De vrolijke kankerpatiëntEelco Meuleman
Roken mag niet op de boot. Als longkankerpatiënt mocht ik daar best iets van zeggen
Sinds kort woon ik aan de noordoever van de stad, voor voetgangers, fietsers en brommers te bereiken met een permanente bootverbinding, het pontje.
Dat vond ik al een genot toen ik nog geen kanker had – een vakantie van drie minuten – maar met de wondermiddelen van mijn oncoloog erbij ben ik soms even helemaal in extase.
Zondagochtend vroeg is het leukst, als ik op weg ben naar de bakker met een paar andere passagiers, die net als ik stil en intens tevreden naar het water staan te staren. Als je geluk hebt, schijnt de zon uitbundig, glijdt de boot over het water en wordt de serene rust misschien alleen verstoord door een vallend kwakje van een van die kutmeeuwen.
Altijd gebeurt er iets aan boord. Zo kwam er op zo’n zondagochtend eens een brommertje aan dek gesjeesd dat zijn motor demonstratief aan liet staan (dat mag niet) en een onvoorstelbare hoeveelheid decibellen produceerde aan technomuziek. De passagiers worden geacht dit soort situaties onderling op te lossen – het tijdelijke toezicht is met de mondkapjes weer verdwenen – en dat gaat in de grote stad weleens mis.
Er gebeurde dus verder niks. De berijder van het lawaai zag er ook weer niet zo gevaarlijk uit, dus ik probeerde een indringende blik in zijn ogen. Die gaven geen sjoege. Toen vroeg ik hem of hij zijn motor wilde afzetten en het geluid wat zachter, iets wat ik zonder de wondermiddelen nooit zou hebben gedurfd. De motor ging uit met een blik die bij nader inzien nog véél meer wondermiddelen dan de mijne verried, het lawaai bleef.
Op een vrijdagavond, toen de pont zoals gebruikelijk op dit tijdstip weer eens in een partyboot was veranderd, had ik meer succes. Het was fris, iedereen stond binnen en een man die me erg deed denken aan de komiek Piet Bambergen maakte breedvoerig aanstalten om een sigaret op te steken. Roken mag ook niet op de boot.
Als longkankerpatiënt vond ik dat je daarvan best iets mocht zeggen. Bovendien leek hij op Piet Bambergen, dus daar ging ik: ‘Meneer, u mag hier niet roken hoor!’
Ik moest een beetje schreeuwen want hij stond ver van me af.
Meneer antwoordde quasi-verbaasd: ‘O?’
‘Ja’, riep ik, ‘achter u hangt een bord met een rode streep door een sigaret, ziet u wel?’
‘Ja, meneer de conducteur’, antwoordde meneer ad rem. Gelach.
‘Zeg conducteur’, vervolgde hij, ‘mag ik hier dan wel drinken?’ Hij haalde een halveliterblik bier tevoorschijn.
‘Ik ben in een goed humeur dus: vooruit’, antwoordde ik naar waarheid. Gelach.
Een fietser kwam net voordat we vertrokken nog snel binnengereden.
Meneer zag zijn kans schoon en schreeuwde theatraal: ‘Meneer, u mag hier niet fietsen hoor!’
De hele boot lachte hard nu, tot verbijstering van de fietser.
2-1 voor Piet Bambergen.
Volkskrant-journalist Eelco Meuleman (61), bij wie terminale kanker is vastgesteld, schrijft wekelijks over zijn leven.