Samen op hoogste podium
Alle internationals leerden ergens voetballen. Daley Blind deed het bij AFC en langs de lijn bij het Ajax van zijn vader. Op het WK houdt Danny hem als assistent-bondscoach gezelschap. 'We hebben echt een goede band.' Tekst
'Daley Blind, wie kent hem niet? Daley Blind, Daley Blind, is een echte Ajacied.' Bij zijn debuut in Volendam in 2008 moet het meteen vertrouwd hebben geklonken voor Daley Blind. Het liedje, op de wijs van Sinterklaas, wie kent hem niet? van Henk en Henk, werd vaak gezongen voor zijn vader. Voor veel supporters is het onlosmakelijk verbonden met de glorietijd van Ajax in de jaren '90, toen Danny aanvoerder was en Ajax de beste van 'Eindhoven, Rotterdam' en nog een hele rits steden.
Dezelfde naam, dezelfde club, dezelfde gelaatstrekken, hetzelfde liedje; geen dag gaat er voorbij of Daley wordt naast de meetlat gelegd: wie is beter, hij of zijn vader? Je kunt er uren over discussiëren, maar tot een afgewogen oordeel kom je niet. Andere tijd, andere generatie.
Interessanter is het te kijken wat de overeenkomsten tussen de twee zijn. Als het waar is dat je het product bent van je opvoeding, in hoeverre lijkt Daley dan op Danny? Hoe zag hun jeugd eruit? Hoe werden ze opgevoed? Welke tegenslagen moesten ze overwinnen? En, was Ajax altijd al hun club?
Wat dat laatste betreft: nee eigenlijk. Daley speelt weliswaar vanaf zijn 8ste voor Ajax, maar zijn eerste bal in teamverband trapte hij bij de Amsterdamse amateurclub AFC. Presentator en AFC'er Jack van Gelder zegt daarom nog altijd dollend: 'Het blijft een echte AFC'er, die Daley'.
En zijn vader was al helemaal geen 'echte Ajacied'. Sterker nog: Feyenoord was de favoriete club van Danny Blind. Voor een Zeeuw was Amsterdam een andere wereld, zeker in de jaren '60 en '70. Niet alleen qua afstand, ook qua mentaliteit. Toen Feyenoord in 1969 AC Milan versloeg was Danny een van de 63.560 toeschouwers.
En nadat Feyenoord zich in 1970 tot beste van de wereld had gekroond, liet Danny zich gewillig fotograferen met de Wereldcup die op de Coolsingel werd tentoongesteld. Later werd hij zelfs voor een proeftraining uitgenodigd door Feyenoord. 'Net als zijn vader was Danny gek van Feyenoord', vertelde zijn moeder, Sjaan Blind, eens. Toch zou haar zoon zijn profcarrière beginnen bij een andere Rotterdamse club: Sparta.
'Een echte Ajacied' werd Danny op zijn 25ste, toen Johan Cruijff hem naar De Meer haalde. Nadat Ajax in 1995 in Tokio de Wereldcup had gewonnen, liet Danny, met veel gevoel voor historisch besef, zijn zoon op dezelfde manier met de Cup poseren als hij toen op de Coolsingel had gedaan. Met zo'n vader kon het natuurlijk niet anders of Daley werd voor Ajax. Met de paplepel ingegoten, noemen ze dat.
Daley groeide op met aanmerkelijk meer weelde dan zijn vader, die in Oost-Souburg aardappels had moeten rapen om zijn stapavondjes te bekostigen in discotheek Royal in Zoutelande, de Seventy in Middelburg en de Twenty One in Vlissingen. Op een van die avondjes was Danny de blonde Yvonne tegengekomen.
Nadat de twee waren gaan samenwonen boven de Spar in Oost-Souburg, en later in Diemen, werd in 1990 hun eerste kind geboren: Daley, vernoemd naar de Engelse tienkamper Daley Thompson.
undefined
Verkeersongeluk
Goed, een fijne jeugd dus. Heel wat onbezorgder dan die van zijn vader in elk geval. Diens jeugd was simpelweg op te delen in twee periodes: die van vóór het noodlottige verkeersongeluk van zijn broer en die van ná het noodlottige verkeersongeluk van zijn broer. Met zijn brommer en zonder helm op was Ronny Blind, 17 jaar toen, op de boulevard van Vlissingen tegen een Volkswagenbus opgereden. Vijf dagen vocht hij voor zijn leven, daarna was het 'afgelopen', zoals vader Blind dat zei.
