Interview
Scholingssubsidie werd vaker ingezet voor een cursus nagellakken dan verpleegkunde, maar was wel ‘een raak schot’
Wie zich wil laten om- of bijscholen kan vanaf maandag weer een beroep doen op scholingssubsidie van de overheid. De eerste ronde van dit zogeheten Stap-budget kwam amper ten goede aan de kraptesectoren; toch noemt verantwoordelijk minister Karien van Gennip het een ‘raak schot’.
Toen begin maart de eerste aanvraagronde voor het Stap-budget opende, bleek niet alleen de website overvallen door zoveel belangstellenden, ook minister Karien van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stond ervan te kijken. In haar vorige baan als bestuursvoorzitter bij zorgverzekeraar VGZ had het haar altijd de grootst mogelijke moeite gekost om werknemers met schoolbanktrauma’s te interesseren voor om- en bijscholing. Nu stonden 35 duizend Nederlanders urenlang in de digitale wachtrij voor het scholingsbudget van 1.000 euro per persoon.
Maandag opent de tweede ronde van de subsidieregeling, waarvoor dit jaar in totaal 160 miljoen euro is begroot. Uit cijfers die de Volkskrant heeft opgevraagd, blijkt waaraan de eerste 32 miljoen euro is uitgegeven – en dat is in elk geval niet aan cursussen in kraptesectoren. Waar de basisopleiding verpleegkunde 28 keer werd gekozen, kon de cursus ‘nagelstyling met acryl gel’ 123 cursisten verwelkomen. Er werden meer dan tweehonderd opleidingen met de naam ‘coaching’ gevolgd, tegenover 24 in het onderwijs.
Toch vindt Van Gennip dat het kabinet met de subsidieregeling, die in de plaats is gekomen van de belastingaftrek van scholingskosten, ‘raak heeft geschoten’. Omdat het precies de doelgroep bereikte die tot voor kort nauwelijks aan om- en bijscholing deed: praktisch geschoolden. ‘Met die fiscale aftrek moest je behoorlijk wat geld verdienen om het te kunnen aftrekken en je moest het zelf voorschieten’, aldus de CDA’er. ‘Daardoor maakten vooral hoogopgeleiden er gebruik van. Nu zie je dat meer dan de helft van de aanvragers maximaal mbo heeft.’ Onder de aanvragers waren bovendien relatief veel flexwerkers.
Dat het scholingspotje door zoveel werkenden werd gevonden, is ongetwijfeld te danken aan de laagdrempeligheid ervan. Iedere 18-plusser kan eens per jaar 1.000 euro vrij besteden bij een van de ruim 20 duizend gecertificeerde opleidingen. Zij het op één voorwaarde: dat die opleiding ‘arbeidsmarktgericht’ wordt ingezet. Van Gennip: ‘Het moet je echt verder helpen in je loopbaan.’
Hoe zijn de cursussen wimperextensions en wijnbrevet door de ballotage gekomen?
‘Wimperextensions, wat je er persoonlijk ook van vindt, horen bij het werken in een schoonheidssalon. En volgens mij is het beter dat iemand in zo’n salon gaat werken, dan dat hij in de bijstand zit of een baan heeft waar hij niet gelukkig van wordt. Wat betreft het wijnbrevet moet je hard kunnen maken dat het nodig is voor jouw loopbaan, bijvoorbeeld omdat je in de horeca wilt doorgroeien. Iemand die in de administratie werkt en het op zaterdag gewoon leuk vindt om met vrienden een wijntje te drinken, dat gaat niet door.’
Hoe wordt daarop gecontroleerd?
‘Een opleider moet aantonen dat zijn activiteit arbeidsmarktrelevantie heeft. De Universiteit van Maastricht heeft daarvoor een tool ontwikkeld en daarin zit een aantal vragen. De opleider moet bovendien aan een aantal keurmerken voldoen. We hebben bij Sociale Zaken een toetsingskamer ingericht die dit in de gaten houdt. Die kijkt naar zowel de aanbieders van de opleidingen als degenen die de opleidingen volgen en kunnen ook handhaven.’
Wat kan er gehandhaafd worden?
