Robbedoes
Cameron Diaz vocht als een jongen, vloekte als een bootwerker en luisterde naar Metallica (of harder). En nu speelt ze veelal de stoere 'guy's girl', zelfs als ze het liefje is van Leonardo DiCaprio in 'Gangs of New York'....
Ze had natuurlijk ook een smoes kunnen verzinnen. Dat een van haar geliefde katten (de zwarte kater The Little Man of de witte poes-zonder-naam) de benen had genomen, bijvoorbeeld. Dat zij plotseling ziek was geworden, of (zoals ze al eens eerder als excuus aanvoerde om niet op een auditie te hoeven verschijnen): gewoon ongesteld.
Honderd redenen had Cameron Diaz kunnen opgeven voor haar afwezigheid bij de Britse première van Gangs of New York - het lang verwachte filmepos van meesterregisseur Martin Scorsese, waarin Diaz als love interest van Leonardo DiCaprio een van de sleutelrollen vervult.
Maar waarom zou ze eigenlijk liegen? Waarom moeilijk doen als het makkelijk kan? In een officieel persbericht liet de meest gewilde actrice van Hollywood zonder omhaal noteren: 'Cameron Diaz heeft momenteel erg last van puistjes. Te veel om te verschijnen in het openbaar.'
Onbekommerd, ongegeneerd, oprecht. Zo'n houding tekent Cameron Diaz (30), de bekoorlijke tomboy van het witte doek. Die houding loont.
In acht jaar en 26 films heeft Diaz zich van fotomodel-zonder-acteeropleiding weten op te werken tot gerespecteerd A-actrice. Onlangs trad ze zelfs toe tot de selecte 'twintig-miljoen-dollar-voor-een-film'-club (overige leden: Julia Roberts en Reese Whiterspoon). Een succes dat ze voor een groot deel lijkt te danken aan twee (in Hollywood zeldzame) eigenschappen: relativeringsvermogen en zelfspot.
Al was het, laten we wel zijn, iets heel anders wat regisseur Chuck Russell trof, toen de onbekende blondine begin jaren negentig zijn kantoor binnen kwam wandelen. Twee onwaarschijnlijk lange benen, twee even ranke armen. Een gezicht dat uit louter jukbeenderen lijkt te bestaan. En uit grote, spottende blauwe ogen.
Diaz zag eruit zoals het publiek haar zou leren kennen in The Mask (Russel, 1994), de strip achtige komedie waarin zij als nachtclubzangeres hoofdrolspeler Jim Carrey de ogen uit de kassen en de tong op de grond deed rollen. Een actrice van onconventionele, maar verpletterende schoonheid. Maar vooral ook: een actrice die zich met haar brede glimlach voor haar uiterlijk leek te verontschuldigen.
En zich er ook maar weinig om lijkt te bekommeren.
Want Diaz bleek niet te beroerd voor de weinig glamoureuze rol van Mary Jensen Matthews (There's Something About Mary, 1998), én voor het hilarische beeld waarmee ze sindsdien onlosmakelijk is verbonden: die van het meisje met sperma in het haar. Diaz was ook gestoord genoeg om in My Best Friends Wedding (1997) een gehoorbeschadigende karaoke-versie van 'I just don't know what to do with myself' ten beste te geven. Of om filmgeschiedenis te schrijven, in Charlie's Angels (2000). Daarin voerde ze, gehuld in meisjesondergoed en enorme pantoffels, de weergaloze 'bilschuddans' op (eigen choreografie).
Dàt is, stelt menig regisseur, wat Diaz 'zo uniek' maakt. En mateloos geliefd. Niet alleen bij mannen, ook bij vrouwen. Haar troef: humor en charme. Lak aan uiterlijkheden, schijt aan Hollywoodconventies - het zal aan Diaz' achtergrond liggen. De dochter van een Cubaans-Amerikaanse vader en een Duits-Engelse moeder met Cherokee indianenbloed ('Vandaar mijn jukbeenderen') groeide op in een middenklasse wijk in Long Beach, Californië.
