Ruwe goudzoekers met gladgeschoren oksels

Wat moet een mens ermee? Een opera over een meisje in het Wilde Westen dat in haar eentje een saloon uitbaat in een goudzoekersdorp, maar van wie we niettemin moeten geloven dat ze haar eerste kus nog moet krijgen....

Jolande van der Klis

Zijn Mimi is dus een stuk uitgekookter. Wat heet: haar saloon oogt als een boudoir, waarin zij de heren met heel wat meer dan alleen een drankje en een hapje weet te plezieren. Het ruwe manvolk heeft het dan ook opperbest naar de zin. Hoewel, ruw? Als zij na een dag van ploeteren uit de kleren gaan voor een oppervlakkige wasbeurt, blijken deze kerels met hun pikhouwelen in het bezit van geschoren oksels.

Even later, wanneer zij voorzien van bolhoeden en geruite jasjes op Mimi's gouden stoeltjes plaatsnemen, slaat de vervreemding langzaam toe. Barman Nick blijkt een nicht van het zuiverste water, en de lonesome zingende cowboy Wallace een rocker compleet met vetkuif en electrische gitaar.

De zaak loopt verder uit de rails als opeens de bankbiljetten over het toneel vliegen, en dat is het moment waarop je je begint af te vragen waarom deze lieden nog zo hard naar die schamele goudklompjes zoeken. De logica van de geldinzameling voor de thuisreis van een door heimwee geteisterde maat, die snikkend tussen de dollars ligt, is bijvoorbeeld ver te zoeken.

Zo volgt in deze regie de ene ongeloofwaardigheid op de andere - tenminste, als je de tekst letterlijk neemt. Maar omdat de voorstelling boventiteling heeft, is het wel heel moeilijk om dat niet te doen. Soms zijn de afwijkingen debet aan de interpetatie van Alden en dus verdedigbaar.

'Ik heb duizend dollar over voor één kusje van jou', zingt sheriff Jack Rance vantussen zijn riante bontkraag. Om even later de kuise Mimi achteloos te verkrachten, waarna zij even achteloos haar nachtpon weer gladstrijkt. Maar soms ook lijkt er sprake van regelrechte desinteresse in het oorspronkelijke libretto. 'Pas op voor mijn corsage, hij kreukt', zingt Mimi bijvoorbeeld doodleuk tegen haar geliefde, de boef Ramerrez, terwijl die zo'n vijf meter verderop staat.

Of La Fanciulla del West zich afgezien van deze incongruenties muzikaal staande kan houden moet nog worden afgewacht. Sheriff William Stone was zijn stem kwijt en mimede zijn rol, terwijl Mauro Augustini vanaf het zijtoneel zijn partij zong. Mimi zelf, als verschijning perfect gecast in deze rol, was verkouden en sloeg zich dapper maar hees door de avond.

Gek genoeg leverde dat toch een meerwaarde op, want zo kreeg deze licht krijsende waardin met de wilde haren, de extravagante kledij en de uitdagende houdingen iets Nina Hagen-achtigs, want zeker niet misstond. De enige die goed bij stem was en ook meteen voortreffelijk zong, was tenor Rafael Rojas als Ramerrez.

La Fanciulla del West is een curieuze opera, ook al in 1910, toen niemand nog ooit een western had gezien. Puccini schreef er perfecte muziek voor, en ook al is Alden er niet helemaal uitgekomen, zijn regie bevat genoeg bezienswaardigs. Een kleine suggestie wil wellicht helpen: zet af die boventiteling en laat het publiek alleen de synopsis. Als iedereen dan ook nog gaat zingen, wordt het toch nog een leuke avond.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden