Schampen langs kernproblemen
Zowel de VVD als de PvdA weigert al te verregaande conclusies te trekken uit hun mislukte verkiezingscampagnes...
Een rapport vol bittere conclusies over ‘gebrek aan regie’ in de verkiezingscampagne. De schuldigen erkennen ‘ruiterlijk’ dat er fouten zijn gemaakt. De partijleider houdt een donderspeech, waarin hij lessen trekt en met nieuw elan vooruitblikt.
De PvdA in Pulchri? Nee, dit keer is het de VVD in Nieuwspoort. Weer een verliezer bij de Kamerverkiezingen die de hand diep in eigen boezem steekt. Maar – net als bij de PvdA – niet té diep waar het echt moeilijk wordt. Waar de positie van de leider in het geding komt.
Zo staan er in het VVD-rapport allerlei dingen over Rita Verdonk en Mark Rutte. Dat hun apart gevoerde campagnes de kiezers een funest beeld van verdeeldheid boden. Dat Verdonk niet automatisch op nummer twee had moeten staan. Dat ze weer wel meer applaus had moeten krijgen voor haar 620.555 voorkeursstemmen. Dat haar optreden in café Plein 19, waar ze min of meer de macht opeiste, het ‘dieptepunt’ was.
Maar aan het kernprobleem van de VVD, waaruit al deze perikelen voortkomen, schampt het rapport slechts voorbij: de leden van de partij hebben een andere lijsttrekker gekozen dan de meeste VVD-kiezers hadden gewild.
Daarom zit nu iemand in de fractie, volgens Rutte als ‘gewoon Kamerlid’, die in haar eentje ruim negen VVD-zetels heeft binnengehaald. Verdonk, weten we, ontleent er een blijvende aanspraak op het partijleiderschap aan, ook al is haar nu de mond gesnoerd. Een onoplosbaar probleem, geven sommige VVD’ers anoniem toe.
De PvdA deed enkele weken geleden hetzelfde: uitgebreid berichtte de commissie-Vreeman over de warrige organisatie van de campagne, over gebrek aan authenticiteit en gedraai over standpunten.
Maar van partijleider Bos, met wiens persoon deze fouten nauw zijn verbonden, bleef zij af. Voor Bos is geen alternatief. Waar de kritiek te dicht bij hem kwam, liet de partijleider passages aanpassen.
Dit slepende gedoe rond personen heeft een diepere oorzaak, waarover beide rapporten niet reppen. Het Nederlandse electoraat is sinds enige jaren op drift. Er is veel ruimte voor politici die simpele oplossingen aandragen voor gecompliceerde en bedreigende processen: de komst van ruim een miljoen allochtonen, het wegvloeien van soevereiniteit door mondialisering en Europese integratie, de bureaucratisering van zorg en onderwijs. Wilders biedt die oplossingen ter rechterzijde, Marijnissen ter linkerzijde. Ze pikken er veel zetels mee af van de gevestigde grote broer. Wat te doen?
Dat is de moeilijke keuze die schuilgaat achter de strijd tussen Verdonk en Rutte: moet de VVD meegaan in de populistische trend, of kan zij zo liberaal en internationaal zijn als Rutte van nature is? Het dilemma achter de campagne-aarzelingen van Bos is daar een linkse variant op: kan hij zijn liberale inborst volgen en de sociaal-democratie moderniseren, of moet de PvdA terug naar de traditioneel-linkse zekerheden waarmee de SP scoort?
Beide partijen grijpen nu naar vroeger om kiezers terug te winnen. Bos beloofde na het PvdA-rapport een traditioneel sociaal-democratisch geluid. Rutte beloofde gisteren de kiezers te tonen dat je voor veiligheid en integratie nog altijd bij de VVD moet zijn.
Twee sluimerende vragen blijven daarbij onbeantwoord. Hebben Bos en Rutte hiervoor wel het geschikte profiel? En kan een partij kiezers teruglokken door de radicalere concurrent te imiteren?