Sheila Sitalsing: 'Echte tragiek van gaswinning is dat er vanuit Den Haag geen serieus antwoord komt'
Bij Stand.nl, het inbelprogramma op NPO Radio 1 dat al gewone mensen aan het woord liet lang voordat eerbiedige interviews met Henk en Ingrid in de mode raakten, werd het gisterochtend nog als een stelling geponeerd waarover debat mogelijk is. Iets waar je voor of tegen kunt zijn: 'De problemen van de Groningers zijn niet serieus genoeg aangepakt, ja of nee?'
Vroeger informeerde je dan of de paus katholiek was.
Voor de constatering dat de Groningers in het aardbevingsgebied al jaren schandelijk worden behandeld, in hun onverkoopbare huizen ver buiten de ring A10, hadden we niet nóg een rapport nodig van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. Maar prettig is het wel dat OVV-voorzitter Tjibbe Joustra in de gisteren verschenen evaluatie Aardbevingsrisico's in Groningen nogmaals helder uitlegt wat alle vrome ik-voel-uw-pijnpraatjes van het vertrekkende kabinet waard zijn: niet veel.
Zeker, er is geld gekomen om extra Alabastine in de scheuren te smeren en een coördinator die door geen hond wordt vertrouwd, alsmede de belofte dat er minder gas zal worden opgepompt - al kan er niet bij worden beloofd dat daarmee de aarde minder zal beven. Ze hebben er schamper de schouders over opgehaald, de 14 duizend Groningers die zich niet veilig voelen in hun huis, en de 4.000 mensen met psychische klachten, en de 76 duizend gedupeerden die schade hebben gerapporteerd, en de 30 gezinnen die met spoed uit hun huis moesten, en de 100 huishoudens wier huis moest worden afgebroken.
Het woord 'vertrouwen' staat drie keer in het nieuwe evaluatierapport. In de mondelinge toelichting noemde Joustra het veel vaker, want dat is de kern: naar vertrouwen is het lang zoeken in Groningen. Vertrouwen in een overheid die aan de kant van de mensen staat, heel simpel, een overheid die dingen doet die in het belang zijn van de mensen.
Het was inspecteur-generaal Harry van der Meijden van het Staatstoezicht op de Mijnen, de instantie die de risico's van de gaswinning in het Noorden moet vaststellen, ook al opgevallen: 'Burgers vragen zich af of overheden het wel goed met hen voorhebben', constateerde hij afgelopen november in Het Financieele Dagblad. Het homerische gelach dat daarop uit het gaswingebied opsteeg, konden we tot diep in de Randstad horen.
Om het vertrouwen terug te winnen - als het al terug te winnen valt - moet veel meer gebeuren dan royale, materiële compensatie voor geleden schade en versterking van wankele huizen, stelt Joustra. Zo is het idioot dat de NAM - veroorzaker van de schade, eerste belanghebbende bij voortgaande gaswinning - nog steeds een rol speelt bij het afhandelen van de schade, of preciezer: bij het traineren van de afhandeling. En zo is het nog raarder dat het dossier gaswinning in Den Haag de primaire verantwoordelijkheid is van het ministerie van Economische Zaken, een ministerie dat zoveel verschillende petten op heeft dat het er zelf ook geregeld van in de war raakt. Het belangrijkste, Joustra herhaalde het vijf keer, is dat de mensen in het wingebied een nieuw toekomstperspectief krijgen, een antwoord op de vraag waar het heen gaat, met hen, met de grond waarop ze wonen.
Dat vanuit Den Haag geen serieus antwoord op die vraag wordt geformuleerd, is de echte tragiek van de gasbel van Slochteren.