Snelwandelen wordt gedoogd, meer niet
Snelwandelen stond tradititiegetrouw op het programma van de nationale atletiekkampioenschappen, afgelopen weekeinde in Gent. Maar belangstelling was er nauwelijks voor de prestaties van winnaar Harold van Beek, die zijn 31ste titel greep....
De snelwandelaar moet er even diep over nadenken. De vraag was hoeveel nationale titels hij nu bijeengesprokkeld heeft. `Euh ja, dit moet dan mijn 31ste zijn', klinkt het na enig rekenwerk. Zaterdagavond was het weer eens zover: Harold van Beek sloeg in de topsporthal van Gent toe op de 5000 meter.
In 1986 liep Van Beek naar zijn eerste titel, zeventien jaar later is hij nog steeds niet uitgewandeld. `Al moet ik zeggen dat de tegenstand me vanavond wat tegenviel. Een paar kanshebbers waren niet komen opdagen.'
De 40-jarige Van Beek had ruim 23 minuten nodig voor zijn 25 rondjes, de nummer twee van het kampioenschap, drukwerkafwerker Pedro Huntjens, wandelde een minuutje langer. Met zijn 31 titels staat Van Beek nu op de zesde plaats op de ranglijst van meeste Nederlandse titels.
Elly van Hulst gaat hem ruim voor met 65 maal goud, Fanny Blankers-Koen volgt met 58 titels, al sportte zij in een tijdperk zonder indoorkampioenschappen. Andere meervoudige kampioenen: Jan Zeegers (44), Erik de Bruin (38) en Aad de Bruyn (35).
Het zijn statistieken waar Van Beek zich niet mee bezighoudt. Hij wandelt tegenwoordig vooral voor zijn plezier. De tijden dat hij meer dan 200 kilometer per week te voet aflegde, liggen achter hem. `Ik fiets nu ook, loop hard, elke dag doe ik wel wat', zegt de atleet die voor Nederland wandelde op de Spelen van Barcelona. Hij werd in de Catalaanse hitte 31ste op de 50 kilometer.
Dat hij met die veel mindere trainingsomvang nog steeds Nederlands kampioen kan worden, zegt iets over de status van het vaderlandse wandelen. In 1936 in Berlijn liep Anton Toscani van voren, later kon Jan Cortenbach (20ste bij de WK in Rome in 1987) internationaal aardig meekomen.
Maar tegenwoordig ligt het Nederlandse snelwandelen op zijn gat, een bondscoach is er sinds de pensionering van Charles Sowa niet langer. Aan de centrale trainingen op Papendal kwam met diens vertrek een einde. Van Beek: `Iedereen wandelt nu maar een beetje voor zichzelf.'
De jeugd loopt niet warm voor deze oude tak van de atletieksport, de KNAU maakt er ook geen werk meer van. Het wandelen valt officieel onder bondscoach Gerard Nijboer, maar `die is natuurlijk meer van het hardlopen. Ik krijg wel eens een e-mailtje van hem, daar blijft het bij', zegt Van Beek.
Bij nationale kampioenschappen wordt het wandelen gedoogd, het hoort er traditioneel nu eenmaal bij, maar het publiek gaat er niet voor zitten. Het was opvallend druk bij de toiletten en in de bar tijdens de 5000 meter snelwandelen, schreef een trouw volger van NK's dit weekeinde op internet.
Onbemind door velen, het IOC wilde vorig jaar zelfs van die hele wandelsport af. De vele diskwalificaties tijdens grote kampioenschappen - bij het wandelen moeten de knieën gestrekt zijn, er moet altijd contact met de grond zijn - irriteerde de olympische bestuurders al een tijdlang.
Dat gevaar lijkt voorlopig afgewend. Van Beek: `Rode kaarten worden niet langer bewaard tot in het stadion zelf, ze worden nu eerder getrokken.'
Van Beek heeft geen olympische aspiraties meer. Hij werkt fulltime als project-manager bij ABN-Amro in Luxemburg. Nabij woonplaats Mamer kan hij `weliswaar heerlijk sporten in de bossen, maar de topsport ligt achter me'.
De atleet beperkt zich tegenwoordig tot de kortere afstanden. Aan de lange 50 kilometer waagt hij zich niet langer. `Daar ligt overbelasting op de loer.'
Voor nationale kampioenschappen blijft hij graag terugreizen naar Nederland. Ook hoopt hij dat er dit jaar, na jaren van afwezigheid, een team kan worden samengesteld voor de traditionele vijflandenwedstrijd van B-landen, waaraan hij zulke goede herinneringen bewaart.
`We willen er dit jaar weer bij zijn in het Deense Odense.' Lekker wandelen tegen Ierland, Zwitserland, Denemarken en België.