NieuwsDecentralisatie van zorg
SCP: Verschuiven van zorg naar de gemeenten blijkt een misrekening van het Rijk
Veel kwetsbare burgers blijken minder zelfredzaam dan gedacht, en mensen zijn ook niet méér voor elkaar gaan zorgen omdat de overheid dat zo heeft bedacht. Dat was wel de verwachting toen de gemeenten in 2015 de zorg voor kwetsbare inwoners gingen uitvoeren. Nu de uitgangspunten waarmee de gemeenten aan de slag gingen niet reëel blijken te zijn, moet het Rijk ze aanpassen.
Dat concludeert het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP), vijf jaar nadat de gemeenten verantwoordelijk werden voor de jeugdzorg, de ondersteuning van mensen met een beperking (WMO) en het aan het werk helpen van mensen met een arbeidsbeperking (de Participatiewet). Het idee was dat burgers meer zelf zouden gaan doen en meer voor elkaar zouden gaan zorgen, en dan zouden gemeenten de jeugdzorg en andere zorg voor kwetsbare inwoners beter en goedkoper kunnen gaan uitvoeren dan het Rijk.
Te optimistisch
‘De aannames vooraf bleken te optimistisch’, zegt SCP-onderzoeker Mariska Kromhout. Ze benadrukt dat gemeenten veel mensen goed helpen, maar niet allemaal. Kinderen met complexe problemen, bijvoorbeeld, moeten nu veel te lang wachten op hulp. En de mensen met de grootste afstand tot de arbeidsmarkt, die voorheen terecht konden in de sociale werkplaatsen, zitten nu vaker thuis. ‘Het Rijk moet nu, samen met de gemeenten, werken aan het oplossen van dergelijke knelpunten’, zegt Kromhout. ‘Niets doen is geen optie.’
Heeft de decentralisatie van de zorg Nederland gebracht wat ervan was gehoopt? Dit was de vraag die het SCP wilde beantwoorden met deze studie. Vooraf had het Rijk daarover duidelijke ideeën geformuleerd waarbij meer zelfredzaamheid centraal stond. Gedacht werd ook dat lichtere hulp door gemeentes zou leiden tot een vermindering van de vraag naar bijvoorbeeld zwaardere jeugdzorg.
Die verwachtingen zijn niet uitgekomen. Het aantal mantelzorgers is niet toegenomen. De gemeentelijke investeringen in wijkteams die ‘lichte’ zorg verlenen leidt niet tot minder vraag naar zwaardere en duurdere zorg. En er zijn ook niet meer werkgevers die mensen met een beperking in dienst nemen, zoals vooraf was gehoopt.
Voor elkaar zorgen is niet af te dwingen
Het SCP constateert dat te hoge verwachtingen van ‘eigen kracht’ en ‘zelfredzaamheid’ zelfs averechts kunnen werken: dergelijke begrippen kunnen burgers juist ontmoedigen. Bovendien is voor elkaar zorgen niet eenvoudig af te dwingen door de overheid. Daar komt dan ook nog eens bij dat de regelgeving zo complex is, dat burgers en professionals er gemakkelijk in kunnen verdwalen. Veel gemeenten kampen inmiddels met grote financiële tekorten door de opgelopen kosten van de zorgtaken.
Het is niet voor het eerst dat het SCP deze knelpunten signaleert. ‘Maar eerst werd gezegd: het zijn opstartproblemen, dit is een zaak van de lange adem’, zegt Kromhout. ‘Nu, na vijf jaar kunnen we zeggen dat deze problemen niet vanzelf weggaan. Nu kun je vragen aan het Rijk: ga terug naar de tekentafel.’
De filosofie van deze decentralisatie van zorg komt uit de politiek. Zij is op rijksniveau bedacht en door gemeenten overgenomen, zegt Kromhout. ‘Toen het zorggebruik begon toe te nemen, kwam het verhaal dat de burger minder op de overheid zou moeten leunen. Maar in de praktijk valt het tegen hoeveel steun mensen uit hun eigen netwerk kunnen krijgen.’
De overheid zou moeten nadenken over de vraag hoeveel zelfredzaamheid je van burgers kunt verwachten. ‘Het moet ook duidelijker worden voor burgers waar zij moeten zijn voor welke hulp. Daar kunnen gemeenten ook zelf iets aan doen. Er moet wat gebeuren, want de knelpunten lossen niet vanzelf op.’
Lees ook
PGB is hoofdpijndossier voor De Jonge
Minister van Volksgezondheid Hugo de Jonge worstelt al jaren met de invoering van een nieuw stelsel voor het persoonsgebonden budget. De parlementaire onderzoekscommissie naar uitvoeringsproblemen bij de overheid kan zijn hart ophalen. ‘Het is Kafka.’