passanten een muntstukje tussen de vingers klemmen, terwijl hij het met zijn vingers verboog. Daarmee bleek hij het achterneefje van Uri Geller, die in de jaren zeventig lepeltjes verboog voor het oog van de camera (en Hans van Willigenburg), wat vanzelf kijkers opleverde die de verse bos bloemen op hun tv-toestel spontaan zagen doodknakken. Sommige kijkers zijn hun eigen mindf*ck.
Mids' trukendoos bevat elementen uit het traditionele illusionisme, maar ook uit de (alledaagse) psychologie. Dat laatste illustreerde hij in een Albert Heijnfiliaal, waar hij een jongen naar believen boodschappen in een mandje liet stoppen. Na afloop toonde Mids hem in een vooraf gevuld mandje exact dezelfde producten als de jongen zojuist had uitgekozen. Hoe dat kon? Onbewuste beïnvloeding door de supermarkt. Er hingen posters met aantrekkelijke aanbiedingen van die producten, de populairste producten liggen op ooghoogte - trucs waarmee elke consument wordt verleid.
En welke kijker had eigenlijk door dat het hele programma lang een gorilla door het beeld schuifelde?
Het werd vlot verfilmd, Mids is een ontwapenende jongen met soepele vingers. Maar als de medicus Mids mijn pols moest voelen, zou ik mijn horloge thuislaten.
Zijn Mindf*ck lijkt een modernisering van de goochelarij op televisie. Maar juist de ontwikkeling van dat medium, of eigenlijk die van talloze technieken van beeldbewerking, maakt vrijwel elke illusie mogelijk en 'echt'. Anders dan in het theater kan in straatbeelden volop worden geknipt en gemanipuleerd, net zoals mogelijke mislukkingen kunnen worden achtergehouden.
Van drie vrouwen op een Amsterdamse brug raadde hij vlekkeloos hun pincode. Je moest maar geloven dat het echt was - een illusionist boekt niet al te veel vertrouwen met zijn verzekering dat hij geen acteurs gebruikt. En wat is een goocheltruc nog waard als in de speelfilm The life of Pi de levensechte tijger geheel en al uit pixels blijkt te bestaan?
Bij wijze van premièrefeestje mocht Mids in DWDD vast wat trucs illustreren. Matthijs van Nieuwkerk en Marc-Marie Huijbregts moesten ieder een getal noemen: de één een even, de ander oneven. Het waren de nummers uit twee stapeltjes kaarten. Het ene stapeltje bevatte landennamen, het andere portretjes van DWDD-tafelheren en -dames. Mids verblufte zijn publiek met het tonen van zijn Facebookpagina, waarop de keuzen van de heren (een kaart met 'Zweden' en een met 'Jan Mulder') al stonden afgebeeld.
Het zal toch niet dat in het stapeltje landennamen elk even nummer Zweden betrof en in het ander stapeltje elk oneven nummer het plaatje van Jan Mulder?
Aan de tafel van DWDD geloofde Van Nieuwkerk 'ergens toch dat we in de maling worden genomen'. Het spoortje twijfel was misschien wel de grootste truc van de avond.