Nieuws
Schoolsluiting impopulairste coronamaatregel, avondklok bleek relatief goed te doen
Slechts eenderde van de Nederlanders vond het sluiten van de scholen tijdens de coronapandemie acceptabel, blijkt uit onderzoek dat het RIVM heeft laten uitvoeren. De sluiting van horeca, sportlocaties en het maximum bezoekers thuis werden als vervelender ervaren dan de avondklok.
Daarmee geniet de avondklok relatief minder impopulariteit dan gedacht. De invoering ervan ging gepaard met grote rellen in verschillende steden. Demissionair premier Rutte noemde de avondklok ‘de eerste maatregel waar je niet mee door wilt’. Maar uit het onderzoek dat in opdracht van het RIVM werd uitgevoerd door Populytics, een start-up van de TU Delft, blijkt dat 61 procent van de Nederlanders best kan leven met een avondklok als het nodig is.
De langetermijneffecten van de avondklok werden als minder ingrijpend ervaren dan bijvoorbeeld de schoolsluiting, zegt onderzoeksleider Niek Mouter, universitair docent in beoordeling van overheidsbeleid. Bovendien hebben mensen het liefst dat een maatregel iedereen even hard treft. ‘Gelijke monniken, gelijke kappen. Van maatregelen waardoor een specifieke groep, bijvoorbeeld de horeca, harder wordt geraakt, hebben mensen een afkeer.’
Vier kampen
Het onderzoek werd deze zomer uitgevoerd onder een representatieve steekproef van drieduizend Nederlanders. In eerste instantie zouden de resultaten aanstaande maandag worden gepubliceerd, maar vanwege het coronadebat dat donderdag op de agenda van de Tweede Kamer staat, verschijnt het eerder. Politici kunnen in de onderbouwing van hun toekomstige beleid op dit onderzoek steunen.
In hun beoordeling van coronamaatregelen blijken Nederlanders zich in vier kampen te verdelen. De flanken liggen ver uiteen: 5 tot 20 procent vindt bijna geen enkele maatregel acceptabel, voor 10 tot 20 procent van de mensen kan het coronabeleid haast niet streng genoeg zijn. De meeste deelnemers uit die eerste groep bezochten voor de coronacrisis veelvuldig festivals, horeca en sportverenigingen, mensen uit de tweede groep nauwelijks.
Vaccinatiegraad
Tussen de flanken zitten twee gematigde groepen, die wel een voorkeur hebben, maar wier standpunten niet in steen gebeiteld zijn. Zij zijn bereid een afweging te maken op basis van de ernst van de situatie en de aard, duur en vooral het voorspelde effect van de maatregelen.
‘Opleidingsniveau blijkt nauwelijks te bepalen in welke groep je valt’, zegt Mouter. Gepensioneerden en onderwijzers zijn sterker vertegenwoordigd in de kampen die coronamaatregelen steunen. ‘We zien dat studenten en scholieren vooral in de middengroepen zitten. Zorgmedewerkers zijn in alle groepen evenredig verdeeld.’
Of de deelnemers aan het onderzoek zich laten vaccineren en in hoeverre ze de coronamaatregelen waarderen en naleven, hangt sterk samen. In de groep die van de maatregelen gruwelt, is de vaccinatiegraad laag, bij degenen die pleiten voor een streng coronabeleid juist hoog.