sociale wetenschap
Soep gooien, snelwegen blokkeren: leiden zulke acties tot meer steun voor de zaak? Dit zegt de wetenschap
Zaterdag zullen klimaatactivisten naar verwachting opnieuw de A12 bij Den Haag blokkeren. Nuttig voor de goede zaak? Of jagen ordeverstorende acties vooral mensen in de gordijnen?
Ze is oud-manager in de zorg, getrouwd en moeder van drie, iemand tegen wie je ‘mevrouw’ zegt en ‘u’. Toch staat Eva van Kemenade (55) op het punt om een overtreding te begaan. Dit weekeinde is ze waarschijnlijk van de partij bij de verboden verklaarde demonstratie op de A12 bij Den Haag, voor strenger klimaatbeleid. Al blijft ze vermoedelijk wel aan de zijlijn, erkent ze: weggedragen worden door ME’ers is haar toch iets te gortig. ‘Maar als de politie ons sommeert om weg te gaan en ik sta gewoon ergens op de stoep, weet ik nog niet of ik dat ook doe’, zegt ze. ‘We zullen zien.’
Dat het snelwegprotest illegaal is? Dat maakt haar minder uit. ‘Er zijn ook gewone klimaatmarsen geweest. Maar die genereren toch minder media-aandacht. Volgens mij is zo’n snelweg bezetten onderhand de enige manier van actievoeren die nog wél de aandacht trekt. En het onderwerp van dit protest, duurzaamheid, zit me zeer hoog.’
Harde actie, keiharde actie, nóg hardere actie. Het kan helpen om stoom af te blazen en het trekt gegarandeerd de aandacht, maar zou het ook helpen? Zou het bij mensen die er neutraal in staan sympathie opwekken: verrek, die demonstranten hebben gelijk, deze zaak is het waard om voor op te komen?
Misschien niet, besefte de Amerikaanse klimaatwetenschapper en -activist Michael Mann, nadat in de National Gallery in Londen twee boze klimaatactivisten tomatensoep tegen Vincent van Goghs meesterwerk, de Zonnebloemen, hadden geklatst. Er zat glas voor, maar toch. ‘De publieke verontwaardiging was voelbaar. Ik was bezorgd dat acties zoals deze de zaak schaden waaraan ik en zoveel anderen ons leven hebben gewijd.’
Samen met het Annenberg Public Policy Center schreef Mann een vragenlijstonderzoek uit onder ruim duizend mensen. Die kregen dit voorgelegd: ‘Om het bewustzijn van de noodzaak om klimaatverandering aan te pakken te vergroten, zijn sommige activisten overgegaan tot verstorende, niet-gewelddadige acties zoals het blokkeren van het spitsverkeer en doen alsof je kunstwerken beschadigt. Verkleinen zulke acties uw steun voor pogingen om klimaatverandering aan te pakken, vergroten ze die, of veranderen ze er niets aan?’
Van de antwoorden schrok hij. Liefst 46 procent gaf aan mínder sympathie te voelen voor klimaatactie. Een kwart voelde zelfs ‘veel minder’ sympathie. Bij slechts 13 procent nam de steun toe. Zelfs bij linkse mensen en jongeren was dat effect zichtbaar.
Zo moet het dus niet, schrijft Mann in een bespreking van de resultaten, in Time. ‘Het publiek houdt niet van dit soort acties. Waarschijnlijk wekken ze, in elk geval bij sommigen, negatieve associaties op met klimaatactivisten. En die negatieve associatie vertaalt zich naar minder steun voor hun zaak.’
Normoverschrijdend demonstreren
Ja, ho even. Mann is klimaatwetenschapper. Geen socioloog of politicoloog met verstand van dit type onderzoek. ‘Mensen vragen of ze hun mening hebben veranderd is niet de manier waarop we dit soort dingen bestuderen’, zegt politicoloog Simon Otjes (Universiteit Leiden) streng. ‘Wij sociaal-wetenschappers halen onze informatie uit experimenten waarbij we mensen bijvoorbeeld nieuwsberichten laten zien, of uit doorlopende studies waarbij we mensen voor en na een gebeurtenis naar hun opvattingen vragen. En gelukkig zijn dat soort onderzoeken ook gedaan.’
Voor het weblog Stuk Rood Vlees herlas Otjes een aantal van die onderzoeken, op zoek naar het antwoord op de vraag of kwaad op een snelweg gaan zitten wel zin heeft om je punt te maken. Zijn conclusie: ja, dat heeft het. Normoverschrijdend demonstreren, zoals maling hebben aan de regels plechtig heet, kan bij mensen die er niet bij zijn wel degelijk sympathie opwekken. ‘Mijn inschatting is dat niet-normatieve, niet-gewelddadige actie júíst kan helpen om tegenstanders te overtuigen.’
De klimaatbeweging mag de gemeente Den Haag dus wel dankbaar zijn, voor het niet toestaan van het A12-protest.
Alleen: het effect is wel subtiel en omgeven met mitsen en maren. Dat bleek bijvoorbeeld toen wetenschappers bestudeerden wat er precies met de publieke opinie gebeurde toen Extinction Rebellion in april 2019 tien dagen lang vijf cruciale kruispunten in hartje Londen bezette. Jazeker: de zorgen om het milieu namen iets toe, ontdekten Ben Kenward van de Universiteit van Oxford en Cameron Brick van de Universiteit van Amsterdam. Maar of dat ook door de protesten kwam, is minder zeker, schrijven ze in een pas verschenen voorpublicatie. Rond de tijd van de protesten waren er ook klimaatmarsen van scholieren, en was er veel aandacht voor David Attenboroughs bejubelde serie Our Planet, die net uitkwam. Dat kan de resultaten vertekenen.
