analysecorruptie
Schandaal in Angola: justitie doet weinig aan corruptie van Nederlandse bedrijven over de grens
De Nederlandse baggeraar Van Oord is betrokken bij een project in Angola waar corruptie en mensenrechtenschendingen hoogtij vieren. Hoe kan een Nederlands bedrijf in zo’n project belanden? En waarom doet de Nederlandse justitie niets?
Corruptie, dat is typisch iets voor landen waar je niemand kunt verstaan. Nee, in Nederland is nauwelijks sprake van corruptie.
Zou je denken. Maar de waarheid is veel minder strelend voor het Nederlandse ego. Dat kwam maandag weer aan het licht toen Trouw en het Financieele Dagblad berichtten over de betrokkenheid van baggeraar Van Oord, ING Bank en de Amsterdamse exportkredietverzekeraar Atradius bij een groot baggerproject in Angola. Duizenden mensen werden met geweld uit hun huizen gejaagd, en een groot deel van het geld voor dit project belandde hoogstwaarschijnlijk in de zakken van Isabelle dos Santos, de dochter van de voormalige president José dos Santos en tevens de rijkste vrouw van Afrika.
Het schonehanden-imago dankt Nederland deels aan zijn mooie plek op de Corruption Perceptions Index die jaarlijks wordt opgesteld door Transparency International. Nederland staat daar al jaren op de achtste plek. Deze index geeft aan hoe groot het mondiale bedrijfsleven de kans inschat in een bepaald land steekpenningen te moeten betalen. Naar deze index te oordelen, worden Nederlandse bestuurders en ambtenaren als redelijk onkreukbaar beschouwd.
Maar in Angola ging het om de bereidheid van het Nederlandse bedrijfsleven in den vreemde om steekpenningen te betalen. Ook daarvoor maakt Transparency International een ranking, de Exporting Corruption Index. Een land waar justitie en fiscus duchtig optreden tegen buitenlandse escapades van ‘hun’ bedrijfsleven, scoort hoog in deze ranglijst. Op deze index zit Nederland niet bij de landen met een ‘actieve’ justitie, ook niet bij de ‘matig actieven’, maar bij de ‘beperkt actieven’, samen met landen als Zuid-Afrika, Chili, Argentinië en Frankrijk. Daarna komt alleen nog de categorie die helemaal niets doet.
De steekpenningen
De Nederlandse justitie komt vrijwel nooit tot vervolging van Nederlandse bedrijven wegens corruptie in het buitenland, laat staan tot veroordelingen. Er is één grote uitzondering: een van de grootste steekpenningenaffaires ooit is de aankoop door Shell en het Italiaanse olieconcern ENI van het Nigeriaanse olieveld OPL245. Daarbij zou een groot deel van de betaalde 1,1 miljard dollar (990 miljoen euro) in corrupte zakken zijn verdwenen. In deze zaak bereidt de Nederlandse justitie wel een strafzaak voor.
Maar dat is de uitzondering.Het vermoeden dat de werf De Schelde steekpenningen betaalde voor het mogen verbouwen van aan Chili te leveren tweedehands fregatten, leidde niet tot Nederlands onderzoek. SBM Offshore was verwikkeld in een groot corruptieschandaal in Brazilië, maar alleen de Braziliaanse justitie trad op. Volgens de inventarisatie door Transparency international opende de Nederlandse justitie van 2014 tot en met 2017 geen enkele grote zaak wegens corruptie.
Er wordt in Nederland voor corruptie in het buitenland maar erg weinig vervolgd en gestraft, zegt directeur Serv Wiemers van Transparency International Nederland. Dat komt door de lage prioriteit die justitie daaraan hecht. ‘Het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst zouden daar capaciteit voor vrij moeten maken, maar die doen dat veel te weinig.’ Andere landen, met name de Verenigde Staten, Duitsland en Italië, zijn op dat vlak veel actiever. Nederland, zegt Wiemers, beschouwt corruptie in het buitenland als een ‘ver-van-mijn-bedshow’.
Rode vlaggen
Maar het project van Van Oord in Angola ging niet alleen om corruptie. Het ging ook om schending van mensenrechten. Dat had allemaal gemakkelijk voorkomen kunnen worden, zegt Wiemers. Hij noemt een hele reeks ‘rode vlaggen’ die op het project wapperden en de betrokken bedrijven hadden moeten waarschuwen. ‘Angola staat bekend als een uiterst corrupt land, dus dan moet je heel voorzichtig zijn. Infrastructuurprojecten, zoals deze Corimba Boulevard, behoren tot de riskantste, omdat er veel geld mee gemoeid is en omdat de overheid er altijd nauw bij betrokken is. Er is geen openbare aanbesteding gedaan. Zodra er een PEP bij betrokken is, een political exposed person, moet je nog extra opletten. In dit geval ging het om de dochter van de voormalige president; een groter PEP kun je niet zijn. Vervolgens liep een flink deel van het geld via de Kaapverdische Eilanden; zodra geld loopt via buitenlandse rekeningen komt er weer een rode vlag bij. En tot slot: 30 procent van het geld voor dit project kwam bij Dos Santos terecht, zonder dat duidelijk was waarvoor.’
Wiemers is zelf even stil van zijn opsomming, en verzucht: ‘Ieder internationaal opererend bedrijf had deze kenmerken moeten herkennen.’
Lees meer over de Angolese corruptiezaak
Profiel: Isabel dos Santos: de rijkste (en corruptste) vrouw van Afrika
In de Angolese corruptiezaak duikt ook de naam Isabel dos Santos, dochter van de ex-president. In eigen land wordt ze spottend de prinses genoemd. Dat ze de eerste vrouwelijke miljardair van Afrika is, heeft ze mede te danken aan de Amsterdamse Zuidas.
Baggerbedrijf Van Oord ‘had geen oog voor corruptiesignalen’
Het Nederlandse baggerbedrijf Van Oord is betrokken bij een project in Angola waarbij mensenrechten zijn geschonden, en waarbij mogelijk ook sprake is van corruptie. Drieduizend families moesten onder dwang verhuizen om plaats te maken voor het bouwproject Marginal da Corimba voor de kust van hoofdstad Luanda. Dat schrijven Trouw en Het Financieele Dagblad.