Situatie kinderopvang zorgelijk
De kinderopvang kan veel beter. Ter verlichting van hun zorgtaak, zo bepleiten Harriet Vermeer e.a., zouden de leidsters bijgestaan moeten worden door groepsassistenten`....
Ouders moeten arbeid en zorg kunnen combineren. Dat is de inzet van de Wet kinderopvang die op 1 januari van dit jaar in werking trad. Maar volgens de Nederlandse Gezinsraad houden ouders hun jonge kind liever thuis dan het in de kinderopvang te stoppen`. Dat wijst niet op een florissant beeld van de professionele kinderopvang. Is dat beeld juist?
Het Nederlands Consortium Kinderopvang Onderzoek (NCKO) heeft net de derde landelijke peiling naar de kwaliteit van kinderdagverblijven afgesloten. De conclusie: de kwaliteit van de kinderopvang is verder gedaald sinds 1995 en 2001. De Nederlandse kinderopvang is zijn internationale toppositie kwijt. Vooral op de aspecten gezondheid, hygiëne, fysieke veiligheid (individuele zorg) en de aanwezigheid en toegankelijkheid van ontwikkelingsmateriaal (activiteiten) blijven de kindercentra achter bij internationale standaarden. De kwaliteitsdaling geldt niet voor de sensitiviteit van de leidsters, een kernaspect van het pedagogisch werk.
De afgelopen tien jaar groeide de kinderopvang enorm. Inmiddels maakt een kwart van alle kinderen van 0 tot 4 jaar er gebruik van. Echter, sinds de invoering van de Wet kinderopvang gaan er geluiden op dat ouders om financiële redenen niet (meer) kiezen voor professionele kinderopvang en stoppen met werken, of zelf opvang regelen. Het kabinet heeft aangekondigd volgend jaar 200 miljoen euro extra uit te trekken, onder andere als tegemoetkoming aan de ouders. De vraag is of deze forse steun voor de kwantitatieve groei niet gepaard moet gaan met een flinke investering in het verhogen van de kwaliteit. Ons onderzoek laat zien dat de kwaliteit van de kinderopvang op teveel plaatsen onvoldoende is.
De Wet kinderopvang verwijst naar opvang die bijdraagt aan een goede en gezonde ontwikkeling van het kind in een veilige en gezonde omgeving` (artikel 49). De wetgever hecht belang aan hygiëne en fysieke veiligheid, maar ook aan goede stimulansen voor de ontwikkeling van de kinderen en aan hun sociaal-emotionele veiligheid. Kinderen alleen opvangen` is onvoldoende.
Het NCKO heeft in de eerste helft van dit jaar een landelijke meting verricht naar de kwaliteit van kinderdagverblijven. Het is de derde peiling van het afgelopen decennium. Telkens is de kwaliteit bepaald in veertig tot vijftig verschillende kinderdagverblijven op basis van enkele uren nauwgezette observatie per kinderdagverblijfgroep.
De recente peiling laat helaas een relatief laag niveau zien van de gemiddelde kwaliteit. De scores voor de totale kwaliteit waren, op een schaal die loopt van 1 tot 7, gemiddeld iets hoger dan 3, waarbij onderscheid gemaakt wordt tussen onvoldoende (lager dan 3), middelmatig (van 3 tot 5) en goed (5 of hoger). Dit betekent dat de opvang weliswaar voldoet aan de meest basale criteria, maar tekortschiet als naar individuele ontwikkelingsmogelijkheden van kinderen wordt gekeken. Geen enkele groep valt volgens internationaal aanvaarde normen in de categorie goed, 60 procent valt in de categorie middelmatig en 40 procent in de categorie onvoldoende. In twintig van de vijftig kinderdagverblijven wordt opvang geboden van onvoldoende kwaliteit.
Er is sprake van een significante daling in kwaliteit. Waar in 1995 geen opvang van onvoldoende kwaliteit werd aangetroffen, is dit in 2001 6 procent en in 2005 zelfs 40 procent. In 1995 kreeg 37 procent van de kindercentra het predikaat goed`, in 2001 was dit gedaald tot 18 procent en in 2005 zijn er geen kinderdagverblijven die in deze categorie vallen.
Vergeleken met tien jaar geleden is de kwaliteitsdaling merkbaar op alle geobserveerde onderdelen, maar niet in dezelfde mate. In 2005 is de gemiddelde kwaliteit van de onderdelen individuele zorg` en activiteiten` onvoldoende, van ruimte/meubilering` en taal` net voldoende en van het onderdeel interacties` ruim voldoende. In 2005 zijn de leidsters nog altijd in behoorlijke mate sensitief, dat wil zeggen dat zij emotionele steun geven aan de kinderen. De sensitiviteit van de leidsters is gemiddeld ruim voldoende. Een belangrijk gegeven, want een sensitieve leidster geeft kinderen een gevoel van veiligheid dat de basis vormt voor hun welbevinden.
Tien jaar geleden stond Nederland nog hoog op de wereldranglijst. Recente internationale studies, met dezelfde meetinstrumenten, laten zien dat Nederlandse groepen kwalitatief sterk achterblijven bij die van bijvoorbeeld Duitsland, Canada en de Verenigde Staten.
Over de vraag waarom de kwaliteit zo is gedaald, kunnen we slechts speculeren; het NCKO heeft daar geen onderzoek naar gedaan. Misschien ligt de oorzaak deels in de expansieve groei van kindercentra , alsmede in een tekort aan gekwalificeerd personeel en een hogere werkdruk.
Betekent dit alles dat de kwaliteit van kinderopvang in Nederland onverantwoord is? Het antwoord is nee, vanwege de kwaliteit van de interacties tussen leidsters en kinderen. Maar de situatie is wel zorgwekkend. De dalende trend moet worden omgebogen. Als we willen dat kinderopvang meer is dan louter opvang`, moeten we grootscheeps investeren in de kwaliteit. Kinderdagverblijven moeten voldoen aan de basale eisen van hygiëne en veiligheid. Er moet meer aandacht komen voor pedagogische activiteiten in een verantwoorde omgeving. Dit vergt niet alleen een materiële investering in de aanschaf van meer en gevarieerder ontwikkelingsmateriaal, maar ook een betere toegankelijkheid en benutting van dat materiaal. Ten slotte pleiten wij voor groepsassistenten` die de zorgtaak van leidsters verlichten, opdat die zich meer kunnen richten op hun pedagogische taak.