Reconstructie
Schreeuwende rechercheurs en geen slaap: ‘Ik verklaarde wat ze wilden horen, om ervan af te zijn’
De strafzaak rond de ‘Warnsveldse pompmoord’ in 1985 is een gerechtelijke dwaling, zeggen deskundigen. Schreeuwende rechercheurs zetten verdachten in verhoren onder druk en zeiden daderinformatie voor, blijkt uit een nieuwe televisiereconstructie.
‘Je lult!’ ‘Het kán niet gegaan zijn zoals jij het vertelt!’ ‘Wij weten dat die moord buiten gebeurd is, en niet binnen.’ In het politieonderzoek naar de zogenoemde Warnsveldse pompmoord in 1985 hebben rechercheurs tijdens de – opgenomen – verhoren agressief en manipulatief druk uitgeoefend op de vier verdachten. Volgens deskundigen is daardoor sprake van valse bekentenissen en zijn vier mannen in 2004 ten onrechte veroordeeld tot celstraffen van 6 tot 8 jaar.
Dat blijkt uit een reconstructie van het rechercheonderzoek naar de moord door een groep onderzoeksjournalisten van KRO-NCRV. In hun driedelige documentaireserie, die vanaf donderdag wekelijks wordt uitgezonden, is te zien hoe de rechercheurs onder meer daderkennis voorzeggen. Ook worden de verdachten dwingend gecorrigeerd als ze onder druk iets verklaren dat niet klopt met de werkelijkheid.
De Warnsveldse pompmoord is de gewelddadige dood in 1985 van de 28-jarige Micelle Mooij, caissière van het Shell-pompstation aan de Rijksstraatweg in Warnsveld. Ze werd met messteken omgebracht en is dood gevonden naast haar auto, die bij het tankstation stond geparkeerd.
Over de toedracht tastte de politie jarenlang in het duister. Vlak voordat de zaak verjaarde, zeventien jaar na de moord, kwam een tip binnen bij de politie. Op basis daarvan werden vier mannen aangehouden: Kobus S., Marty ten B., Godfried van Haut en Hein Krombos.
Zes dagen niet geslapen
Hun omstreden bekentenissen werden afgelegd na dagenlange verhoren waarbij ze ’s nachts wakker werden gehouden met licht in hun cel, de radio aan en sleutelbossen waarmee op hun celdeuren werd gerammeld. ‘Ik had zes dagen niet geslapen’, zegt Krombos daarover. ‘Ze hebben me geestelijk gebroken. Toen ging ik verklaren wat ze horen wilden, om ervan af te zijn.’
De bekentenissen lijken onbetrouwbaar. Zo bekende Krombos in zijn dertiende verhoor pas dat het slachtoffer binnen in het tankstation was overvallen. Maar Micelle Mooij is ’s avonds buiten neergestoken, nadat het tankstation al was afgesloten. Ook zegt Krombos dat ze op de bromfiets was. Steeds als hij iets verklaart wat niet klopt, zeggen de rechercheurs hoe hij het wel had moeten zeggen.
Na talloze verhoren blijkt bovendien dat Marty ten B. het niet heeft over de gearresteerde Godfried van Haut, maar over een heel andere Godfried. Opmerkelijk is bovenal dat het zou gaan om een roofmoord, maar er was niets gestolen – zelfs de sleutel van de kluis was nog bij het slachtoffer toen ze werd gevonden.
Geen steunbewijs
De bekentenissen, die later werden ingetrokken, vinden geen steun in ander bewijs. Dna dat is gevonden op het lichaam van het slachtoffer komt niet overeen met dat van de vier mannen die werden opgepakt, hoewel het slachtoffer zich hevig lijkt te hebben verzet.
Rechtspsycholoog Annelies Vredeveldt, die is gespecialiseerd in politieverhoren, zegt dat de verklaringen ‘volledig zijn gestuurd door de politie’, en dat de bekentenissen ‘duidelijk vals’ zijn.
Oud-rechter Henk van Harreveld, die ‘de Vier van Warnsveld’ in 2002 vrijsprak wegens gebrek aan bewijs, stelt dat de veroordelingen door het gerechtshof zijn gebaseerd op een ‘tekortschietend bewijsrechtelijk wrak gebouw’ vol onbetrouwbare en tegenstrijdige verklaringen. Na de vrijspraak was immers geen nieuw bewijs aan het licht gekomen, en toch kwam het hof tot een veroordeling. Een onderbouwing daarvoor heeft hij in het arrest van het hof ‘niet gelezen’.
Een van de vier veroordeelden, Kobus S., overleed in de gevangenis. De anderen hebben hun straffen uitgezeten. Godfried van Haut streed sinds oktober 2008, toen hij vrijkwam, voor herziening van de zaak en eerherstel. Hij zei in een interview met de Volkskrant in 2009: ‘De Hoge Raad moet de zaak heropenen. Ik weet dat ik daarvoor een nieuw feit nodig heb, maar hoe kom ik daar in vredesnaam aan, 24 jaar na een moord waar ik niet bij was?’ Zijn strijd was tevergeefs: hij overleed op 22 juni 2013.
Arnhemse villamoord
Deze zaak lijkt sterk op die rond de Arnhemse villamoord, waarin negen mannen werden veroordeeld op, naar later bleek, afgedwongen verklaringen zonder verder steunbewijs, en achtergehouden ontlastende informatie. Dat leidde tot een felle juridische discussie tussen de Acas, een adviescommissie van de Hoge Raad die heropening van de Villamoordzaak adviseerde, en de Hoge Raad zelf, die stelde dat de opnamen van de verhoren niet voldeden aan het criterium voor een ‘novum’ – een nieuw feit waardoor de rechter tot een ander oordeel zou zijn gekomen. Veroordeelden die in de Puttense moordzaak en de Pettense campingmoord ook onder druk van de politie valse verklaringen hebben afgelegd, zijn inmiddels van alle blaam gezuiverd.
Advocaat Paul Acda vertegenwoordigt zowel Hein Krombos, Marty ten B. en Godfried van Hauts dochter in de pompmoord-zaak, alsook zes verdachten van de Arnhemse Villamoord. ‘De gelijkenissen in de aanpak van de politie zijn overduidelijk’, zegt hij. ‘Eerst verdachten isoleren, dan psychisch onder druk zetten en uitputten, dan tegen elkaar uitspelen, vervolgens daderinformatie voorzeggen en niet kritisch zijn op fouten in de bekentenis. Terwijl dat toch echt een rode vlag moet zijn.’
Structurele fouten
Politie en OM hebben op basis van een soortgelijke documentaireserie over de villamoord inmiddels toegezegd dat ze aan een nieuw herzieningsverzoek voor deze zaak zullen meewerken. En advocaat Acda zal over de Warnsveldse pompmoord nog dit voorjaar eenzelfde verzoek indienen bij de Hoge Raad.
Omdat het inmiddels lijkt te gaan om structurele fouten in de opsporing, ‘doen wij nu een breder onderzoek naar dit soort zaken en de systeemfouten’, aldus regisseur Joost van Wijk van de documentaireserie De Warnsveldse pompmoord. ‘Politie, OM en rechtspraak doen naar dit soort zaken zelf geen enkel actief onderzoek, terwijl het voor mensen als Hein Krombos bijna onmogelijk is om herziening aan te vragen. Dat moet echt anders.’