AMSTERDAM - Om het groeiende probleem van identiteitsfraude het hoofd te bieden, wil het kabinet een nieuwe DigiD-chipkaart invoeren. Vanaf 2017 moet iedereen daarmee kunnen inloggen bij overheidssites, maar ook bij webwinkels en banken.

De methoden om aan andermans persoonsgegevens te komen zijn gewiekst en brutaal, schreven de ministers Plasterk (Binnenlandse Zaken) en Kamp (Economische Zaken) in december aan de Tweede Kamer. Met de naam- en adresgegevens, een geboortedatum en een burgerservicenummer komen ze al een heel eind: dan weten ze genoeg om financiële transacties aan te gaan.

In 2012 werden volgens een steekproef van de overheid 700- tot 800 duizend mensen het slachtoffer van identiteitsfraude. De schade zou 400- tot 500 miljoen euro bedragen. DigiD-misbruik is een relatief makkelijke route om te frauderen.

Om het DigiD-systeem veiliger te maken wil het kabinet er iets aan toevoegen: een chipkaart, zoals ook banken die gebruiken. Het invullen van een gebruikersnaam en wachtwoord is dan niet meer genoeg om kinderopvangtoeslag aan te vragen: je moet ook een code invullen die op het schermpje verschijnt van de kaartlezer waarin je de kaart moet stoppen.

De chipkaart is een essentieel onderdeel van het nieuwe eID-stelsel, dat in 2017 moet draaien. Het idee is dat de burger/consument dan geen verschillende wachtwoorden voor verschillende sites meer nodig heeft, maar in principe genoeg heeft aan één smartcard om overal binnen te komen. De steeds maar uitdijende rammelende digitale sleutelbos wordt vervangen door één enkele sleutel.

Het zal voor een fraudeur lastiger worden zich op internet als iemand anders voor te doen. Grote uitdaging wordt om het stelsel waterdicht te maken: de kaart zal een schat aan gegevens bevatten.

Ook een zorg: dat, na de verplichte openbare aanbesteding, een Amerikaans bedrijf het eID-systeem mag bouwen. De Nederlandse gegevens zouden dan volgens de Amerikaanse Patriot Act kunnen worden opgeëist door Amerikaanse veiligheidsdiensten.

undefined