Rivierblindheid is een tropische infectieziekte. Naar schatting achttien miljoen mensen in Afrika, het Arabisch Schiereiland en Latijns Amerika hebben die onder de leden. De ziekte wordt verspreid door de zwarte vlieg die de wormlarfjes meeneemt. De vlieg steekt het slachtoffer en brengt daarbij de larfjes over, die in enkele maanden tot jaren tijd uitgroeien tot centimeters grote wormpjes.

Die parasitaire wormpjes banen zich een weg door de huid, en nestelen zich onderhuids wat resulteert in dikke knobbels op de huid. Uit het gepubliceerde onderzoek blijkt dat de wormpjes van binnen vol zitten met zogeheten Wolbachia-bacteriën. Die brengen een ontstekingsreactie in het lichaam teweeg die uiteindelijk leidt tot blindheid.

Het belang van de bacteriën blijkt uit muizenproeven. De onderzoekers behandelden wormen met antibiotica om zo aanwezige bacteriën te doden. Behandelde wormen maakten muizen aanzienlijk minder ziek. Dat uitte zich onder meer in veel minder ontstekingen van het hoornvlies van de muizen. Muizen die waren geïnfecteerd met onbehandelde wormen kregen daar duidelijk meer last van.

Dit betekent dat besmette personen zouden moeten worden behandeld met een antibioticum, dat de bacteriën doodt. Zo wordt de verspreiding door het lichaam een halt toegeroepen. Dat voorkomt ontstekingen van het hoornvlies, menen de onderzoekers van het instituut voor tropische ziektes in Hamburg en van het universiteitsziekenhuis in Cleveland (Ohio).