Nieuws
Servië brengt leger in hoogste staat van paraatheid door oplopende onrust in Kosovo
Na weken van oplopende spanningen tussen Servië en buurland Kosovo zijn de Servische strijdkrachten nu in de hoogste staat van paraatheid gebracht. Dat heeft de Servische minister van Defensie Milos Vucevic maandagavond laat gezegd.
Het Servische leger is de afgelopen jaren meermaals in verhoogde staat van paraatheid gebracht vanwege de oplopende spanningen met Kosovo. De laatste weken groeit de onrust er opnieuw, nadat honderden Servische medewerkers van de Kosovaarse politie en justitie hun werk neerlegden uit protest tegen een controversieel besluit om Serviërs in Kosovo te verbieden in Belgrado afgegeven kentekenplaten op hun auto’s te gebruiken. Het beleid werd uiteindelijk, door bemiddeling van de Verenigde Staten, geschrapt, maar toen was de geest al uit de fles.
Volgens Vucevic is het leger nu klaar om ‘gewapend geweld’ te gebruiken indien dat nodig blijkt. Hij voegde daaraan toe dat de Servische president Aleksandar Vucic ook opdracht heeft gegeven om het aantal speciale strijdkrachten op te schalen, van de huidige 1.500 manschappen naar 5.000.
Generaal Milan Mojsilovic, hoofd van het Servische leger, zei dat Vucic hem naar de grens met Kosovo heeft gestuurd. ‘De situatie is er complex’, zei Mojsilovic. Er zou zondag zijn geschoten. Vredesmacht KFOR, die geleid wordt door de NAVO, zei onderzoek te doen naar het schietincident.
Kosovo verklaarde zich in 2008 onafhankelijk van Servië. Maar de Servische regering in Belgrado, gesteund door onder meer Rusland en China, weigert die onafhankelijkheid te erkennen. De meeste EU-landen en de VS beschouwen Kosovo wel als onafhankelijk land.
Oplopende spanningen
Deel van de reden van de oplopende spanningen is het feit dat Kosovo half december lokale verkiezingen had willen organiseren in veel gemeenten waar een meerderheid van de inwoners etnisch Servisch is. Die verkiezingen werden echter tot april uitgesteld, nadat ook de aankondiging van dat plan tot grote verontwaardiging had geleid en de belangrijkste Servische politieke partij in Kosovo had aangekondigd de verkiezingen te boycotten.
Vervolgens werd op 10 december in Kosovo een voormalige politieman gearresteerd wegens vermeende betrokkenheid bij aanvallen op etnisch-Albanese politieagenten. Die arrestatie leidde opnieuw tot grote woede onder etnische Serviërs, die wegbarricades opwierpen en zo het verkeer rond twee grensovergangen lamlegden.