Soberheid wordt mode in bajeswereld
Het kabinet is van plan 26 gevangenissen te sluiten en het regime op de schop te nemen. Het wordt dan soberder, met minder werk en ontspanning. Een goed idee of krijgen we hier later spijt van zoals eerder gebeurde? Een rondgang langs drie gevangenissen en één in wording. 'Opsluiten is niet genoeg, je moet ook voorbereiden op een leven buiten.'
Breda
Evolutie van de koepel
De cellen van de koepelgevangenis in Breda hadden geen deuren. Jarenlang zaten de gevangenen er als gekooide dieren achter tralies. Ze konden elkaar niet zien. De diameter van de koepel is er te groot voor. In eenzaamheid moesten de gedetineerden hun zonden overdenken.
Dat was het barre gevangenisregime van 1886, het jaar dat de koepel werd gebouwd. In 2013 is het hier een stuk gezelliger. In een cel scheert de kapper iemand kaal - de dikke, brandveilige deur van de cel staat open. Schoonmakers bewegen zich van cel naar cel. De gevangenen poetsen hun onderkomen en hangen daarna gemoedelijk over de reling voor een praatje met de buurman.
De koepel evolueerde in de loop der tijd. Hij paste zich aan en wist zo tot vandaag te overleven. De po maakte plaats voor een wc. Er kwamen magnetrons zodat de gevangenen zelf hun maaltijden kunnen opwarmen. Bij binnenkomst kunnen de gedetineerden eenmalig kiezen: aardappelen of rijst op het menu. De keuken was niet meer nodig en werd een werkplaats. En er moesten recreatieruimtes komen. 'We konden maar één kant op', zegt directeur Roos Hamers. 'De grond in.' Nu is er een sfeervolle fitnessruimte tussen de gewelven en zijn er vier recreatiezalen onder de doorzichtige vloer van de koepel.
Deze gevangenis kan nog jaren mee, vindt de directeur. Ze heeft een lijstje met pluspunten opgesteld. De koepel is zo overzichtelijk dat er weinig personeel nodig is. Het ziekteverzuim is laag. De arbeid van gedetineerden levert meer op dan in andere inrichtingen. Ze draait zwarte cijfers. En de gevangenen komen uit de buurt van Breda, wat makkelijk is voor het bezoek.
Toch zijn de Nederlandse koepelgevangenissen met uitsterven bedreigd. Staatssecretaris Fred Teeven, die honderden miljoenen euro's moet bezuinigen, is van plan de koepel in Breda te sluiten. De koepels in Arnhem en in Haarlem, die ook meer dan honderd jaar oud zijn, wacht hetzelfde lot. In totaal 26 gevangenissen gaan voorgoed op slot. Alleen de modernste inrichtingen blijven. Daarmee verdwijnen niet alleen gebouwen, maar is ook een manier van denken over straffen passé.
Bijlmerbajes
Hilton voor gedetineerden
Hoe modegevoelig dat denken is, is het beste te zien in de Amsterdamse Bijlmerbajes, een jonkie vergeleken met de koepels. Ze werd gebouwd in de jaren zeventig van de vorige eeuw.
De nieuwe gevangenis moest een huiskamergevoel geven. Er kwamen paviljoenen met 24 cellen. Schoenendozen, noemt directeur Eric Nijman ze nu. 'Het is verschrikkelijk inefficiënt. Er zijn veel mensen nodig om het dicht te lopen.'
Na de Tweede Wereldoorlog dacht men niet aan efficiëntie. Het ging erom een 'flinke humanisering' door te voeren in het gevangeniswezen, zegt Nijman. In een wet uit 1949 staat zwart op wit waarom: 'Gedurende de bezetting hebben vele Nederlanders door persoonlijke ondervinding de uitbouw van het gevangeniswezen als een brandend probleem ervaren.'
In de jaren zeventig was er geld om de nieuwe filosofie te stutten met een gebouw: de Bijlmerbajes. Er was aanvankelijk veel protest. De één sprak over een 'griezelige gevangeniskolos: zes torenflats op een van God en iedereen verlaten stukje grond'. De ander schamperde over het 'Hilton voor gedetineerden'.
