Schiphol moet goede buur worden
Ondanks alle wetgeving bedreigt Schiphol de levenskwaliteit van de omwonenden. Dat moet snel veranderen, vinden Olav Bijvoet en Barend Jan Luijtze....
Per 1 juli moet worden vastgesteld of de huidige Schipholwet en luchthavenbesluiten per saldo nog wel dezelfde bescherming bieden aan de omwonenden als in 1990. Ook kunnen tot die datum voorstellen worden ingediend, bedoeld om de praktijk van het huidige beleid te verbeteren.
Zonder vooruit te lopen op de uitkomst van de evaluatie kan nu al worden gezegd dat de wet de beoogde bescherming niet biedt. In Zwanenburg, Spaarndam, Castricum, Uitgeest, de IJmond en tientallen andere gemeenten weten ze daar alles van. Je weet ook niet of de wet was bedoeld de burgers te beschermen of de groei te faciliteren. Maar beide kan natuurlijk niet, dat kan zelfs een leek beredeneren. De dubbeldoelstelling van het Schipholbeleid - enerzijds groeien en anderzijds de omgeving beschermen - is zo tegenstrijdig als het maar kan.
Zal die bescherming er in de toekomst wel zijn? Daarvoor is het goed om de gang van zaken in het verleden nog eens te analyseren.
De ontwikkeling van Schiphol wordt al sinds tientallen jaren gekenmerkt door een toenemend spanningsveld tussen het belang van de groei van het luchtverkeer en de zeer nadelige invloed die dat heeft op de leefbaarheid voor honderdduizenden omwonenden als gevolg van geluidsoverlast, luchtverontreiniging en (on) veiligheid .
De wijze waarop die belangen tot dusver werden behartigd, heeft steeds meer het karakter gekregen van een strijd tussen de luchtvaartsector, de overheid en de omwonenden. De belangen zijn groot en zeer tegengesteld, maar een serieuze afweging wordt niet gemaakt: alles moet wijken voor de ongeremde groei van Schiphol. De overheid lijkt een verlengstuk van de luchtvaartsector, geeft kritiekloos ruim baan aan het economische belang en neemt de zorgplicht ten opzichte van haar burgers niet serieus.
Zelfs nu nog horen we dagelijks dat overlast er nu eenmaal bij hoort maar niemand zegt tot welke grens dat acceptabel is. Natuurlijk is er wetgeving die de groei van Schiphol moet beheersen en de omwonenden moet beschermen. Er zijn regels en milieugrenzen opgesteld. Maar de besluitvorming werd gebaseerd op prognoses die wel erg afhankelijk leken van de doelstelling (groei van Schiphol) die moest worden gediend.
Immers: bijna altijd werden ze na de besluitvorming ingehaald door zogenaamde nieuwe inzichten. De 'invoerfout' bij Zwanenburg
was wat dat betreft een dieptepunt. Als er al grenzen waren, dan werden die zo geformuleerd dat de groei in elk geval nooit in gevaar kwam. Een serieuze toets van deze grens aan een voor burgers acceptabele hoeveelheid overlast is er nooit geweest. Schiphol lijkt verdacht veel op een vrijstaat en de omwonenden staan machteloos.
Zelfs de lagere overheden komen in het geweer tegen de uitbreidingsplannen van Schiphol nu de geluidscriteria en veiligheidseisen hun woningbouwplannen in gevaar brengen. Gemeenten beginnen juridische procedures tegen de centrale overheid. Niet om de groei van Schiphol af te remmen maar om deze criteria op te rekken dan wel niet van toepassing te verklaren, zodat lokale plannen kunnen doorgaan.
Dat zij daarmee hun burgers aan verdere overlast en het gevaar van de luchtvaart blootstellen, is cynisch. Een grotere knieval voor de economische belangen van Schiphol is nauwelijks denkbaar.
Er wordt al melding gemaakt van groeiscenario's naar zo'n negenhonderdduizend vliegbewegingen per jaar. Ruimte voor een zesde en zevende baan is al gereserveerd. De vraag of die extra vluchten economisch gezien nog wat opleveren, wordt niet gesteld. Natuurlijk zijn er opbrengsten, maar de toenemende maatschappelijke kosten worden nooit in mindering gebracht. Het aantal schadeclaims en isolatieprojecten van woningen loopt inmiddels in de honderden miljoenen euro's en het verlies aan leefbaarheid is nauwelijks in geld uit te drukken.
Gezien de gang van zaken in het verleden kan nu al worden voorspeld wat er in de toekomst zal gebeuren. Het gevecht dat de afgelopen jaren plaatsvond tussen sector, overheid en omwonenden wordt gewoon voortgezet. Natuurlijk zal er nog wel wat kunnen worden geoptimaliseerd maar dat zal nooit het karakter hebben van minder overlast, hoogstens van minder meer. Want meer vliegbewegingen en minder overlast is de grootst denkbare illusie.
Het roer moet daarom drastisch om. Het is de hoogste tijd dat de politiek kiest en uitzicht biedt op een reële verbetering. Als Schiphol het nodig vindt om te groeien, dan zal dat op andere locaties moeten gebeuren: de Noordzee, de Markerwaard, Lelystad, andere lokale vliegvelden in Nederland, misschien in Europees verband afhankelijk van de vervoerstroom in kwestie .
Technologische verbeteringen, zoals stillere vliegtuigen, moeten worden gebruikt om de leefbaarheid in de wijde omgeving van Schiphol te verbeteren. Door dit perspectief te bieden wordt draagvlak gecreëerd, vertrouwen herwonnen en komt er een einde aan het gevecht tussen de betrokken partijen. Veel verkeerde energie kan voor betere doelen worden ingezet en Schiphol zal ooit een betere buur worden.