Scholen mogen zelf grootte van klassen blijven bepalen
Scholen mogen zelf blijven bepalen hoeveel leerlingen er in een klas zitten. De meeste partijen in de Tweede Kamer en ook staatssecretaris Sander Dekker (Onderwijs) voelen er niets voor om in de wet een maximale klassengrootte vast te leggen.
Dat bleek vandaag in een debat in de Tweede Kamer over een oproep van bezorgde leraren. Die verzamelden vorig jaar ruim 46.000 handtekeningen tegen grote klassen. Dat was voldoende om het onderwerp op de Kameragenda te krijgen.
Staatssecretaris Dekker zei geen overheidsnormen op te willen leggen aan het onderwijs. De grootte van een klas heeft niet per definitie invloed op de kwaliteit van het onderwijs, betoogde hij. 'Dat is een karikatuur.'
Volgens initiatiefnemers Leraren in Actie van het zogeheten burgerinitiatief lijdt de kwaliteit van het onderwijs wel degelijk onder te volle klassen, die soms ruim 30 leerlingen tellen. Ze roepen de politiek op af te spreken dat er niet meer dan 24 leerlingen in een klas zitten.
Vorig jaar telden klassen gemiddeld ruim 23 leerlingen, dat waren er in 2012 nog iets minder dan 23. Circa 6 procent van de klassen in het basisonderwijs telden meer dan dertig leerlingen. Over het algemeen geldt dat grotere scholen grotere klassen vormen.
Als het aan de meeste kamerleden ligt kan uw kind ook volgend schooljaar in een klas van 34 komen. Help LIA dit te voorkomen en steun ons!
— Leraren in Actie (@Lerareninactie) April 2, 2014