Een robbedoes was de bonenstakerige Cameron (bijnaam: het Skelet). Ze vocht als een jongen, vloekte als een bootwerker en luisterde naar 'niets softer dan Metallica'. En hoewel ze op zestienjarige leeftijd werd ontdekt als fotomodel (en vijf jaar lang een reizend bestaan leidde om te poseren voor Coca-Cola, Calvin Klein of Levi's) houdt Diaz nog steeds vast aan die jongensachtige branie.
In films speelt ze vaak de 'guy's girl'. Zoals de keiharde eigenaresse van het American Football-team in Oliver Stones Any Given Sunday (1999), die zonder pardon de kleedkamer vol naakte, stomende spelers binnenstapt ('Hi guys, don't stiffen up on me'). En natuurlijk Mary, die hoopt dat haar ideale date haar meeneemt naar 'ball games' en tracteert op 'big, sausagey hotdogs'.
Het karakter van Mary komt wellicht het dichtst in de buurt van (het imago van) Diaz, die evenmin vies is van dubbelzinnige grappen, en in interviews vaak vermeldt trotser te zijn op haar eerste plaats in wedstrijd wie het best kan boeren (gewonnen van N' Sync en de Backstreet Boys) dan al haar films bij elkaar.
Haar carrière, zo stelt Diaz het graag voor, hangt aan elkaar van 'stom geluk'. Het is 'fun', niet meer dan een achteloos lolletje. En zó overtuigend speelt Diaz de rol van sunshine kid, dat je het bijna zou geloven. Maar kijk naar Diaz' playlist, en haar loopbaan blijkt doordachter in elkaar te steken dan verwacht.
Dreigde haar carrière een ongewenste richting in te slaan dan gooide Diaz radicaal het roer om. Na The Mask - een succes dat haar ontelbare aanbiedingen voor 'cheesy, titty' rollen opleverde - legde de autodidacte Diaz zich juist toe op onafhankelijke low budget producties als Feeling Minnesota (1997) en Life Less Ordinary (1997), waarvan maar weinige echt de moeite waard zijn. En terwijl My Best Friend's Wedding (waarin ze Julia Roberts naar de kroon steekt) de weg plaveide naar grote rollen in romantische komedies, koos Diaz juist voor bijrollen in films als Any Given Sunday en Vanilla Sky (2001).
Diaz zocht de extremiteiten van haar vak op. Ze speelde in het platvloerse The Sweetest Thing (2002), spreekt de zwoele stem in van princes Fiona in kinderanimatie Shrek (2001). Maar maakte ook indruk als de pluizige dierenliefhebster in Spike Jonze's arthouse-hit Being John Malkovich (waarvoor ze zichzelf onherkenbaar lelijk maakte), en celebreerde als de blinde Cathy in het wat zwaar op de hand liggende Things You Can Tell Just By Looking At Her (2000).
Naast commerciële monsterhits werkte Diaz haast ongemerkt naar een serieuze carrière met serieuze acteurs toe. Drie had ze er al op haar lijstje (Stone, Jonze, Spielberg), en daar kan nu de legendarische Scorsese aan worden toegevoegd. Alles had Diaz ervoor over om in diens peperdure kostuumdrama Gangs of New York te spelen. Zelfs dat haar draaidagen van de oorspronkelijk geplande zes weken naar zes maanden werden opgeschroefd. En dat bijeen gelijkblijvend honorarium (van nog al-tijd elf miljoen dollar). De opnamen voor Charlie's Angels II moesten er voor worden uitgesteld.
Het is de vraag wat dat Diaz heeft opgeleverd. Want haar rol van de gewiekste zakkenrolster Jenny Everdeane, die in het rauwe New York van rond 1860 een verhouding met de Ierse Amerikaan Amsterdam Vallon (Leonardo DiCaprio) aangaat, blijkt teleurstellend marginaal. Weinig tekst, een vrijscène (die vlamt, dát wel), en een karakterologische ontwikkeling waar zelfs de beste actrice niets mee aan zou kunnen vangen - daar moest Diaz het van Scorsese maar mee doen.
En toch, voorspellen Diaz-watchers, kan deze rol wel eens haar doorbraak naar een hoger plan betekenen. Want 'in de luwte, terwijl DiCaprio en Scorsese alle wind vangen', het is zo'n slechte plek nog niet. Producent Harvey Weinstein gaat haar voor alle zekerheid maar alvast voordragen voor de Oscar voor beste vrouwelijke bijrol.