'Sla toch met de vuist op tafel, zoals het hoort'

De burgemeester en de chef van politie zijn weg, maar voor de rest? In Osj, in Zuid-Kirgizië, zijn corruptie en armoe als vanouds....

Van onze verslaggever Bert Lanting

De storm van de revolutie is gaan liggen in Osj en nu het leven zijn normale gang heeft hernomen, vraagt iedereen zich af wat er nu eigenlijk veranderd is. Na de volksopstand heeft president Askar Akajev de benen genomen uit de hoofstad Bisjkek, maar in Osj, aan de andere kant van de bergen, zevenhonderd kilometer zuidelijker, hebben de plaatselijke machthebbers de storm vrijwel allemaal overleefd.

Het hoofdkantoor van de politie vertoont nog sporen van de rellen die anderhalve week geleden uit de stad Dzjalal-Abad kwamen overgewaaid. Sommige ramen zijn ingegooid en een deel van het gebouw is geblakerd, maar binnen zitten dezelfde agenten alweer te werken, afgezien van hun baas. 'De eerste dagen durfde geen agent zich te vertonen, maar nu staan ze weer op straat hun zakken te vullen', zegt Ramzan, een Oezbeekse chauffeur. 'Ze moeten wel, want anders krijgen ze van hun chefs op hun donder. Als ze aan het eind van de dag geen geld aan hun chefs afstaan, vliegen ze binnen de kortste keren de laan uit.'

Naast de chef van de plaatselijke politie heeft ook de burgemeester van Osj de benen genomen, nadat een menigte het stadhuis was binnengedrongen en zijn portret en dat van president Akajev had verbrand. Maar de persvoorlichter houdt vol dat hij niet is gevlucht. 'Hij is tijdelijk afwezig', zegt hij. 'Hij is gewoon niet meer op zijn werk gekomen, niets bijzonders.' Verbaasde hem dat dan niet? De perschef overlegt met zijn assistent: 'Tja, waarom verbaasde ons dat eigenlijk niet?'

Mamasadyk Bakirov, tot vorige week loco-burgemeester van Osj, is nu de trotse bezitter geworden van de zwarte Mercedes van zijn voorganger. Vanachter diens brede bureau verzekert hij, gestoken in een keurig pak met krijtstreepje, dat alles zijn oude gang gaat. 'Ik heb bijna niemand vervangen. Iedereen is weer aan het werk.' Dus de revolutie is voor niets geweest? 'Nee, nee', zegt hij, 'het volk is nu aan de macht.' Om de corruptie te bestrijden heeft het stadsbestuur twee klaaglijnen geopend, vertelt hij trots. 'Alle klachten komen bij mij persoonlijk terecht.'

Was er dan veel corruptie onder zijn voorganger? 'Kennelijk wel', geeft de nieuwe burgemeester toe. 'Anders was het volk niet de straat opgegaan, maar persoonlijk heb ik er nooit iets van gemerkt. Als ik het had gemerkt, had ik het meteen verboden.' Zijn voorganger zit nu in Bisjkek, vertelt hij. 'Vlak voor hij wegging, heeft hij mij nog gebeld om me sterkte te wensen. Je kent de stad, ik weet dat jij het kan, zei hij.'

Op de bazaar krioelt het van de mensen tussen de stalletjes met rijst, groenten, kippen, meel, kruiden en felgekleurde tapijten die vrijwel allemaal afkomstig blijken uit China, achter de besneeuwde bergen die zich in de verte verheffen. 'Alles komt tegenwoordig uit China', klaagt een handelaar. 'Akajev heeft de deur voor hen opengezet. Nu zitten die Chinezen overal te brabbelen in hun onverstaanbare taaltje.'

Het grootste probleem met Akajev was dat hij te vriendelijk was, legt een kruier uit. 'Hij glimlachte altijd vriendelijk.' Heel wat anders dan president Karimov die in het naburige Oezbekistan met harde hand over zijn volk regeert, zegt hij. 'Hem zie je nooit glimlachen. Hij is wreed. Zo moet het ook. In Oezbekistan draait de industrie op volle toeren, maar hier bij ons liggen bijna alle bedrijven stil. Niemand heeft werk.'

