Showgirls kreeg steeds meer waardering, ook zonder ironie
Soms krijgt een film postuum alsnog de roem die ze verdient. Soms ook niet.
Je hebt slechte verliezers en heel slechte verliezers. De Franse filmmaker Paul Verhoeven (ja, dus niet de Nederlandse) behoort tot de laatste categorie. In 2009 stuurde hij zijn film Teenagers naar het festival van Cannes. Het festival wilde zijn film over allerlei relaties tussen puberjongens niet hebben.
Kan gebeuren natuurlijk - jaarlijks krijgen duizenden filmmakers die boodschap van het belangrijkste filmfestival ter wereld. Maar volgens Verhoeven was de reden van de afwijzing 'homofobie'. Deze week begon hij een rechtszaak tegen het festival.
Kansloos. Wie het festival enigszins kent, weet dat Cannes niet vies is van een beetje homoseksualiteit. Volgens het festival zelf was de film simpelweg niet goed genoeg. De trailer en de slechte recensies pleiten niet voor Verhoevens zaak.
We hebben het hier - nogmaals - níét over de Nederlandse regisseur Paul Verhoeven. Maar ik moest hierdoor wel aan hem denken, en aan zijn film Showgirls. Die film, over een opportunistische stripper in de dog-eat-dog-danserswereld van Las Vegas, werd in 1996 werkelijk neergesabeld. Het leverde Verhoeven zeven Razzies (een soort omgekeerde Oscars) op, waaronder die voor slechtste film. In 2000 kreeg hij zelfs een Razzie voor 'de slechtste film van het decennium'.
Iedereen vond de film dus afschuwelijk, behalve Verhoeven, die overigens zelf zijn Razzies kwam ophalen. 'Ik ben geloof ik de enige die hem echt leuk vindt', zei hij twee jaar geleden nog in een interview met Rob van Scheers in de Volkskrant.
Maar dat is niet zo. Na de release werd Showgirls eerst camp, een film om mee te dwepen, een die 'zo slecht is dat het weer goed wordt'. Het werd een hit op cultfilmavondjes, waarbij uitgelaten twintigers bij elke blote tiet een slok bier moesten nemen. Door de dvd-verkoop veranderde Showgirls van een flop alsnog in een van de twintig financieel succesvolste MGM-films.
En de revival ging verder. Met de jaren kwamen er steeds meer mensen die Showgirls ook zonder ironie een goede film durfden te noemen. Filmmakers als Quentin Tarantino, Jim Jarmusch en Jacques Rivette. En recensenten, zoals bijvoorbeeld Robbie Collin van de Britse krant The Telegraph. Die had de dvd uit Nederland laten komen, ging er eens lekker voor zitten, maar werd weggeblazen door de 'sickly vibrancy, moral trickiness and wicked satirical bite of this triumphant A Star is Born-riffing sleaze-'em-up', schreef hij in 2013.
Criticus Adam Nayman schreef vorig jaar een boek over de film, It Doesn't Suck, waarin hij Showgirls puur op artistieke kwaliteiten beoordeelt. Niet de film is veranderd, benadrukt hij, maar de kijker. De liefhebbers snappen nu dat de film met opzet zo vet wordt aangezet. Ze waarderen de duistere, nihilistische satire die verstopt zit in de parade van bloot, in plaats van erdoor te worden afgestoten.
De Franse Paul Verhoeven kan een belangrijke les leren van zijn Nederlandse naamgenoot: wie er echt van overtuigd is dat de wereld niet klaar is voor zijn meesterwerk, kan beter achterover leunen en afwachten. Als het terecht is, geeft de geschiedenis je gelijk. En anders kun je beter in stilte je wonden likken.