Sloterdijk
Filosofen zijn een apart soort volk. Als het even kan, proberen wetenschappers het contact met deze denkers te vermijden. Zeker als het ethici betreft....
Maar ook als het over de metafysica gaat, zijn wetenschappers maar matig geïnteresseerd. Voor een natuurkundige is dat woord metafysica alleen al, iets waaraan ze steeds weer moeten wennen. Metafysica zou die zaken betreffen die de fysische wereld overstijgen. Maar voor een fysicus is het ondenkbaar dat er wetenschappelijke zaken zijn die zijn eigen vak overstijgen.
Onder mijn natuurkundecollega's komt het regelmatig voor dat ze met veel ophef hun eigen amateuristische filosofietjes publiekelijk verkondigen. Zonder zich daarbij gehinderd te voelen door enige kennis van de filosofische traditie. Om niet in die val te trappen, probeer ik zo af en toe wat over filosofie te leren.
Afgelopen week was Peter Sloterdijk (1947) in Nederland. Hij is een wereldberoemd, maar ook controversieel, Duitse filosoof. Hij was in Nederland onder andere om de verschijning van een vertaling van twee van zijn boeken te promoten.
Hij werd in 1983 in één klap
bekend met zijn boek Kritiek van de Cynische Rede. Volgens de Duitse filosoof viert het cynisme hoogtij onder intellectuelen. Ze hebben een hoge dunk van zichzelf, maar zijn in feite huichelaars die zich wentelen in zelfgenoegzaamheid. Sloterdijk, een zelf-verklaard optimist, zet tegenover dit verworden cynisme het zogenaamde kynisme. Kynici drijven de spot met linkse intellectuele gewichtigdoenerij.
Afgelopen zaterdag en zondag was de filosoof te gast bij het ISVW (Internationale School Voor Wijsbegeerte) in Leusden. Voor een zeer redelijk bedrag konden cursisten daar zeer intensief kennismaken met deze topfilosoof. Ik was er op tijd bij en hoorde tot de ongeveer vijftig gelukkigen die toegelaten werden.
Naast inleidingen door experts, kwam de meester zelf op beide dagen vele uren aan het woord. Hoewel ik weinig heb begrepen van de monologen van Sloterdijk, heb ik het geheel in grote bewondering ondergaan. Ik had me beter moeten voorbereiden misschien. Maar filosofen zijn vaak veelschrijvers en langschrijvers. Boeken van Sloterdijk beslaan al gauw vele honderden pagina's.
Gelukkig had het IVSW gezorgd voor wat beknopter leeswerk.
Een reader en de nieuwste uitgave van het maandblad Filosofie Magazine, met daarin een interview met Sloterdijk.
De voertaal was Duits. De jonge studenten die, met veel respect voor de meester, af en toe een vraag mochten stellen, bleken die taal uitstekend te beheersen. Mij hoor je niet meer klagen over de jeugd die zijn talen niet zou spreken.
Sloterdijk heeft de gave om op elke vraag een langdurig antwoord te geven. Het verband tussen de vraag en het antwoord is vaak ver te zoeken. Hij blijkt een spraakwaterval te zijn. Zeer onderhoudend en met veel nieuwe woorden. Zowaar een Duitser met humor. Hij houdt er van om te shockeren ('de zelfmoordbomaanslagen in islamitische landen worden daar gezien als efficiënt middel om van hun vele werkloze jonge mannen af te komen').
In hetzelfde Filosofie Magazine stond trouwens nog een onzinnig stuk van Harry Kunneman, rector magnificus van de Universiteit voor Humanistiek. Daarin wordt een wereldbeeld van de exacte vakken geschetst door iemand die deze vakken zeer vijandig gezind is. Ik had daar mijn hele column aan kunnen wijden. Maar ik ben nog steeds te veel een zelfgenoegzame, luie cynicus.
Om te weten of ik een vrolijke kynicus kan worden, moet ik eerst nog een kleine duizend pagina's van Sloterdijk lezen.
Eenmaal terug in mijn dagelijkse werk zal het lezen van filosofen er wel weer bij inschieten. Het weekend was heerlijk. Bedankt ISVW.