In de praktijk heeft Osj meer contact met Oezbekistan dan met de hoofdstad Bisjkek, dat slechts per vliegtuig of met een twaalf uur durende autorit door de bergen bereikbaar is. Maar na het uitbreken van de Kirgizische volksopstand heeft de Oezbeekse dictator direkt de grens gesloten, uit vrees dat het democratische virus ook zijn volk zal aansteken. Ruim de helft van de bevolking van Osj is Oezbeeks, dus is Karimov bang dat zij het zaad van de revolutie verder in de Fergana-vallei zullen verspreiden, tot diep in Oezbekistan.

Bij de grensovergang, vijftien kilometer buiten Osj, is het stil. Achter de slagbomen staan Oezbeekse grenswachters in camouflagepak te lummelen in de zachte lentezon. Er valt weinig te doen. Alleen buitenlanders worden toegelaten en een enkeling die een ticket voor een vlucht uit Oezbekistan heeft.

De eigenaar van een wisselkantoortje moppert dat hij al dagen bijna geen zaken doet. Normaal heeft hij ruim vijfhonderd klanten per dag, maar nu slechts een stuk of dertig. Toch vindt hij dat Karimov groot gelijk heeft, dat hij de grens heeft dichtgegooid. 'Als ik president was, had ik dat ook gedaan om die dronkelappen buiten te houden. In Oezbekistan slaat de president met de vuist op tafel, zoals het hoort. Onze president was veel te zacht. Hij had meteen de politie op die demonstranten moeten afsturen', zegt hij.

Van politieke activiteit valt in Osj niets te bespeuren. Iedereen is te druk bezig te overleven. Langs de straten, die naar bloeiende kersenbomen geuren, verkopen mensen benzine die uit Oezbekistan is gesmokkeld. Om de tien huizen staat wel een kratje met plastic flessen met benzine van twijfelachtige kwaliteit buiten.

Als je vraagt waar de politieke partijen kantoor houden, haalt iedereen zijn schouders op. Ja, het partijkantoor van Akajevs Alga Kyrgyzstan (Kirgizië Vooruit, in de volksmond Kirgizië Achteruit genoemd) weten ze wel. Maar dat blijkt inmiddels verlaten. De ruiten zijn ingegooid en de ingang is verzegeld.

Hoofdredacteur Jevgeni Brezlavski van de plaatselijke krant Echo Osja (De echo van Osj) weet het ook niet. Hij zit somber achter zijn bureau en zucht zwaarmoedig, alsof hij door een onbegrijpelijke natuurramp is getroffen. 'Er is hier niets veranderd. Ja, de burgemeester is weg, maar de rest kenden we al lang. Alleen zitten ze nu op een andere stoel', vat hij de politieke situatie samen.

Iedereen lijkt blij dat de revolutionaire storm is overgewaaid en dat het niet tot nieuwe botsingen tussen de Oezbeken en de Kirgiezen gekomen is, zoals begin jaren negentig, toen duizenden mensen werden afgeslacht in de Fergana-vallei. 'Natuurlijk was iedereen bang dat het weer tot een bloedbad zou komen. Dat hebben we al eens meegemaakt', zegt Rachmatoello Karimov, de geestelijk leider van de moslims in Osj. Geruchten dat het moslimfundamentalisme na de val van Akajev de kop zal opsteken in de Fergana-vallei, noemt hij 'overdreven'.

In de vallei opereert een ondergrondse radicaal-islamitische partij, dat een islamitisch kalifaat wil vestigen in Centraal-Azië. Maar die beweging heeft vrijwel geen aanhang, verzekert iedereen.

Van over de bergen lijkt het politieke nieuws uit Bisjkek maar bij flarden door te dringen in Osj. Is het waar dat Feliks Koelov, een van de nieuwe leiders, nu al is opgestapt?, wil een man weten. Jammer, want al komt Koelov uit het noorden, toch lijkt hij de sterke man die het land nodig heeft, vindt hij. Interim-president Koermanbek Bakijev is wel iemand uit het zuiden, bij Dzjalal-Abad. 'Maar hij is te zacht, te vriendelijk, net als Akajev.'

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden