NieuwsVerengelsing onderwijs
Schrijvers en professoren: minister, stop de verengelsing van het hoger onderwijs
Hoogleraren, schrijvers en prominente Nederlanders roepen de Tweede Kamer in de Volkskrant op om de ‘verengelsing’ van het hoger onderwijs te stuiten. Aanleiding daarvoor is de op handen zijnde aanpassing van de Wet op het hoger onderwijs.
‘Kamerleden, de toekomst van het Nederlands ligt in uw handen.’ Met die dringende woorden opent de oproep van 180 ‘prominenten’ aan de Tweede Kamer vrijdag in de Volkskrant. Met het schrijven uiten hoogleraren, schrijvers en bekende Nederlanders – onder wie Adriaan van Dis, Frits Bolkestein en Anna Enquist – hun zorgen over het oprukkende Engels in het onderwijs.
Aanleiding is de aanpassing die minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs) wil doen in de Wet op het hoger onderwijs. Hierin zal zij ook de passage over het taalbeleid wijzigen. Het nieuwe wetsvoorstel wordt waarschijnlijk nog voor de zomer behandeld in de Tweede Kamer. Ondertekenaars van de brief lopen daar vast op vooruit en roepen Kamerleden op om de wetswijziging kritisch te bekijken.
In de huidige wettekst uit 1991 staat dat alle lessen in het Nederlands moeten worden gegeven tenzij een andere taal ‘noodzakelijk’ is. In de praktijk bleek dat rekbaar. Bijna driekwart van de masteropleidingen is inmiddels in het Engels, van de bachelorstudies is dat 23 procent.
De tekst past volgens Van Engelshoven niet meer bij deze tijd van internationalisering. Daarom komt dat criterium in de nieuwe wet te vervallen. Instellingen mogen onderwijs in een andere taal aanbieden als dat een ‘meerwaarde’ heeft ten opzichte van het Nederlands. Van Engelshoven wil er wel streng op toezien dat instellingen om de juiste reden overstappen op een andere taal.
Lees hier het opiniestuk waarin de Tweede Kamer wordt opgeroepen om de verdere verengelsing van het hoger onderwijs tegen te houden.
Te veel ruimte
Volgens de ondertekenaars laat het nieuwe wetsvoorstel te veel ruimte open om het proces van ‘verengelsing’ op hogescholen en universiteiten voort te zetten. De opmars van het Engels in de collegebanken is al jaren onderwerp van discussie. Voor veel onderwijsinstellingen is het aantrekkelijk om opleidingen in die taal aan te bieden omdat studenten van over de hele wereld zich er dan kunnen voor kunnen inschrijven.
Volgens Felix Huygen van Beter Onderwijs Nederland (BON), mede-initiatiefnemer van de oproep, verliest de Nederlandse taal haar academische status door de verengelsing. Bovendien zou dit proces de Nederlandse taalvaardigheid verschralen, terwijl het Nederlands op de arbeidsmarkt en in de maatschappij nog steeds verreweg de belangrijkste voertaal is. ‘Als je vanaf je 18de uitsluitend college volgt in het Engels, kun je nog prima een kopje koffie bestellen in het Nederlands, maar kun je niet in je eigen taal over academische onderwerpen spreken’, zegt Huygen.
Van Engelshoven laat weten dat ze ‘pal’ voor het Nederlands op universiteiten en hogescholen staat. ‘Tegelijkertijd kunnen we ook niet zonder Engels in de internationale wereld van het hoger onderwijs en wetenschap’, stelt ze. ‘Dit wetsvoorstel moet zorgen voor een juiste balans hierin.’
Eerder verplaatste het debat over de verloedering van het Nederlands zich naar de rechtszaal, waar de TU Twente en de Universiteit Maastricht zich moesten verantwoorden voor hun colleges in het Engels. ‘Voor een technische universiteit met grote internationale ambities is dat een volstrekt logische ontwikkeling.’
Vorig jaar presenteerden de universiteiten en hogescholen zelf een plan voor de problemen die de internationalisering van het hoger onderwijs oplevert. Zo zou er een studentenstop voor Engelstalige varianten binnen opleidingen moeten komen.
Het is zorgelijk dat minister Van Engelshoven de teloorgang van het Nederlands in het hoger onderwijs bagatelliseert, stellen verschillende hoogleraren en dichter Jean Pierre Rawie. ‘Het taalbeleid van de minister is als een hof waarin het Engels ongehinderd kan gedijen en het Nederlands als onkruid verpietert.’