De cellen kregen warm en koud water. En een wc. Er zaten niet eens tralies voor de ramen - om de gevangenen niet constant te confronteren met hun gevangenschap. De gevangene was een mens die pech had gehad. 'De boef was geen boef, maar een slachtoffer van zijn opvoeding', zegt Nijman. 'Het was de flowerpowertijd. Ook gevangenen moesten vooral doen wat hun hart hun ingaf. Ze hadden veel vrijheden binnen de muren.'
Er werd uitgezien naar een ander type bewaarder. 'De man met de grote handen werd minder dominant', merkt Nijman op. 'Het werd belangrijker om het gesprek met de gevangene aan te gaan.' Sociaal-cultureel werkers liepen af en aan, net als André Hazes en de muzikanten van Doe Maar en Golden Earring. De gevangenen na verloop van tijd ook: doordat er geen tralies voor de ramen zaten, was ontsnappen eenvoudig. Het slagvaste glas bleek best kapot te kunnen als je er met een man of zeven een biljarttafel tegenaan smeet.
Na een tijdje kwam de kentering. De gevangenisdeuren gingen weer dicht. Vrijheden moest je verdienen. En wie zich nu misdraagt - drugsgebruik, een knokpartij - is ze weer kwijt.
Dordrecht
Samen op cel
Ondertussen kwamen er meer gevangenen. En meer. En nog meer. Totdat halverwege de jaren negentig alle gevangenissen tot de nok toe vol zaten. Met z'n tweeën op een cel, dat was toen nog onbespreekbaar. Er werden gevangenen heengezonden die hun straf nog niet hadden uitgezeten.
Zo kon het niet langer. De politiek gaf opdracht tot de bouw van nieuwe gevangenissen.In Dordrecht kwam er een op een industrieterrein te staan. Tussen een opslagloods en de McDonald's worden nu criminelen opgeborgen. Dit is een gevangenis nieuwe stijl, efficiënt ingericht. Vanaf een centrale post, gelegen op het kruispunt van drie gangen, kunnen de afdelingen van 48 cellen in de gaten worden gehouden. Deze inrichting mag wél blijven bestaan.
Het taboe op de meerpersoonscel werd geslecht. De dubbelcel verschilt nauwelijks van een enkelcel. De oppervlakte blijft 10 vierkante meter, een vereiste die wettelijk is vastgelegd. In een cel voor twee personen staat een stapelbed en er hangt een gordijn voor de wc. Dan ben je niet alleen je vrijheid kwijt - je bent ook nooit meer alleen.
Sommige gedetineerden hebben dat er graag voor over. Je zit er toch elke avond, van vijf uur 's middags tot zeven uur 's ochtends. Met z'n tweeën kun je nog eens een kaartje leggen.
Wie niet met een ander op cel wil, gaat naar een isoleercel. Daar is het constant 25 graden, zodat de gedetineerde het in zijn scheurhemd niet koud krijgt. Er is geen uitzicht. Van buiten komt een wazig wit licht. Binnen zijn de wc en het matras van plastic. Alleen papier en potlood krijg je, want gedetineerden moeten altijd kunnen klagen. Luchten gaat door, de bewakers geven je één vuurtje per dag. In het luchtuur steek je de ene sigaret met de volgende aan en zo rook je aan een stuk door totdat je weer voor 23 uur de cel in gaat. Geen werk, geen sport.
Dan willen de meesten wel in een meerpersoonscel, na een paar dagen.
De gedetineerden worden slim aan elkaar gekoppeld. Niet-rokers hoeven niet bij rokers. En joden gaan bij voorkeur niet bij moslims, want daar krijg je maar discussies van en op den duur ook vechtpartijen.
Er kunnen best nog meer meerpersoonscellen bij, denkt directeur Jan Kees de Gier. 'Als de gedetineerden maar niet de hele dag op cel zitten, maar naar buiten kunnen om te koken, te bellen, te sporten. Met een te sober regime slaan de verveling en de ergernis toe.'
Hard van buiten, zacht van binnen. Dat, zegt De Gier, is hier de filosofie. Onbedwingbare hekken, maar daar binnen een ongedwongen leven - op voorwaarde dat de gedetineerden geen misbruik maken van hun vrijheden. 'Hier kunnen ze met hun eigen sleutel de cel op slot doen. En ze kunnen zelfstandig naar de bibliotheek of naar hun bezoek.'
