nieuws
Royal Dutch Shell is straks gewoon Shell, predicaat ‘koninklijke’ verhuist niet mee
Met de aanstaande verhuizing van Shell naar Verenigd Koninkrijk raakt Shell haar predicaat koninklijk kwijt. Daarmee verliest de oliemultinational vooral een gegarandeerde reputatie en een royale glans.
Shell (toen nog Nederlandsche Maatschappij tot Exploitatie van Petroleumbronnen in Nederlandsch-Indië) kreeg het predikaat op 18 april 1890 van koning Willem III. Het oliebedrijf zou vervolgens lange tijd als Koninklijke Olie, of kortweg ‘de Koninklijke’ door het leven gaan. Daarmee was Shell misschien wel het meest koninklijke Nederlandse bedrijf in een lange koninklijke rij. Van miljardenbedrijf Ahold tot het Zutphens Mannenkoor tot de Nederlandse voetbalbond: in Nederland hebben meer dan zeshonderd bedrijven en verengingen het predicaat gekregen. Dat wordt er straks dus eentje minder: Shell raakt, na 131 jaar, zijn titel kwijt.
Dat betekent niet dat Shell met het afscheid van Nederland meteen ook zijn koningshuisliefde bij het grofvuil zet. Het bedrijf verwacht simpelweg niet meer voor het predicaat in aanmerking te komen. ‘Wij gaan daar niet over, dat is aan de koning’, zegt een woordvoerder. ‘Op 10 december is nog een aandeelhoudersvergadering, de ondernemersraad moet ermee instemmen en dan is de verhuizing definitief. En dan zullen we het predicaat ook verliezen.’
Lodewijk Napoleon
Lang zaten aan het predicaat, begin 19de eeuw in het leven geroepen door koning Lodewijk Napoleon, weinig voorwaarden. Met name koningin Beatrix bracht daar met strenge regels en procedures verandering in. Een bedrijf of vereniging moet tegenwoordig minimaal honderd jaar bestaan en in Nederland gevestigd zijn om in aanmerking te komen. Voor multinationals betekent dat laatste: een Nederlandse ‘economische identiteit’ hebben, voor Nederlandse activiteiten moeten de beslissingen in Nederland worden genomen. Dat is bij Shell met de verhuizing verleden tijd.
Het predicaat is in een zekere koninklijke blijk van een goede reputatie en ‘symboliseert het respect, de waardering en het vertrouwen van de koning tegenover de ontvanger’, aldus de Rijksvoorlichtingsdienst. Dat moet gepaard gaan met onbesproken gedrag en financiële degelijkheid. Ook moet een bedrijf of vereniging een ‘vooraanstaande plaats innemen in zijn vakgebied’, maar dat criterium kent geen tot weinig formele voorwaarden. Banken en verzekeringsmaatschappijen zijn uitgesloten.
Aanvraag indienen
Het is niet zo dat Willem-Alexander een kalender heeft waarop staat welke instellingen honderd jaar worden en hen vervolgens het predicaat gunt. Kanshebbers moeten zelf een aanvraag indienen bij de burgemeester van de gemeente van vestiging. De commissaris van de koning doet een onderzoek, waarbij hij of zij onder meer jaarcijfers en een accountantsverklaring opvraagt. Na advies van de commissaris van de koning neemt de koning zelf een formeel besluit. Die procedure duurt ongeveer een jaar.
Jaarlijks krijgt de koning enkele aanvragen, zegt Frank van der Vorm. Hij runt Erezaak, een adviesbureau voor het aanvragen van koninklijke onderscheidingen. ‘Bedrijven raken de onderscheiding ook wel eens kwijt, voornamelijk als gevolg van fusie’, zegt Van der Vorm. ‘Dan is er na een of meerdere fusies nog te weinig over van het oorspronkelijke bedrijf.’
Andere aanleidingen zijn faillissementen of verhuizingen naar het buitenland. Ook Unilever raakte het predicaat na de verhuizing naar Londen kwijt. KLM hield het predicaat ondanks de fusie met Air France in 2004. Dat het hoofdkantoor in Amstelveen bleef was een van de redenen.
Een bedrijf of vereniging krijgt het predicaat voor 25 jaar, daarna moet een verlenging worden aangevraagd. Doorgaans is dat een formaliteit. Volgens Van der Vorm komt het zelden voor dat er geen verlenging in zit. Wel kreeg Ahold naar aanleiding van een boekhoudschandaal in 2003 een officiële waarschuwing.
Logo
Het verliezen van het predicaat betekent ook dat een bedrijf het welbekende kroontje niet langer in het logo mag zetten. Voor Shell is dat niet van toepassing en verder zijn er concreet ook weinig gevolgen. ‘We heten straks officieel Shell plc. (public limited company, het Britse N.V., red.), maar meestal gebruikten we al Shell’, zegt een Shell-woordvoerder. ‘In uitingen zoals op onze website, in persberichten en hoe we op de beurs heten staat wel Royal Dutch Shell, dat zal veranderd moeten worden.’ Op het briefpapier van Shell staat alleen het logo, dus dat hoeft niet te worden vervangen.
Wel gaat er mogelijk een zekere allure verloren, vindt Van der Vorm. ‘Het is toch de bevestiging van een zekere reputatie die konin klijk bevestigd is. Met name in Duitsland, de VS en Aziatische landen heeft dat veel aanzien.’