'Aan dat ongeluk en wat er daarna met mijn ouders gebeurde, denk ik op een andere manier terug nu ik zelf een zoon heb, Daley', vertelde Danny in het boek Negen Zeeuwen van Oranje. 'Ik begrijp het nu wat beter. Als ik uit Rotterdam van Sparta terugkwam, zag ik het gordijntje bewegen. Daar stond mijn moeder achter te kijken. Ik zei dan: 'Doe toch normaal, waarom zit je zo op me te wachten?' Als je ouder wordt, ga je die dingen beter begrijpen. Als je zelf een kind hebt, begrijp je het nog beter.'
De dood van Ronny had tot gevolg dat Danny's vader een gesloten man werd. Praten? Dat gebeurde niet in huize Blind. Verdriet verwerkte je alleen. Vreugde trouwens ook. Als Sjaan Blind op de gezinstribune van De Meer zat, keek ze met plaatsvervangende schaamte naar moeder Kluivert. Bij elk doelpunt van haar zoon Patrick ging die als een dolle tekeer. Zoiets zou Sjaan nou nooit doen. Die bescheiden opstelling had ook een keerzijde. Gewoon eens een keer ronduit tegen Danny zeggen hoe goed hij was, deed ze niet. Het bleef altijd bij stille bewondering en verhulde trots.
Misschien was het daarom dat Danny later nooit vergat ook tegen Daley te zeggen wat hij goed had gedaan. Alleen: nooit opzichtig. Voor je het wist werd er over je geluld. Trouwens, dat werd er toch wel. 'Ik heb het wel gehoord hoor, dingen als: je zal wel mogen blijven omdat je pa hier werkt', zei Daley in december 2012 in het Algemeen Dagblad. Vaak brachten ze het als een geintje. 'Maar dan was het toch even gezegd. Zo zijn mensen. Dat soort opmerkingen, ik heb er al vroeg mee leren omgaan'.
Toen hij op zijn 18de debuteerde bij Ajax, aan de Dijk in Volendam, zaten zijn ouders diep weggestopt op de tribune. 'Mij hoef je niet te feliciteren hoor', zei Danny, toen technisch manager bij Ajax, na de wedstrijd tegen verslaggevers die hem toch hadden ontdekt. 'Daley heeft het zelf afgedwongen. Feliciteren mag als we drie punten hebben gehaald.'
De kritieken in de maandagkranten over Daleys debuutoptreden waren lovend. Alsof hij al jaren in Ajax 1 speelde, was de teneur.
Dat zelfvertrouwen had Danny nog niet op die leeftijd. Op weg naar een jeugdwedstrijd in Zeist waren hij en zijn vader eens de weg kwijt. 'Keer maar om, pa. Dit wordt niks meer', had hij toen bedremmeld gezegd. In werkelijkheid was Danny doodsbenauwd om door de mand te vallen tegenover leeftijdsgenoten als Ruud Gullit en Frank Rijkaard. Het kwam hem wel goed uit dat pa het sportcentrum niet kon vinden.
Daley was als kind zelfverzekerder. 'Het is het verschil tussen opgroeien in Zeeland of Amsterdam', concludeerde Danny in het AD. 'Marco van Basten zei in zulke situaties tegen zijn vader: dan rijd je desnoods maar over de vluchtstrook pa, koste wat het kost. Dat zou mijn zoon ook hebben gezegd, denk ik.'
Toch sloeg de twijfel bij Daley één keer ongenadig toe. Dat was voor het thuisduel met Celtic in de groepsfase van de Champions League (1-0-zege), toen Frank de Boer besloot hem een linie naar voren te schuiven om het haperende middenveld van extra impulsen te voorzien. Het middenveld? Kon hij dat wel? Zijn twijfels bleken ongegrond: hij speelde geweldig.
Wedstrijden van zijn vader kan hij zich nauwelijks herinneren. Wel bestaan er een paar prachtige foto's van een piepjonge Daley met zijn vader op het veld. Zo is er die van het afscheid van Danny als voetballer bij Ajax, in mei 1999. Danny is door zijn knieën gezakt, Daley heeft zijn ogen dicht, klaar om de zoen van zijn vader te ontvangen. Een lief, intiem familiemoment. Alleen dan wel gadegeslagen door 35 duizend man.
