Score kind van hoogopgeleide ouders daalt
De prestaties van basisschoolkinderen met hoogopgeleideouders zijn tussen 1995 en 1999 gedaald. Dat blijkt uit onderzoek van het SCO-Kohnstamminstituut en het ITS in opdracht van het ministerie van Onderwijs....
Om het niveau van basisschoolleerlingen te meten, wordt meestal de Cito-eindtoets gebruikt. Sinds 1995 is de gemiddelde score van de leerlingen van groep acht min of meer stabiel. Maar er blijken grote verschillen te zitten tussen groepen leerlingen.
Kinderen met goed opgeleide ouders zijn er op achteruit gegaan. Ze scoren ruim één punt lager op de Cito-eindtoets dan vergelijkbare kinderen in 1995. Voor het individuele kind maakt één punt meer of minder weinig verschil. Pas bij vier punten minder moet het kind naar een lager type vervolgonderwijs: bijvoorbeeld naar havo in plaats van vwo.
SCO-onderzoeker J. Roeleveld spreekt van een 'bescheiden daling'. Ook de Twentse socioloog R. Bosker is niet gealarmeerd. 'Ik hou het op een klein dipje.' De Amsterdamse onderwijssocioloog J. Dronkers is het daar niet mee eens. 'In 1995 wisten kinderen met goed opgeleide ouders méér dan vergelijkbare kinderen in 1999. Het niveau van het onderwijs daalt echt. Dat is geen borrelpraat meer.'
Terwijl de scores van kinderen uit goed opgeleide milieus dalen, boeken allochtone kinderen enige vooruitgang. Vooral de prestaties van kinderen van Marokkaanse en Turkse afkomst zijn verbeterd. Dat neemt niet weg dat hun achterstand nog altijd heel groot is. Het merendeel van allochtone leerlingen krijgt vbo-advies. Het merendeel van kinderen met hoogopgeleide ouders krijgt tenminste havo-advies.
De vraag waarom kinderen van hoogopgeleide ouders minder zijn gaan presteren, blijft in het onderzoek onbeantwoord. Wellicht is er een verzadigingspunt bereikt nu bijna 40 procent van de kinderen naar havo/vwo gaat. ITS-onderzoeker Jungbluth meent dat de kwaliteit van de nieuwe lichting leerkrachten een rol speelt. Hoewel er grote zorg is over de kwaliteit van de pabo kan dat niet de oorzaak zijn, meent zijn collega-onderzoekster G. Ledoux. 'Zoveel verandert er niet in vijf jaar tijd.'
Jungbluth maakt zich grote zorgen over het niveau van het basisonderwijs. 'De Cito-scores hadden over de hele linie omhoog moeten gaan', meent hij. 'Het opleidingsniveau van de bevolking stijgt. Alleen al op grond daarvan zouden kinderen gemiddeld beter moeten gaan presteren.'
Schoolprestaties van kinderen worden in belangrijke mate bepaald door het opleidingspeil van de ouders. Hoe meer opleiding ouders genoten hebben, hoe beter de kinderen de Cito-toets maken.
