Rol CIA bij marteling terreurverdachte Sabir K. blijft onduidelijk
Het is het nog steeds niet duidelijk wat de rol is geweest van de Amerikaanse geheime dienst CIA bij de aanhouding en marteling van terreurverdachte Sabir K. (28) Dat zei advocaat Andre Seebregts vandaag in de Haagse rechtbank tijdens een kort geding dat is aangespannen om de uitlevering van K. aan de Verenigde Staten te voorkomen.
De Verenigde Staten vragen om uitlevering van K. omdat hij volgens de Amerikanen een aanslag beraamde op de Amerikaanse troepen in Afghanistan. Op 20 september 2010 werd K aangehouden in Pakistan. Hij zegt te zijn gemarteld in de Pakistaanse gevangenis. K. werd in 2011 vanuit Pakistaan naar Nederland uitgezet, omdat hij over een Nederlands paspoort beschikt. Hij is zoon van een Friese moeder en een Pakistaanse vader.
Seebregts zei vandaag in zijn pleidooi dat de Amerikaanse autoriteiten een tamelijk doorzichtig spel met woorden spelen. Vorig jaar juli gaf het hof de Nederlandse autoriteiten de gelegenheid om te onderzoeken of de Amerikanen een rol hebben gespeeld bij de foltering van K. Dat gebeurde niet en daarom verbood het hof de uitlevering. Minister Opstelten heeft altijd gezegd gehoor te willen geven aan het Amerikaanse uitleveringsverzoek.
Seebregts gaf tijdens zijn pleidooi enkele voorbeelden uit het rapport over de verhoormethodes van de CIA, dat eind vorig jaar naar buiten kwam en daarmee de Amerikaanse dienst in verlegenheid bracht. Hij noemde het aannemelijk dat de enige instantie die heeft gevraagd om uitlevering van K. de CIA kan zijn geweest.
Eerder verzette K. zich succesvol tegen uitlevering aan de VS. Maar vorig jaar oktober veranderde alles door een brief van het Amerikaanse ministerie van justitie. Het Amerikaanse ministerie van Justitie weersprak daarin betrokken te zijn geweest bij de arrestatie van K. in Pakistan. Een maand later werd K opnieuw opgepakt om toch uitgeleverd te worden.
Volgens de advocaat van K. zouden de Amerikaanse diensten banden hebben met ISI, de Pakistaanse geheime dienst. In het pleidooi zei hij dat de CIA heeft toegegeven dat ze in de tijd dat K. werd aangehouden, betrokken zijn geweest bij het aanhouden en verhoren van zogenaamde terreurverdachten in het land. Seebregts zei in de rechtbank dat wanneer de staat K. wil uitleveren, er minimaal een nieuw uitleveringsverzoek zou moeten komen. En wel op grond van nieuwe omstandigheden. De rechtbank doet op 20 januari uitspraak.