Zoenen doen ze nog altijd, in huize Blind, ook nu Daley op zichzelf woont in Amsterdam-Zuid. 'Waarom niet?', vroeg Danny zich af, tegen twee verslaggevers van het AD die daar verwonderd naar keken. 'We hebben echt een goede band. Altijd gehad, zelfs in de puberteit.'
undefined
Verraad
Misschien heeft het iets te maken met de manier waarop Danny zelf uit huis ging. Sparta wilde hem inlijven en bood hem onderdak aan bij een gastgezin. Hoewel het niet hardop werd uitgesproken, was dat een klap in het gezicht van zijn vader. Zijn ene zoon was hij al kwijt, en nu ging de ander weg. Het voelde bijna als verraad.
Toch was de stap van Oost-Souburg naar de Randstad een belangrijke. In Rotterdam, en later in Amsterdam, wierp hij de schuchterheid van zich af en veranderde in een volwassen kerel die tijdens tv-interviews een verademing was vanwege zijn intelligent geformuleerde antwoorden.
Een doorbraak in de ontwikkeling van Daley was zijn verhuurperiode bij FC Groningen in 2010. Je zou het met een beetje fantasie zijn ingehaalde puberteit kunnen noemen. Daar, ver weg van het harde Amsterdam, bewees hij nadrukkelijk dat hij het goed zonder zijn vader af kon. Wat voor Danny destijds Rotterdam was, bleek voor Daley Groningen te zijn: vruchtbare grond voor een nieuwe start.
Eenmaal terug in Amsterdam kwam Daley, samen met zijn vader, al gauw weer in de vuurlinie te liggen. Eerst was er het donkere tijdperk-Jol. Zodra Danny, assistent onder de wantrouwige Haagse trainer, ook maar voorzichtig opperde dat de jeugd meer kansen moest krijgen, wezen de vingers van het Haagse kliekje al beschuldigend naar hem: zie je wel, hij wil zijn eigen zoon in de basis.
Daarna kwam de bloedige strijd tussen Louis van Gaal en Johan Cruijff om de macht bij Ajax, waarbij zijn vader het verkeerde wiel koos en bij het grofvuil werd gezet. Daley, hoe goed hij ook in vorm raakte, kreeg maar geen uitsluitsel over een nieuw contract. Laag, pesterig gedrag.
In het openbaar hield Daley zich op de vlakte. Wat zou hij er mee opschieten om zijn vader publiekelijk te verdedigen? Fier bleef hij overeind. Maar onderhuids vrat de situatie aan hem. Daarom stapte hij, op advies van clubarts Edwin Goedhart, op een dag binnen bij therapeut Wim Keizer in Amsterdam. Een buitenstaander, die niet bevooroordeeld was.
undefined
Therapeut
'Hij adviseerde mij om me niet langer in mezelf te keren voor een wedstrijd', zei Daley in september 2013 . 'Geen koptelefoon opdoen, maar met anderen praten. Even dollen, contact maken. Dat werkt goed. Ik stel me open en blijf daardoor rustiger. '
Zijn geluk was dat Jol werd opgevolgd door de onverstoorbare Frank de Boer, die uitsluitend keek naar voetbalkwaliteiten, niet naar achternamen. 'Frank de Boer is gewoon een fijne trainer', zei Daley over hem. 'Die is me altijd objectief kritisch blijven bekijken.'
Daarom kon hij het van De Boer ook goed hebben, toen die na de 6-4-nederlaag bij FC Utrecht, eind 2011, kritische noten kraakte over zijn fysiek. 'De manier waarop ik me door Edouard Duplan liet aftroeven, was een duur maar achteraf goed leermoment', beseft Daley. Misschien moest hij inderdaad sterker worden.
In eerste instantie koos De Boer nog voor Nicolai Boilesen en Mitchell Dijks als linksback. Na verloop van tijd kon hij niet meer om Blind heen. Door extra trainingen was Blind niet alleen veel sterker geworden, hij kreeg ook meer longinhoud. Dat gaf hem extra macht en zelfvertrouwen. Zo veel dat Louis van Gaal hem begin 2013 liet debuteren in Oranje in de oefenwedstrijd tegen Italië.
Tijdens het WK in Brazilië hebben beiden hun eigen rol. Danny als assistent-bondscoach van Louis van Gaal, Daley als debutant op het hoogste podium van het voetbal.
Omdat we het niet kunnen laten, toch één vergelijking: Danny was 24 jaar toen hij debuteerde bij het Nederlands elftal. Hij kwam uiteindelijk uit op 42 interlands. Daley debuteerde al op 22-jarige leeftijd in Oranje, in februari 2013. Hij heeft inmiddels 11 interlands gespeeld. Vaststaat dus één ding: hij ligt een neuslengte voor op zijn vader.
undefined