‘Als het echt heel bont wordt, bijvoorbeeld wanneer een opleider cursussen aanbiedt die niet van goede kwaliteit zijn of wanneer hij fraude pleegt, dan kun je het geld dat hij heeft gekregen terugvorderen. Je kunt burgers die zich niet aan de voorwaarden houden ook twee jaar lang uitsluiten van volgende aanvragen. Maar natuurlijk komt er eerst een gesprek: wat ben je aan het doen? We zijn nog wel aan het uitwerken hoe we daarmee omgaan.’
De meest gekozen opleidingen zijn ‘growth marketing’, ‘digital leadership’ en ‘digital marketing’. Had u niet liever gezien dat daar stukadoor, onderwijsondersteuner en verpleegkundige had gestaan?
‘Ik vind deze top-3 prima. De wereld verandert snel en dat betekent ook dat de eisen die we aan mensen stellen veranderen. Welke baan je ook hebt, alles zal digitaler worden. Dan is het belangrijk om digitale vaardigheden op te doen, zodat je relevant blijft. Maar uw bredere vraag is natuurlijk: wat doen wij om mensen te verleiden te kiezen voor beroepen die we zo hard nodig hebben? Daar hebben we ook allemaal beleid en acties voor. Dit budget is echter gericht op wat mensen zelf willen. Als ze ervoor kiezen om zich om te laten scholen naar een kraptesector is dat mooi, maar dit gaat erom dat een individu de vaardigheden leert om langdurig inzetbaar te zijn. Er is nu nog krapte, maar dat is over een paar jaar misschien anders.’
Maar in een sector als de zorg zullen de tekorten alleen maar oplopen. Dit is toch een uitgelezen kans om de regie te pakken en te zeggen: marketeers hebben we genoeg in dit land, we hebben verpleegkundigen nodig?
‘We zijn bezig om het bredere beleid voor arbeidsmarktkrapte vorm te geven. Over vier of zes weken gaan we daarmee naar de Kamer.’
Maar waarom is déze kans niet aangegrepen om dat te doen? Bijvoorbeeld door alleen opleidingen aan te bieden in sectoren waar de nood hoog is.
‘Dan moet je het er eerst over eens zijn welke sectoren dat zijn. Daar is het nu nog te vroeg voor en je wilt ook gewoon dat mensen algemene vaardigheden, zoals digitale vaardigheden of taal, kunnen opdoen, in welke sector je ook zit. Het Stap-budget is slechts een van de pijlers van een leven lang ontwikkelen.’
Er zijn meer dan tweehonderd verschillende coachingsopleidingen gevolgd van het budget, zoals wandelcoach en kind-emotiecoach. De afgelopen jaren zagen we al een groei aan mensen die zichzelf verzelfstandigden en als coach aan de slag gingen. Leidt zo’n opleiding wel tot een betere arbeidsmarktpositie?
‘Dan ga je weer terug naar de eigen regie, die eigen verantwoordelijkheid om te kiezen voor een opleiding waarnaar veel vraag is. Als iemand een diepe intrinsieke motivatie heeft om coach te worden, dat kan aantonen en daarom naar die sector wil overstappen, dan kan dat. We leven in een vrij land.’
Is het geen glad ijs dat iemand met het Stap-budget één cursus tot kind-emotiecoach doet en zich vervolgens als coach verhuurt aan een kwetsbare doelgroep?
‘Er is een aantal beroepen in Nederland dat een beschermde titel heeft. Je mag jezelf niet zomaar tandarts noemen, maar er zijn ook veel beroepen die geen beschermde titel hebben. Waar je via dit budget wel voor kunt zorgen, is dat de opleiders die die cursussen aanbieden in elk geval goede opleiders zijn.’
Vandaag opent de tweede aanvraagronde voor het Stap-budget. Zijn er al veranderingen doorgevoerd?
‘We hebben meer keurmerken dan de vorige keer, waarmee het aanbod van opleiders en opleidingen wordt verbreed. En we zijn deze keer zowel qua techniek als website beter voorbereid. We streven ernaar dat iedereen die dat wil de website kan bezoeken, al zal ook nu het budget op een gegeven moment op zijn. Zo is de regeling ook opgezet: het budget komt vijf keer per jaar vrij, zodat we uitgebreid kunnen monitoren en evalueren wat er gebeurt. Deze scholingsregeling is echt een lerende regeling.’