Rouw om laatste Mitford-zus
De Britten zijn weer even in de ban van de Mitford Sisters, de excentrieke zesling die even kleurrijk was als het British Empire zelf. Deborah Mitford redde het befaamde landgoed Chatsworth.
Verborgen in de heuvels van het Peak District ligt Chatsworth , een van de meest fascinerende landhuizen van Engeland. Jaarlijks trekken zo'n half miljoen mensen naar 'The Palace of the Peak', om de Rembrandts en de Poussins te bewonderen die de muren bekleden en de kunstwerken in de tuinen. Zij willen zich steeds opnieuw laten betoveren door de rijke geschiedenis van het hertogdom Devonshire, om na afloop onbespoten aardbeien, tomaten en rabarber te kopen in de boerderijwinkel van het 17de-eeuwse Chatsworth.
Dit is het levenswerk van douairière Deborah Devonshire die woensdag op 94-jarige leeftijd is overleden.
Kroonprins Charles, een huisvriend, leidde donderdag de nationale lofuitingen en roemde haar 'heerlijke, originele benadering van het leven'. 'Debo', zoals ze liefkozend werd genoemd, was de jongste (en enig overgeblevene) van de zes befaamde , door schandalen omgeven Mitford-zusjes die de jaren dertig op stelten hadden gezet. Diana trouwde met de fascistenleider Oswald Mosley, Unity was een scharrel van Adolf Hitler, Jessica vocht aan communistische zijde in de Spaanse burgeroorlog en Nancy werd een bekend schrijfster. Alleen Pamela leidde een normaal bestaan, wat ertoe leidde dat ze door haar zusjes 'woman' werd genoemd.
'Hen'
Deborah's bijnaam was 'Hen'. Van kinds af aan toonde ze immers een bijzondere interesse in kippen, en meer in het algemeen het traditionele plattelandsleven. Naar school is ze nooit geweest. Na de oorlog diende de prins op het witte paard zich aan in de persoon van Andrew Cavendish, die de elfde hertog van Devonshire zou worden. Het echtpaar betrok het onbewoonbaar geachte Chatsworth, dat door de vrouw des huizes werd omgetoverd tot een levendig landhuis. Ze ontfermde zich over de jonge kunstenaar Lucian Freud, die tijdelijk op Chatsworth kwam wonen en de gastvrouw portretteerde. De hertog herkende zijn vrouw amper op het oliedoek. Als ze in Londen was, liet ze altijd een doos scharreleieren achter bij de schilder. De band met de schone kunsten zou nooit verdwijnen. Zo zijn in de tuinen van Chatsworth momenteel sculpturen te zien van onder meer Xu Bing en Marc Quinn.
Door de jaren heeft Deborah, die zelden las, boeken geschreven over de wedergeboorte van Chatsworth (The House), over haar dagelijkse leven op het landgoed (Counting my chickens.... And other home thoughts) en vier jaar geleden zette ze haar memoires op papier onder de titel Wait for me! Na de dood van haar echtgenoot, tien jaar geleden, ging de bejaarde chatelaine wonen in een nabijlegen pastorie. De de gangen waren te lang geworden en de trappen te steil. Ze gaf de sleutels aan haar zoon Stoker, de huidige hertog, en diens vrouw Amanda.
'Ze hebben zich vol enthousiasme in het huis genesteld', schreef ze met een gerust hart, 'in het hart van de Chatsworth business, wat landhuizen vandaag de dag zijn.'