Nieuws
Robin van O., hoofdverdachte in proces rondom martelcontainer, overleden door ziekte
Robin van O., een van de verdachten in de zaak over de martelcontainers in het Brabantse Wouwse Plantage, is dinsdag overleden door ziekte. Dat bevestigt zijn advocaat na berichtgeving in Het Parool. De strafzaak tegen hem per direct stopgezet, aldus zijn advocaat.
Van O. (41 jaar) overleed aan de gevolgen van een melanoom en lag in het ziekenhuis. De zaak tegen hem werd in december al uitgesteld omdat hij te ziek was om zijn rechtszaken bij te wonen. Tijdens een eerste zitting in 2020 liet hij een filmpje van tien minuten zien met onder meer babyfoto's, waarmee hij wilde aantonen dat hij geen crimineel was, maar iemand die er door criminelen was ingeluisd. Van O., een voormalige beveiliger en sportschoolhouder, werd gezien als de compagnon van Piet Costa, een alias van Roger P.
P. en de zijnen stonden in mei terecht in de zaak over de zogenoemde martelcontainer in een loods in Wouwse Plantage. Ze creëerden zes geluiddichte cellen en een martelkamer waarin handboeien, vingerklemmen, scalpels, klauwhamers, tiewraps, een tandartsstoel, een gasbrander en gestolen politie-uniformen werden gevonden. De container zou zijn ingericht met een oude tandartsstoel waarop slachtoffers konden worden vastgebonden. De rechter sprak bij de veroordeling van de verdachten van ‘een groep die op nietsontziende wijze het recht in eigen hand wilde nemen’.
P. werd voor de martelcontainerzaak veroordeeld tot 33 maanden jaar cel, de maximale gevangenisstraf. Hij werd in april ook al veroordeeld tot vijftien jaar cel voor onder meer grootschalige, internationale handel in cocaïne. O. was, naast de martelcontainerzaak, ook verdachte in de cocaïne-zaak.