‘Sinds kort zitten we ook in San Francisco’

Ze begonnen in 1999 op een zolderkamer met hun opensourcesoftwarebedrijf Hippo, Jeroen Verberg en Tjeerd Brenninkmeijer. ‘Internet was booming, maar goede tools ontbraken nog’, herinnert Verberg zich. In die tijd waren er relatief weinig softwareprogramma’s en de makers hielden meestal geheim hoe programma’s geschreven waren. ‘Maar wij voorzagen al dat door internet open source (het delen van informatie over het maken van software, red.) een enorme impuls zou krijgen’, zegt Verberg.

Verberg en Brenninkmeijer, beiden econoom, huurden aanvankelijk programmeurs in voor hun opdrachten. Totdat Arjé Cahn in 2000 erbij kwam als technische man. ‘Toen namen we al snel onze eerste programmeur aan en verhuisden we naar een kantoorruimte’, blikt Verberg terug.

Daarna ging het hard. Hippo kwam onder meer als enige opensourceleverancier in de Deloitte Technology Fast 50, met een omzetgroei van 517 procent over vijf jaar. Nu heeft Hippo meer dan 40 werknemers en kantoren in Amsterdam en sinds kort ook in San Francisco. ‘In de Benelux zijn we goed bezig en de overname van een branchegenoot in de VS zorgt direct voor aansprekende klanten. Zo kunnen we internationaal snel groeien’, stelt Verberg.

‘We kiezen onze medewerkers nauwkeurig uit. Bij Hippo moet je passen’, zegt Brenninkmeijer. ‘Wij zijn geen detacheerder, bij wie het niet uitmaakt wat je achtergrond is. Tijdens het selectieproces laten we kandidaten intern een presentatie geven. Als mensen daar niet goed mee kunnen omgaan, weten we dat ze niet geschikt zijn voor Hippo.’