Sfeer aan tafel beïnvloedt score
Voor spek en bonen meespelen is geen aanlokkelijk vooruitzicht. Elf van de 55 paren die in het najaar van 2001 aan het Melchemie-topcircuit begonnen, haakten na drie heats gedesillusioneerd af....
Vijftien paren konden zich alleen nog via een eerste of tweede plaats in de vierde heat kwalificeren en kwamen met deze wonderbaarlijke redding in het achterhoofd vechtlustig naar het André Boekhorst Centrum in Utrecht.
De bovenste negen paren na drie van de vier voorrondes hadden nog wel zin in een van de, zij het minimale, dagprijzen. Zij speelden met een finaleplaats op zak ontspannen mee.
In de opzet van de cyclus is de mogelijkheid ingebouwd een volledig weekeinde te schrappen. Je speelt in totaal 360 spellen, waarvan een serie van negentig spellen afvalt. Een twijfelachtig reglement. Het schiep wel de spannende situatie dat twintig paren voor aanvang van het slotweekeinde volop in de race waren voor een van de nog beschikbare zeven plaatsen in de eindstrijd.
Zondagmiddag, nog 25 spellen te gaan, dunde het aantal van twintig kanshebbers uit tot tien. Op de verschillende tafels uiteenlopende emoties. Lusteloosheid troef bij de kanslozen; een ongedwongen stemming bij de prijskaarters. Voor een klein aantal de nerveuze spanning van een enerverende eindsprint. Techniek bepaalt lang niet altijd alles. Ook deze keer stond het buiten kijf dat de sfeer aan tafel en de houding en instelling van de spelers de scores in hoge mate beïnvloedden.
De lange afvalrace produceerde uiteindelijk zestien finaleparen die tijdens de paasdagen op de bridgeboerderij 't Onstein in Vorden om de eer en prijzen strijden. Het jonge paar Bas Drijver/Frank Burghout versaagde in geen enkele van de voorrondes en voert de ranglijst aan. Zes paren uit de nationale kernploeg kwalificeerden zich. Dit kan het teleurstellende feit niet verhullen dat de vier andere kernploegparen jammerlijk de boot misten. Verder een rijk geschakeerd deelnemersveld. De vrouwen Bep Vriend/Marijke van der Pas; het gemengde paar Elly/Henk Schippers; de junioren Jeroen Bruggeman/Niels de Groot en de Belgen Michel Bolle/Faramarz Bigdeli. De resterende zes plaatsen zijn voor door ervaring gepokt en gemazelde paren die beslist tot een verrassing in staat zijn.
Een verschillende keuze bij de opening in diagram 1 resulteerde in grote verschuivingen.
Zie diagram 1
west noord oost zuid
-- -- 3* 4*
dbl pas pas pas
Oost meende met een preëmptieve 3*-opening zand in de raderen van het biedsysteem van noord-zuid te strooien. Het tegendeel bleek waar. West zag, met zelf een renonce in klaveren, een potentiële misfit in oost-west en koos voor een strafdoublet. Na de uitkomst met *A vonden oost-west zowel de ruiten- als de klaverenintroever voor drie down.
west noord oost zuid
-- -- pas 1*
2* pas 4* 4*
6* pas pas pas
Na een rustige pas door oost en een 1*-opening in zuid kon west met 2* een tweekleurenspel met een vijfkaart harten en een vijfkaart in klaveren of ruiten aanbieden. Oost vond de driekaart hartensteun, de doubleton ruiten en *A voldoende voor een sprong naar de manche, hetgeen voor west de verhoging naar slem onvermijdelijk maakte.
Het spel in 6*: schoppen voor het aas en een schoppen getroefd. Trek een keer troef met *A. Speel *AH en troef een ruiten. Valt *V, of de ruiten drie-drie, dan met *H de laatste troef opgehaald. Bij een vier-twee verdeling van de ruiten, met een ingetroefde klaveren naar west en nog een ruiten getroefd.
In diagram 2 een belangrijke thema uit het competitieve bieden.
Zie diagram 2
west noord oost zuid
-- -- 2* 2SA
pas 3SA pas pas
pas -- -- --
Na de Muiderbergse 2*-opening, zwak tweekleurenspel, telde zuid de honneurs, kwam tot zestien punten met een evenwichtige verdeling en bood 2SA. Noord verhoogde met tien punten automatisch naar de manche die na de te verwachten schoppenuitkomst kansloos bleek.
west noord oost zuid
-- -- 2* dbl
3* dbl pas 4*
pas pas pas --
Bied nooit SA na een vijandelijke opening als de hand daar positioneel niet geschikt voor is. Het schoppenbezit van zuid, *A9, is inderdaad volstrekt verkeerd voor een bod in SA. Oost-west werken die kaart er immers vanaf de uitkomst direct uit. De zuidhand oogt geschikter voor een troefcontract en het informatiedoublet van zuid was een beter plan. Het teruggekaatste doublet van noord op 3* bracht zuid op het idee van de vier-drie fit voor betere manche in harten.
Het afspel in 4*: schoppen voor het aas van de leider. Een kleine ruiten uit zuid, west een kleine ruiten (*B helpt niet); de leider koos juist door *10 te spelen. Hij trok de troeven en speelde *A, *H en troefde een ruiten voor tien slagen.
West miste in diagram 3 jammerlijk een door zijn partner perfect gebaand pad.
Zie diagram 3
west noord oost zuid
-- -- -- 2*
pas 2* pas 3SA
pas pas pas --
West kwam uit met een kleine schoppen, via *V voor de heer van zuid. De leider begon met *H voor het aas van west die schoppen doorspeelde. In de dummy *8. Oost, die in zuid een secce *AH uittelde, legde met vooruitziende blik een kleine schoppen en zuid kwam met *A aan slag. De leider ging verder met harten en maakte met *10 de slag. De derde hartenslag was voor *V van west, oost *2 weg, wat leidde het vroege eindspel in diagram 4.
Zie diagram 4
West nam tevreden maar onnadenkend *B mee en speelde schoppen door zodat oost met *10 aan slag kwam. Zuid gooide op de twee schoppenslagen *B4 af. Oost speelde klaveren na voor de aas van de leider die met harten naar *B in de dummy overstak. Wat kon west afgooien? Klaveren heer, dan is *10 in noord hoog. Een kleine ruiten, dan maakt zuid met *AHV10 vier slagen.
De kans door west hopeloos gemist. Aan slag met *V en in de wetenschap dat oost nog *106 heeft, kan west - zonder eerst de schoppen te incasseren - *H spelen. De leider wint het aas en speelt ook de vierde harten; nu kan west *B afgooien, komt met *B of *V aan slag en steekt dan over naar *10 van oost die met de laatste schoppen de downslag maakt.