Dat is pas het begin, hoopt De Gier. Hij wil gevangenen meer verantwoordelijkheid geven. 'Nu komen ze binnen en pakken wij alles over. Alles gaat onder begeleiding, alles wordt gecontroleerd. Op het laatst weten ze niet eens meer hoe dat moet, zelf keuzes maken. Maar moeten we echt alles voorkauwen, beslissen en bepalen? Ook buiten zijn verlokkingen en verleidingen. Daar stuur je ze uiteindelijk naar terug.'
Om zich op die toekomst voor te bereiden, zouden de gevangenen zelf de discipline moeten hebben om op te staan en naar 'de arbeid' te gaan. Nu zijn het nog de bewakers die hen wekken en meenemen. 'En waarom', vraagt De Gier zich af, 'hebben ze eigenlijk geen telefoon op cel? Ik zou dat enorm toejuichen. En ik denk zelfs verder, hoor. Aan een computer met internet. Niet voor vieze of opruiende dingen, maar met een white list van pagina's die ze kunnen bezoeken. Kunnen gedetineerden zelf online op zoek naar werk.'
Zaanstad
Zonder bewaarder
Het is dat idee van zelfredzaamheid dat ten grondslag ligt aan de nieuwe gevangenis die in Zaanstad wordt gebouwd. Kees Jan Snoei leidt dat project vanaf de 31ste verdieping van het ministerie van Veiligheid. 'We maken daar gebruik van moderne technieken', zegt Snoei. 'Alle gedetineerden krijgen een pasje. Daarmee kunnen ze van alles: inkopen doen in de gevangeniswinkel, het bezoek plannen. Maar we stellen ook in welke deuren ze ermee kunnen openen. Dan kunnen ze zelfstandig gaan luchten, sporten of werken. De bewakers hoeven niet steeds meer mee te lopen.'
Efficiëntie is het centrale begrip waarop de Zaanse gevangenis is gebaseerd: alleen nog maar cellen voor twee personen. Daardoor gaan er straks twee keer zo veel mensen op een afdeling, en dus is de keuken groter en is de gang breder.
Het regime is sober volgens Snoei. 'We gaan ervan uit dat de gedetineerden een groot deel van de dag in hun cel zitten. Daar is de luchtverversing op berekend. Er is prima daglichttoetreding.'
Soberheid is een van de onderdelen uit de bezuiningsplannen van Teeven. Het betekent dat het activiteitenprogramma voor 's avonds en in het weekend wordt afgeschaft. Bovendien mogen arrestanten en preventief gehechten, die bij elkaar eenderde van de gevangenispopulatie vormen, niet meer werken. Per week zullen ze hun cel dan nog maar 28 uur verlaten, een gemiddelde van 4 uur per dag.
De prijs van soberheid
De individuele bewegingsvrijheid die gedetineerden kunnen verdienen, zal die soberheid wel compenseren, verwacht projectleider Snoei. Maar dát is het punt waar de twijfel van de andere directeuren toeslaat. Zij leven niet alleen mee met hun door ontslag bedreigde personeelsleden, ze denken dat bewaarders nodig zijn om de gevangenen het rechte pad te wijzen.
Met te veel soberheid kom je aan de veiligheid, zegt Jan Kees de Gier, directeur in Dordrecht. 'Binnen de inrichting en in de samenleving. Je kunt mensen niet alleen opsluiten, je moet ze ook begeleiden naar buiten. De bewaarders moeten de gevangenen bejegenen. Dat is nou net het onderscheidende van de Nederlandse gevangenissen.'
Van de menselijkheid zwaait de pendule terug naar vergelding, zegt Eric Nijman, gevangenisdirecteur in Amsterdam. 'Je zult daar maar zitten, zestien tot twintig uur per dag. Of dat nu zo humaan is. Het was toch Solzjenitsyn die schreef dat je de beschaving van een land kunt afmeten aan het gevangeniswezen?'
En Roos Hamers, gevangenisdirecteur in Breda, noemt een te sober regime ronduit zorgwekkend. 'De contactmomenten met bewaarders zijn belangrijk. Steeds zien ze hoe iemand erbij zit. De mens is een sociaal wezen. Die wordt niet beter van isolatie. Je draait door. Dat is wat we hebben geleerd sinds de koepel werd gebouwd.'
undefined