Romeinse vondst jaren in vriesvak
De twee broers zaten nog op de middelbare school, toen ze in de jaren zeventig bij Bunnik ruim honderd fragmenten van Romeinse schrijfplankjes opgroeven van het Romeinse fort Fectio, tegenwoordig bekend als fort Vechten bij Bunnik. De plankjes kwamen tevoorschijn tijdens de graafwerkzaamheden voor de verbreding van de A12 en A27.
De twee jongens, vanaf hun twaalfde fanatieke amateurarcheologen, wisten wat ze moesten doen om het materiaal te behouden: de ene helft vriesdroogden ze in het ouderlijk huis in het vriesvak van de koelkast, de andere helft bewaarden ze in emmers water in de kelder.
Ruim dertig jaar later is vrijdag de vondst overgedragen aan de provincie Utrecht. Die spreekt van een ‘topvondst’. De broers, die niet met hun naam in de krant willen, hadden hun vondst al in de jaren zeventig gemeld, maar toen was er niet veel acht op geslagen. Per toeval kwamen de plankjes toch bij professionele onderzoekers terecht. Archeoloog Wouter Vos had de twee broers ontmoet en ze kwamen over het beschreven hout te spreken. Vos: ‘Ik mocht langs komen toen het vertrouwen was gegroeid. Zo’n hoeveelheid is uniek. En de poging van de amateurarcheologen om dit materiaal te conserveren is hartstikke goed gelukt.’
Het gaat volgens de onderzoekers om een deel van de administratie van het Romeinse legerkamp Fectio, met bijvoorbeeld testamenten van de soldaten, schuldverklaringen of correspondentie van de kampleiding. Deze stukken werden in bijenwas gekrast die op de houten plankjes was aangebracht. De bijenwas is verdwenen, maar in het hout zijn sommige letters en soms complete zinnen te ontcijferen. Een Britse specialist, Roger Tomlin, gaat in Oxford de tekst analyseren in samenwerking met de universiteit van Londen. De broers, inmiddels de 50 gepasseerd en werkzaam als restaurateur en econoom, zijn blij dat hun vondst nu eindelijk wordt onderzocht.