In een andere analyse, van dezelfde verkeersblokkades, vonden Londense politicologen iets raadselachtigs. Na de protesten dáálde bij een grote groep bevraagde Britten de bereidheid om meer geld te betalen voor milieuvriendelijke producten. Een teken dat men een hekel kreeg aan duurzaamheid? Misschien juist wel precies het omgekeerde, mijmeren de wetenschappers, in het vakblad Environmental Research Communications: wellicht wilde men juist dat klimaatneutraal kopen veel normaler wordt, zoals XR bepleit.
Het is maar net wat je nastreeft
Het valt niet mee om wijs te worden uit al die experimenten, onderzoeken en waarnemingen, zegt sociaal-psycholoog Martijn van Zomeren (Rijksuniversiteit Groningen), die werkt aan een overzichtsartikel van de kwestie. ‘We zitten in een fase waarin we op weg zijn naar het in kaart brengen van een genuanceerde benadering’, zegt hij. ‘Maar ik snap ook wel dat dat geen goede pakkende kop is voor boven je artikel.’
Het punt, legt hij uit, is dat demonstreren heel verschillende doelen kan hebben. En het is maar net wat je nastreeft – en hoe je dat meet. ‘Soms is het doel: movement building, een beweging opbouwen’, zegt hij. ‘Dan moet je niet te radicaal willen zijn. Maar als het je doel is om aandacht te trekken, helpt het misschien om een beetje op het randje te gaan zitten, met ludieke acties, zoals dat soms heet. Hoe disruptief een protest kan zijn zonder dat je de sympathie verliest, is een vraag waarop we eenvoudigweg nog geen antwoord hebben.’
Om begrip te kweken is het in elk geval belangrijk dat duidelijk is waar het protest over gaat, denkt Van Zomeren, en dat demonstreren het enige is wat erop zit om de boel in beweging te krijgen. ‘Activisten moeten erin slagen uit te leggen wat ze aan het doen zijn, en dat hun bedoelingen goed zijn. Dat gaat dus over communicatie: wat zijn de intenties van deze demonstranten? Dan kun je denk ik vrij ver gaan.’
In dergelijke gevallen kunnen buitenstaanders zelfs sympathie krijgen voor gewelddadige protesten, zoals rassenrellen of – langer geleden – de gewelddadige Britse betogingen voor vrouwenkiesrecht van de suffragettes. Zo ontdekten Amerikaanse onderzoekers dat er na de rassenrellen in de VS van 1992, in wijken waar meer straatgevechten waren geweest zich ook meer zwarten én blanken registreerden, als kiezer voor de Democraten.
En er lijkt zoiets te zijn als een aanjagend effect van radicale actie. In een vorige zomer verschenen studie lieten sociologen onder leiding van Brent Simpson van de universiteit van South Carolina ruim tweeduizend proefpersonen lezen over een denkbeeldige radicale klimaatbeweging, ‘Climate Action Today’. Aanhangers beschadigden onder meer bezittingen van oliebedrijven en gooiden stenen naar de auto’s van oliewerknemers, las men. Dat vonden de proefpersonen maar niks. Maar wél bleken ze meer sympathie op te brengen voor een, eveneens denkbeeldige klimaatgroep ‘Global Warming Warning’ die het gematigder aanpakte, met petities, vreedzame bijeenkomsten en voorlichting.
De radicalinski’s bleken argeloze onderzoeksdeelnemers, kortom, in de armen te drijven van de meer gematigde activisten. ‘Dat onthult een subtiele manier waarop onpopulaire tactieken van een kleine, radicale flank de publieke steun voor gematigde facties in dezelfde beweging kan vergroten’, schrijft Simpson, in vakblad Pnas Nexus.
Geen duidelijk nádeel
In Engeland vonden de twee Britse onderzoeksgroepen, anders dan klimaatwetenschapper Mann, in elk geval geen duidelijk nádeel van de wegblokkades op de steun van het publiek. Terwijl de betoging dagenlang duurde en veel ongemak veroorzaakte. ‘Toch vinden we geen bewijs dat de protesten het publiek vervreemdden van een duurzame leefstijl’, aldus de Londense groep.
Kenward en Brick lieten hun proefpersonen op proef de berichtgeving over de blokkades lezen bij de neutrale omroep de BBC, via XR zelf, en bij de rechtse boulevardkrant Daily Mail. ‘Forenzen belanden in chaos op hun weg naar huis door duizenden eco-krijgers’, was zoals die het nieuws samenvatte. Maar de proefpersonen die het lazen, lieten zich er niet door van de wijs brengen. Hun sympathie voor de klimaatzaak werd niet minder – al werd hij ook niet groter, wat wél gebeurde bij mensen die het nieuws over de blokkades via de berichten van XR zelf hadden gevolgd.
Voor Eva van Kemenade staat in elk geval allang vast dat actievoeren helpt. Als tiener demonstreerde ze ook al, tegen kernwapens, en voor vrede. En nu gaat ze weer: ‘Hoe meer mensen er aanwezig zijn, des te meer mensen ook in eigen kring gaan denken: er moet iets gebeuren’, verwacht ze. ‘Bovendien staan we aan de vooravond van de verkiezingen; misschien gaan mensen iets veranderen aan hun stemgedrag. En wie weet is het kabinet gevoelig voor de protesten. Al is dat misschien ijdele hoop.’