Rood sportautootje
Hans Krudde (41), Putten, docent paardenhouderij:..
Huub, mijn zoontje, is op 1,5-jarige leeftijd ziek geworden. Dat ging heel snel, hij had acute leukemie. Hij heeft een maand of zeven in het ziekenhuis gelegen. Het was een jongetje dat altijd vrolijk was. Als de zwaarste chemokuren worden uitgeprobeerd, zijn haren uitvallen, kun je daar niet blij mee zijn. Hij heeft maandenlang in zo'n afgesloten box gezeten, waar wij een voor een in mochten, met beschermende kleding. En dan toch blij zijn als je binnenkwam. Het klinkt misschien raar, maar tot op heden zijn wij er dankbaar voor dat het eigenlijk zo makkelijk is gegaan. Hij sleepte eerder ons erdoorheen dan wij hem. Ik heb een enorme les geleerd: dat je zó positief kunt zijn.
Op de dag dat we hoorden dat de tweede stamcellentransplantatie was aangeslagen, kreeg hij een virus dat hem de das om heeft gedaan. Hij is in 1996 op 5 december geboren en op 25 december 1998 overleden. December is voor mensen die met een overleden familielid te maken hebben al moeilijk, maar voor ons is het een heel rare maand.
Hij was bezeten van auto's, ik snap nog steeds niet waarom. Ik heb er niets mee. In het ziekenhuis kreeg hij er veel; je kon ze ontsmetten, dus die mochten bij hem in die box. Er waren momenten dat het iets beter ging, en dan mocht hij naar buiten. Op een gegeven moment liepen we langs een parkeerplaats waar onze auto stond, en die pikte hij er zo uit. Toen was hij heel boos en verdrietig, hij wist: daar ga ik niet in. Die passie voor auto's hebben we gebruikt na zijn overlijden. We hadden geen behoefte aan bloemen en hebben iedereen gevraagd een autootje mee te nemen. Een aantal, vooral rode, want daar had hij iets mee, hebben we op zijn graf laten staan.
Een jaar geleden heb ik die tatoeage laten zetten. Ik wilde een combinatie van stoer en kinderlijk. Ik ben zelf een beetje aan het tekenen gegaan. Hij is rood en hij zit op mijn hart. Ik houd helemaal niet van tatoeages, ik zou het nooit in mijn hoofd hebben gehaald om er zomaar een te laten zetten. Bij mij past dat niet, vond ik, maar nu ben ik er hartstikke trots op. Ik vind het niet erg als mensen er op reageren, ik wil mijn verhaal wel kwijt. Als ze vragen hoeveel kinderen we hebben, zeg ik ook altijd twee, Lisa is 7 en Huub is twee geworden, maar die is overleden.
Ik wilde dat de tatoeage in Utrecht werd gezet. Ik kom uit de Achterhoek, van het platteland, en heb weinig ervaring met de grote stad, maar ik heb er toen zeven maanden gezeten. Via een vriendin kwam ik bij een tattooshop terecht. Ze hebben enorm hun best gedaan en waren zichtbaar onder de indruk.
Het heeft wel geholpen, denk ik. Ik lok mensen uit erover te praten. Voordat ik die tatoeage had, had ik altijd een rood sportautootje op zak. Als ik ergens was, bijvoorbeeld bij familie die dit onderwerp niet wil aansnijden, begon ik op tafel met dat autootje te spelen, net zo lang tot iemand er wat van zei. Ja, heel nadrukkelijk. Eigenlijk werkte dat hetzelfde.